Zoekresultaten 541-550 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-491/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Gelet op de conclusie van antwoord, waarin verweerder de eis in reconventie naar het oordeel van de raad voldoende heeft onderbouwd en toegelicht, is voor de raad niet komen vast te staan dat verweerder klager niet naar behoren heeft bijgestaan door de eis in reconventie ter zitting niet mondeling nog nader toe te lichten. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2073

    Klaagster werd in 2003 op jonge leeftijd operatief behandeld in verband met borstkanker. In 2008/2009 is bij klaagster genetisch onderzoek verricht naar de aanwezigheid van een specifieke genmutatie die kan duiden op een verhoogd risico op borst- en eierstokkanker. In 2013 zijn de eierstokken en eileiders vaan klaagster operatief verwijderd in verband met een BRCA-2 mutatie. In 2014 is klaagster door de huisarts verwezen naar het ziekenhuis waar verweerster werkzaam is omdat was gebleken dat er na de eerdere operatie resterend weefsel van een van de eierstokken was achtergebleven. Klaagster is vervolgens gezien door verweerster. Na dit consult heeft verweerster het OK-verslag en relevante medische gegevens opgevraagd. Na collegiaal overleg bleek dat er een indicatie voor een re-operatie was, om het resterende weefsel te verwijderen. Klaagster twijfelde of ze de operatie zou doen. In het laatste contact tussen verweerster en klaagster – een telefonisch consult – gaf klaagster aan toch geopereerd te willen worden. Klaagster is toen door verweerster op de wachtlijst geplaatst voor operatie. De tweede operatie is in 2016 door een collega van verweerster uitgevoerd. In 2017 kwam klaagster erachter dat er alleen sprake is geweest van een BRCA2 VUS en er geen erfelijke aanleg voor borst- en/of eierstokkanker is aangetoond. Klaagster stelt zich op het standpunt dat verweerster ten onrechte heeft nagelaten voor de operatie in 2016 haar hele dossier op te vragen, waaronder de brief waarin staat dat zij gen-draagster is. Als verweerster de oorspronkelijke diagnose had opgevraagd, had de operatie – met alle gevolgen van dien - niet plaats hoeven vinden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:32 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-856/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Voortzetting om redenen van algemeen belang. Verweerder heeft gedurende de behandeling van de zaak van klaagster en in het geschil over de declaratie in strijd gehandeld met de kernwaarden deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft zich, zonder enige noodzaak om dat te doen, grievend uitgelaten over zijn cliënte richting de wederpartij. Vervolgens heeft hij klaagster ook willen laten betalen voor de tijd die hij bezig was met het uittypen van die uitlatingen. Verweerder heeft ook nagelaten belangrijke informatie en afspraken vast te leggen. Nadat de belangenbehartiging door verweerder is opgehouden en de woning is verkocht, heeft verweerder zijn honorarium gedeclareerd, voordat de verleende toevoeging was ingetrokken. Daarmee heeft verweerder te vroeg gehandeld, heeft hij te vroeg conservatoir beslag gelegd en heeft hij dat ook op een onjuiste wijze gedaan. De gemaakte fout heeft hij niet hersteld, maar dit is blijven voortduren tot aan de zitting bij de kantonrechter. De kantonrechter was door verweerder bovendien verkeerd voorgelicht. De raad acht dit alles ernstig. Verweerder heeft zich niet financieel integer gedragen en heeft ook daaromheen aanzienlijke fouten gemaakt. Schorsing van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-798/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing over advocaat van de wederpartij van klaagster. Naar het oordeel van de voorzitter stond het verweerster vrij en was het haar wettelijk toegestaan om ten behoeve van de procedure van haar cliënt een uittreksel van klaagster op te vragen. Daarnaast mocht verweerster afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie zonder daar nader onderzoek naar te doen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:33 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-459/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6031

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster, de werkgever van de verpleegkundige, verwijt de verpleegkundige dat hij zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen jegens een of meer cliënten, tijdens de behandelrelatie niet de professionele distantie in acht heeft genomen die van hem had mogen worden verwacht en zijn affectieve en/of seksuele gevoelens voor bepaalde cliënten niet heeft besproken met een college of vertrouwenspersoon en evenmin de zorgverlening aan betreffende cliënten heeft beëindigd of overgedragen. Voorts wordt de verpleegkundige verweten dat hij onzorgvuldig is omgegaan met gevoelige gegevens van meerdere cliënten en in strijd heeft gehandeld met de schriftelijke afspraken met zijn leidinggevende en de door klaagster voorgeschreven werkwijze. De werkgever heeft de verpleegkundige in eerste instantie geschorst en daarna ontslagen. De verpleegkundige heeft zijn registratie in het BIG-register laten doorhalen en is niet ter zitting verschenen. Naar het oordeel van het college is een verbod op herregistratie in het BIG-register passend en geboden. De verpleegkundige heeft met zijn gedrag en met zijn reactie op de klacht laten zien dat hij de ernst van zijn gedrag niet inziet. Gelet op zijn houding en zijn gebrek aan reflectie, maar ook gelet op het feit dat hij nog meermaals ernstig de fout in is gegaan nadat door de leidinggevende afspraken met hem waren gemaakt. Het college heeft als verzwarende omstandigheid in aanmerking heeft genomen dat de verpleegkundige een voorbeeldfunctie had; hij was teamleider en werkte in die hoedanigheid talloze werknemers in, ook stelde hij zich weinig toetsbaar op. Gelet op de ernstige schending van de professionele normen en de grote noodzaak patiënten tegen de verpleegkundige te beschermen, moet worden voorkómen dat de verpleegkundige weer aan de slag kan als verpleegkundige. Klacht gegrond, ontzegging van het recht wederom in het register te worden ingeschreven en publicatie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:29 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-804/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. DE voorzitter verklaard de klacht van klaagster in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6372

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij de professionele grenzen die hij als verpleegkundige in acht hoort te nemen heeft overschreden door met cliënte 1 gedurende en direct na de behandelrelatie en met cliënte 2 gedurende dan wel direct na de behandelrelatie een persoonlijke en intieme relatie aan te gaan waarin seksueel getinte contacten plaatsvonden. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met de zorg die hij ten opzichte van de cliënten had behoren te betrachten en dus in strijd met artikel 47 lid 1 van de Wet BIG en de professionele standaarden. Het college is van oordeel dat het gedrag van de verpleegkundige hem ernstig te verwijten valt. Bij de keuze van de maatregel moet in dit verband de preventieve werking het uitgangspunt zijn. De verpleegkundige heeft aangekondigd na maart 2024 werkzaam te zullen zijn buiten de gezondheidszorg. Naar het oordeel van het college brengt dit met zich dat het opleggen van de maatregel van schorsing onvoldoende preventieve werking heeft. Het college acht het passend en geboden om de maatregel van doorhaling uit het BIG register op te leggen (zie hiervoor uitgebreid 5.6 van de beslissing). Klacht gegrond, beveelt de doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG register en publicatie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:30 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-774/AL/GLD 23-776/AL/GLD 23-777/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing in 3 samenhangende zaken. Klager beklaagt zich over het tekortschieten van verweerder en zijn kantoorgenoten in hun zorgplicht richting klager nadat zijn advocaat tevens kantoorgenoot van verweerders plotseling was overleden. Verweerder in klachtzaak 23-774 was toen geen advocaat meer zodat die klacht kennelijk niet-ontvankelijk is. Verweerders in klachtzaken 23-776 en 23-777 hoefden en konden de dossiers van klager bij hun kantoorgenoot niet over te nemen. Zij hebben zich ruim voldoende ingespannen om een andere advocaat buiten hun kantoor te vinden voor klager. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-029/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft zijn ex-cliënt niet te woord willen staan omdat hij door hem onheus is bejegend. Hoewel een advocaat vanwege zijn bijzondere positie in het rechtsbestel bepaalde plichten heeft richting rechtszoekenden en diens (ex-)cliënten, hoeft een advocaat niet te dulden dat hij onheus bejegend wordt. Daarbij is in het bijzonder van belang dat klager zijn dossier al heeft ontvangen en diens advocaat contact op kan nemen met verweerder als er stukken ontbreken. Niet gebleken dat verweerder beschikt over ontbrekende e-mails en een brief. Klacht kennelijk ongegrond.