Zoekresultaten 35951-35960 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2414 Raad van Discipline 's-Gravenhage 3463/10.93

    Verweerster heeft een gemotiveerde beslissing genomen op het verzoek van klager ex artikel 13 Advocatenwet. Een beklag tegen een dergelijke beslissing dient aan het Hof van Discipline te worden voorgelegd.   Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2427 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3894/12.28

    Verweerder is gearresteerd en in hechtenis is genomen in verband met de verdenking van het plegen van ernstige misdrijven. Mede gelet op de aard en de ernst van de verdenking, het feit dat verweerder ten gevolge van zijn hechtenis niet in staat is zijn praktijk uit te oefenen en de belangen van de clienten van verweerder velig te stellen, dienen de door de deken verzochte voorlopige voorzieningen ex art. 60ab Adovcatenwet te worden toegewezen.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2421 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3840/11.242BI

    Op basis van de stukken kan worden vastgesteld dat de advocaat bij brief van 26 mei 2011 aan de advocaat van klaagster tekst en uitleg heeft gegeven over het ontstane misverstand. Klaagster noch haar gemachtigde hebben op voornoemde brief gereageerd, waardoor bij de advocaat het gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt dat het misverstand naar tevredenheid van beide partijen was afgewikkeld.   Niet aannemelijk is geworden dat klaagster de advocaat zodanige informatie heeft verstrekt dat voor de advocaat duidelijk had moeten zijn dat er al een procedure m.b.t. de vernietiging van de erkenning aanhangig was.   De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2415 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3745/11.147

    De advocaat heeft niet of onvoldoende gereageerd op verzoeken van de deken om aan te tonen dat hij aan zijn CCV verplichtingen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond. De Raad acht de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2409 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3673/11.75

    Klacht dat de advocaat klaagster ten onrechte heeft afgeraden op basis van een toevoeging procederen, althans dat de advocaat hierover verkeerd heeft geadviseerd. De advocaat heeft van belang zijnde informatie over de mogelijkheid van een toevoeging schriftelijk bevestigd en heeft bevestigd dat haar kantoor geen zaken op toevoegingsbasis behandelt. Tevens is gewezen op een risico dat het verkrijgen van een toevoeging tot discussie in de zaak zelf zou kunnen leiden. De advocaat adviseerde klaagster daarmee rekening te houden. De advocaat heeft niet onjuist gehandeld door te wijzen op het risico. Niet is gebleken dat zij klaagster heeft afgeraden om op basis van een toevoeging te procederen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2434 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3679/11.81

    De advocaat heeft onduidelijkheid laten bestaan over de tussen hem en klager gemaakte gestelde afspraken, door deze niet schriftelijk vast te leggen. Dit laatste komt voor risico van de advocaat. Klacht gegrond. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van vier maanden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2422 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3840/11.242AI

    Niet kan worden vastgesteld dat klaagster door toedoen van de advocaat rechtstreeks in haar belang is getroffen.   De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2416 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3736/11.138

    De advocaat heeft niet of onvoldoende gereageerd op verzoeken van de deken om aan te tonen dat hij aan zijn CCV verplichtingen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond. De Raad acht de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2435 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3822/11.224

    De door de advocaat gestelde financiele afspraken zijn niet door hem vastgelegd. Dit laatste komt voor risico van de advocaat. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van twee maanden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2429 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3879/12.13

    De advocaat heeft een ruime mate van vrijheid ten aanzien van de belangenbehartiging van zijn client. In dat kader is hetgeen de advocaat in deze kwestie in zijn pleitnota heeft verwoord binnen de grenzen van het toelaatbare, nu dit het vermoeden van zijn client betrof en de uitlatingen een zakelijk doel dienden.   Klacht is kennelijk ongegrond.