ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2435 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3822/11.224

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2435
Datum uitspraak: 30-01-2012
Datum publicatie: 08-02-2012
Zaaknummer(s): R. 3822/11.224
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen: Onvoorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: De door de advocaat gestelde financiele afspraken zijn niet door hem vastgelegd. Dit laatste komt voor risico van de advocaat. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van twee maanden.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 30 maart 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Het dossier is door de Raad ontvangen op 20 oktober 2011.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 28 november 2011. Ter zitting is verweerder verschenen. Namens klaagster is als gemachtigde, de heer R., verschenen.

FEITEN

2.1 Verweerder is als advocaat opgetreden voor klaagster.

2.2 In de op die zaak betrekking hebben klachtprocedure heeft verweerder in een brief van 27 januari 2011 aan de Rechtbank gesteld dat de aan klaagster toekomende koopsom van € 800.000,-- een bedrag van  € 32.000,-- rechtstreeks is betaald aan een zekere M., de verkoper van een vergunning.

KLACHT

3. Klaagster verwijt verweerder dat hij:

a. verzuimd heeft een bedrag van € 32.000,-- aan haar te betalen c.q. voornoemd bedrag verduisterd heeft;

b. de door verweerder gestelde bestemming van voormeld bedrag van

€ 32.000,-- niet deugdelijk schriftelijk heeft vastgelegd.

VERWEER

4. Verweerder betwist de stellingen van klaagster en ontkent een bedrag van

€ 32.000,-- te hebben ontvangen. Verweerder heeft gesteld dat de koper van de onroerende zaken van klaagster een bedrag van de koopsom ad

€ 32.000,00 rechtstreeks aan de heer M. zou betalen, welk bedrag in mindering zou strekken op de door koper aan klaagster verschuldigde verkoopprijs.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Ten aanzien van klachtonderdeel a

5.1  Vooropgesteld zij dat een advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. Op basis van de tegenstrijdige stellingen van of namens klaagster en verweerder kan niet worden vastgesteld dat verweerder een bedrag van € 32.000,-- heeft ontvangen en ten onrechte heeft geweigerd dit bedrag aan klaagster te betalen. Indien klaagster van mening is dat sprake is van verduistering door klager van genoemd bedrag van € 32.000,-- kan hij desgewenst aangifte doen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

5.2 Uit de omstandigheid dat verweerder in zijn op 13 september 2011 ontvangen faxbrief stelt dat hij aanvankelijk een declaratie op de naam van M. heeft gesteld die vervolgens is gecrediteerd en op naam is gesteld van klaagster kan worden afgeleid dat verweerder als advocaat bij de vergunningskwestie als hiervoor vermeld betrokken is geweest althans dat verweerder zijn betrokkenheid als advocaat bij deze kwestie niet of onvoldoende heeft betwist. Het lag op de weg van verweerder als advocaat om de inhoud van de overeenkomst waarop hij zich beroept op schrift te stellen althans het juridische gevolg van een dergelijke overeenkomst schriftelijk aan klaagster/zijn cliënte te bevestigen. Verweerder heeft niet gesteld noch is uit de stukken gebleken dat hij dat heeft gedaan. Uit de omstandigheid dat verweerder stelt de uitkomst van een voorlopig getuigenverhoor nodig te hebben om zijn standpunt omtrent de overeenkomst te onderbouwen, blijkt dat een dergelijke schriftelijke vaststelling en/of juridische advisering ontbreekt. Deze gang van zaken is in strijd met de zorg die verweerder jegens klaagster had behoren te betrachten. Dit klachtonderdeel is gegrond.

MAATREGEL

6. Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding en het feit dat verweerder geen inzicht heeft getoond in de onjuistheid van zijn handelen acht de Raad de maatregel van een schorsing voor de duur van twee maanden passen en geboden.

BESLISSING

7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 - verklaart klachtonderdeel a ongegrond en b gegrond en legt terzake aan verweerder de maatregel op van een schorsing van twee maanden, welke in zal gaan op het moment dat verweerder zich weer op het tableau zal laten inschrijven en er geen andere schorsingsmaatregel op dat moment tegen hem ten uitvoer wordt gelegd. Meerdere schorsingsmaatregelen zullen achtereenvolgens ten uitvoer worden gelegd.

Aldus gewezen door jhr.mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. G.J. Schipper, mr. C.A. de Weerdt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 januari 2012.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607