ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2416 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3736/11.138

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2416
Datum uitspraak: 12-12-2011
Datum publicatie: 08-02-2012
Zaaknummer(s): R. 3736/11.138
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: De advocaat heeft niet of onvoldoende gereageerd op verzoeken van de deken om aan te tonen dat hij aan zijn CCV verplichtingen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond. De Raad acht de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Klager heeft op 16 juni 2011 een klacht ingediend tegen verweerster. Het dossier is door de Raad ontvangen op 17 juni 2011.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 14 november 2011. Ter zitting is namens klager verschenen mr. N., adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Verweerster is - met schriftelijk voorbericht - niet verschenen.

FEITEN

2.1 Bij e-mail bericht van 4 januari 2011 heeft de algemeen secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten verweerster gevraagd opgave te doen in het kader van de Centrale Controle Verordeningen (CCV) 2010.

2.2 Deze uitnodiging is herhaald op 20 januari 2011.

2.3 Op 10 en 16 maart 2011 zijn door de algemeen secretaris herinneringsbrieven aan verweerster gestuurd.

2.4 Bij brief van 17 mei 2011 heeft de stafjurist van klager verweerster erop gewezen dat zij nog immer geen opgave heeft gedaan van de CCV 2010. Verweerster is vervolgens in de gelegenheid gesteld binnen 10 dagen deze opgave alsnog te verzorgen. De stafjurist heeft verweerster in het vooruitzicht gesteld dat bij gebreke daarvan de deken een ambtshalve klacht tegen haar zal indienen.

KLACHT

3. Klager verwijt verweerster dat zij in het kader van de CCV niet of onvoldoende heeft gereageerd op verzoeken van klager om aan te tonen dat zij aan haar verplichtingen ingevolge de verordeningen heeft voldaan.

VERWEER

4. Verweerder heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de klacht. Verweerster heeft de Raad bij brief van 5 oktober 2011 geïnformeerd, dat zij sinds 16 juni 2011 op eigen verzoek is uitgeschreven als advocaat vanwege haar arbeidsongeschiktheid.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de Raad vast dat verweerster in het kader van de CCV niet of onvoldoende heeft gereageerd op verzoeken van of namens klager om aan te tonen dat zij aan haar verplichtingen ingevolge de verordeningen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond.

MAATREGEL

6. Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de Raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 - verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerster de maatregel van een enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. L.P.M. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en bij vervroeging uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2011.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren, na daartoe voorafgaand gemaakte afspraak.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.