Zoekresultaten 18711-18720 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.363

    Anders dan klagers betogen is in beroep niet gebleken dat aan betrokkene bij zijn ziekenhuisopname andere medicatie werd verstrekt dan bij zijn ontslag. Verwerpt beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.411

    Klacht tegen psychiater. Tijdens haar verblijf in een TBS-kliniek heeft er een incident plaatsgevonden tussen klaagster en een mede-patiënt. Klaagster verwijt verweerder dat hij daar, als directeur behandelzaken, niet adequaat op heeft gereageerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet in haar klacht ontvangen nu er geen sprake was van handelen of nalaten dat betrekking heeft op de individuele gezondheidszorg. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt anders en ontvangt klaagster in haar klacht maar acht die ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.399

    Het enkele feit dat een beklaagde arts en een lid van het Regionaal Tuchtcollege ongeveer in dezelfde tijd aan dezelfde faculteit hebben gestudeerd, vormt onvoldoende grond voor het bestaan van de schijn van partijdigheid. Het is gebruikelijk dat de ontslagbrief (mede) wordt ondertekend door de laatst aanwezige supervisor, ook als deze niet de gehele opnameperiode verantwoordelijk was voor de patiënt. Verwerpt beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-588/DB/OB

    Niet is gebleken dat verweerster haar cliënten en / of derden heeft aangezet tot antedateren, verdraaien, vervalsen of het plegen van meineed. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:31 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170302

    Verzoek aanwijzing advocaat ex art. 13 Advocatenwet. Het beklag is ongegrond, omdat de deken niet bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek nu de zaak waarvoor klager stelt bijstand nodig te hebben niet in zijn arrondissement zou dienen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:82 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.421

    Klaagster is bekend binnen de geestelijke gezondheidszorg. De aangeklaagde psychiater is hoofdbehandelaar van het FACT-team en supervisor van de bij de behandeling van klaagster betrokken verpleegkundigen. Klaagster heeft op enig moment aan een verpleegkundige om verlaging van de dosering van het depot gevraagd waarop een afspraak met de psychiater is gemaakt om dit te bespreken. Klaagster is zonder bericht van verhindering niet op deze, en ook niet op de volgende afspraken met de psychiater verschenen. Klaagster verwijt de psychiater dat er onjuiste medicatie aan haar wordt gegeven, dat deze niet op een goede manier wordt toegediend, dat hij klaagsters gezondheid veronachtzaamt en dat er sprake is van belangenverstrengeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:45 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170209

    Klacht van belastinginspecteur en Belastingdienst tegen de advocaat van wederpartij. De klacht is door de raad ongegrond verklaard. Klagers en de deken hebben hoger beroep ingesteld. De Belastingdienst is in twee klachtonderdelen, die de persoonlijke bejegening door de beklaagde advocaat van een belastinginspecteur betreffen, niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een eigen belang. Het hoger beroep van klager (belastinginspecteur) en de deken met betrekking tot deze twee klachtonderdelen slaagt niet. De advocaat heeft gehandeld binnen de vrijheid die hem toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Het hof acht, net als de raad, ook de overige klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:53 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-950/DH/A

    voorzittersbeslissing; klacht over optreden advocaat wederpartij kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:46 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170276

    Het hoger beroep beperkt zich tot de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing door de raad. Hoewel het handelen van verweerder in het verleden een onvoorwaardelijke schorsing rechtvaardigt, oordeelt het hof dat de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke schorsing verweerder kennelijk aan het denken heeft gezet, zodanig dat hij de problemen - die de deken aanleiding hebben gegeven tot het indienen van een nieuw dekenbezwaar - en de resterende vraagpunten alsnog (praktisch) volledig heeft opgelost en ook concrete stappen heeft gezet in de vorm van het volgen van een cursus en therapie om herhaling in de toekomst te voorkomen. Gelet op deze recente ontwikkelingen en de visie van de deken daarop, ziet het hof aanleiding de opgelegde maatregel aan te passen in die zin dat een geheel voorwaardelijke schorsing wordt opgelegd voor een langere periode dan door de raad bepaald, namelijk voor 8 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:47 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170244

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou klager tijdens zijn dienstverlening niet goed geadviseerd hebben over de mogelijke gevolgen van de vaststellingsovereenkomst en verweerder zou hebben verzuimd de wederzijdse rechten en verplichtingen nauwkeurig in de vaststellingsovereenkomst vast te leggen. Klacht ongegrond. Het hof acht de klacht alsnog ongegrond. Vernietiging.