Zoekresultaten 18611-18620 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 048/2016

      Klacht tegen keuringsarts van Bureau Rjibewijs Keuringen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2017/04

      Klacht tegen verpleegkundige, omdat hij een affectieve relatie heeft gehad met een patiënte. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:110 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 814.2016

      Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1399.2016

      De gerechtsdeurwaarder heeft niet op de brieven van klager gereageerd, maar heeft ze naar de opdrachtgever doorgestuurd. Gelet op de inhoud van de brieven – in het bijzonder de brief van 30 oktober 2012 – had de gerechtsdeurwaarder actie moeten ondernemen toen hij niets van de opdrachtgever had vernomen. De Kamer acht dit onzorgvuldig. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-308

      Ongegronde klacht tegen een arts. Klager ontvankelijk  in zijn klacht tegen de arts die werkzaam is bij het CBR. Het rapport van de arts voldoet aan de criteria overeenkomstig vaste jurisprudentie. Het College ziet ook geen redenen waarom verweerder, die niet de behandelend arts van klager was, zich meer zou hebben moeten inspannen om eventuele andere oorzaken voor de verhoogde GGT-waarde bij klager te achterhalen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/499

      Verweerder is psychiater van klaagster. Op  13 oktober 2016 ontwikkelde klaagster klachten (misselijk, duizelig, verwardheid) en nam daarvoor contact op met verweerder. Verweerder verwees klaagster naar de huisarts, die haar doorverwijst naar een internist. 20 oktober 2016 zijn de klachten nog steeds niet over, maar klaagster kon nog niet bij de internist terecht. Klaagster zegt daarom haar afspraak bij verweerder af. Vier dagen (24-10) later mailt klaagster naar verweerder, die dan naar haar gezondheid informeert en schrijft dat hij verwacht had dat klaagster direct zou worden doorverwezen. Diezelfde avond wordt klaagster met spoed opgenomen. Diagnose: intoxicatie door verkeerde inname van medicijnen. De fabrikant was naar een hogere dosering per tablet overgegaan. Klaagster verwijt de psychiater dat hij  (1) hij de toenemende klachten van klaagster heeft genegeerd, (2)hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen, (3) onheuse bejegening.   Deels gegrond

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/55

      Klacht tegen huisarts. Klager meldde zich in 2016 op een ochtend met lichamelijke klachten bij verweerder. Verweerder constateerde geen afwijkingen en stelde voor de volgende dag een bloedonderzoek te laten verrichten. Later die dag waren de klachten verergerd en werd klager opnieuw door verweerder gezien. Pas toen werd klager ingestuurd onder verdenking van een CVA, wat ook het geval bleek te zijn. Klager verwijt verweerder dat hij klager niet in de ochtend al instuurde voor nader onderzoek. Verweerder bestrijdt gemotiveerd dat er in de ochtend al aanleiding was om klager in te sturen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 110/2017

      Klacht van de IGZ tegen een tandarts met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Klacht ondanks ontkenning gegrond geacht. Schorsing van een jaar waarvan 10 maanden voorwaardelijk..  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1098.2015

      Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-236

      Ongegronde klacht tegen een arts. Niet vast is komen te staan hoe het geëscaleerde gesprek tussen klager en de arts is verlopen. De arts heeft in de aangifte naar aanleiding van het gesprek het verloop van het gesprek zoals zij dit heeft ervaren en de volgens haar gedane dreigementen uitvoerig vermeld. Het College is van oordeel dat de arts daarbij meer informatie heeft gegeven dan nodig was. Gelet op de geringe omvang en de weinig diepgaande aard van de gegeven informatie en de omstandigheden van het geval acht het College dit echter niet zo ernstig dat de arts hiervan een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt dient te worden. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.