Zoekresultaten 13381-13390 van de 44301 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:203 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190176

    Art. 13-beklag. Klaagster heeft ondanks herhaalde verzoeken van de deken niet duidelijk gemaakt welke schade zij heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige uitlating van de gemeente. Voor zover sprake is van immateriële schade heeft klaagster voor een vordering tot 10.000 euro geen advocaat nodig. Een vordering van een hoger bedrag heeft geen redelijke kans van slagen. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:191 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190098

    Klacht tegen advocaat wederpartij door raad deels gegrond verklaard met waarschuwing. Appel verweerster tegen (twee van de vier) gegrond verklaarde onderdelen. De klacht dat verweerster feitelijke gegevens heeft verstrekt, waarvan bekend zou moeten zijn dat die onjuist zijn, wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat klaagsters daarbij geen belang hebben. De beslissing van de raad wordt voor het overige bekrachtigd. De waarschuwing blijft, gelet op de uiteindelijk drie gegrond bevonden klachtonderdelen, gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190105

    Klacht tegen advocaat wederpartij door raad grotendeels gegrond verklaard met oplegging van een schorsing van 4 weken. De beslissing van de raad wordt bekrachtigd met dien verstande dat het hof een schorsing van 6 maanden oplegt. Verweerster is op grond van steeds dezelfde feiten nieuwe procedures blijven opstarten zonder oog voor eerdere beslissingen en rapportages, waaruit blijkt dat die feiten onvoldoende waren om het beweerdelijk misbruik van de kinderen aan te tonen en dat de strijd van haar cliënt schadelijk voor de kinderen was. Verweerster is voor dergelijk gedrag eerder op de vingers getikt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:198 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190227

    Beklag art. 13 Advocatenwet (aanwijzing advocaat). Klaagster heeft de deken verzocht om aanwijzing van een advocaat om een rechtsmiddel in te stellen tegen een beschikking van de rechtbank in een procedure tegen haar ex-echtgenoot, over het door haar verzochte gezamenlijk gezag over haar dochter. Het hof overweegt dat de deken dit verzoek terecht heeft afgewezen, omdat de beschikking van de rechtbank inmiddels onherroepelijk was geworden. Ten overvloede merkt het hof op dat de stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof niet leiden tot andere gevolgtrekkingen ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van het verzoek dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven. Beklagschrift is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:192 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190095 en 190096

    Appel tegen ongegrond/niet-ontvankelijk verklaard deel van klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster wel ontvankelijk in klacht over derdenbeslag, maar klacht ongegrond. Verder bekrachtiging beslissing raad. Geen proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190038

    Klacht tegen curator. Verweerster zou (als curator in het faillissement van klagers broer) zonder vooroverleg met de andere erfgenamen een verzoek tot benoeming van een vereffenaar hebben gedaan en zonder nadere informatie aan de overige erfgenamen de nalatenschap van de moeder van de erfgenamen beneficiair hebben aanvaard. Verweerster zou zich niet als een gelijkwaardige mede-erfgenaam hebben gedragen. Het hof kan klager niet volgen in zijn stelling dat verweerster onvoldoende (voortvarend) heeft meegewerkt aan de afwikkeling van de nalatenschap, gelet op de uiteenlopende belangen waarmee zij rekening moet houden. Gezien haar bijzondere positie ten opzichte van de mede-erfgenamen, waaronder klager, was het evenwel beter geweest indien verweerster na haar benoeming tot curator eerst een bespreking met hen had belegd om duidelijkheid te verschaffen over haar taak en rol ten opzichte van de overige erfgenamen en de nalatenschappen. Daarbij had zij tevens aan de mede-erfgenamen het verzoek tot vereffening en het voornemen om de nalatenschap beneficiar te aanvaarden kunnen aankondigen en uitleggen. Dat verweerster dit heeft nagelaten en pas later, na de behandeling van het verzoekschrift, heeft gepoogd tot een gesprek te komen, is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Bekrachtiging beslissing van de raad, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:199 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190161

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou, ondanks dat klaagster alle relevante en juiste informatie te voren bij hem had aangeleverd, het gerechtshof bij de comparitie van partijen onjuist dan wel onvolledig hebben geïnformeerd, op basis van welke verkeerde informatie klaagster vervolgens is veroordeeld. Het hof stelt vast dat verweerder ten tijde van de comparitie niet beschikte over enig schriftelijk bewijs ter zake van de stelling van klaagster. Hoewel verweerder bij klaagster om bewijs van haar stellingen had kunnen vragen, overweegt het hof dat van klaagster zelf had mogen worden verwacht dat zij verweerder concreet bewijs verstrekte. Nu klaagster dit heeft nagelaten, acht het hof de omstandigheid dat verweerder niet heeft doorgevraagd, hoewel het beter was geweest wanneer verweerder dat wel had gedaan, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ongegrond verklaring. Bekrachtiging beslissing van de raad, ten dele op andere gronden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:193 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190116

    Appel tegen ongegrond verklaarde klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster is gebleven binnen de vrijheid die haar toekomt bij de behartiging van de belangen van haar cliënten. Het enkele uitnodigen - maar niet spreken - van een potentiële getuige niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Beslissing raad bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190039

    Klacht tegen advocaat die namens curator optrad en feitelijk als curator handelde. Verweerster zou, samen met haar kantoorgenote die curator was in het faillissement van klagers broer, zonder vooroverleg met de andere erfgenamen een verzoek tot benoeming van een vereffenaar hebben gedaan en zonder nadere informatie aan de overige erfgenamen de nalatenschap van de moeder van de erfgenamen beneficiair hebben aanvaard. Het hof kan klager niet volgen in zijn stelling dat verweerster in dit verband onvoldoende (voortvarend) heeft meegewerkt aan de afwikkeling van de nalatenschap, gelet op de uiteenlopende belangen waarmee de curator rekening moet houden. Gezien de bijzondere positie van de curator ten opzichte van de mede-erfgenamen, waaronder klager, was het evenwel beter geweest indien verweerster en haar kantoorgenote na de benoeming tot curator eerst een bespreking met hen hadden belegd om duidelijkheid te verschaffen over de taak en rol van de curator ten opzichte van de overige erfgenamen en de nalatenschappen. Daarbij hadden zij tevens aan de mede-erfgenamen het verzoek tot vereffening en het voornemen om de nalatenschap beneficiar te aanvaarden kunnen aankondigen en uitleggen. Dat verweerster en haar kantoorgenote dit hebben nagelaten en pas later, na de behandeling van het verzoekschrift, hebben gepoogd tot een gesprek te komen, is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Bekrachtiging beslissing van de raad, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:194 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190111D

    Dekenbezwaar gegrond. Appel tegen opgelegde maatregel van onvoorwaardelijke schorsing 6 weken. Het hof verzwaart de opgelegde maatregel tot 24 weken schorsing, waarvan 12 voorwaardelijk, omdat verweerder het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad door informatie van zijn in beperkingen zittende cliënten door te geven.