ECLI:NL:TGDKG:2019:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/662218 DW/RK 19/86

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:203
Datum uitspraak: 17-05-2019
Datum publicatie: 02-12-2019
Zaaknummer(s): C/13/662218 DW/RK 19/86
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet te laat ingediend en daarom niet ontvankelijk. Geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat termijnoverschrijding verschoonbaar is.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 17 mei 2019 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 29 januari 2019 met zaaknummer C/13/638917 DW RK 17/1145 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/662218 DW RK 19-86:

[..],

wonende te [..],

klager,

gemachtigde: [..],

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier, met bijlagen, ingekomen op 20 november 2017 heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij brief, ingekomen op 1 februari 2018, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 29 januari 2019 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 30 januari 2019. Bij brief van 14 februari 2019, ontvangen op 19 februari 2019, heeft klager verzet ingesteld tegen de beschikking van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 5 april 2019 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 17 mei 2019.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. Die beslissing is verzonden bij brief van 30 januari 2019. De termijn begon daarmee te lopen op 31 januari 2019 en eindigde op 13 februari 2019. De brief waarmee verzet is ingesteld is gedateerd op 14 februari 2019 en werd ontvangen op 19 februari 2019. De brief is dus opgesteld en verzonden na ommekomst van de termijn, waarbinnen verzet kon worden gedaan. Het verzet is daarmee gedaan buiten de termijn van veertien dagen zodat klager in het verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

2.2 Door klager zijn geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

2.3 Gelet op het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart klager niet ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J.N. Reijn, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.