ECLI:NL:TGDKG:2019:205 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659094 DW/RK 18/639

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:205
Datum uitspraak: 17-05-2019
Datum publicatie: 02-12-2019
Zaaknummer(s): C/13/659094 DW/RK 18/639
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet gegrond. De klacht was terecht voorgesteld. In de bestreden beslissing is ten onrechte overwogen dat klager niet in zijn belang was geschaad en daarom de klacht ongegrond was. Dit is een onjuist criterium. De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd terwijl aan klager was toegezegd dat hij bericht zou krijgen op een door hem ingediende interne klacht. In het verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder erkend dat het beslag toen niet gelegd had mogen worden. De klacht was terecht voorgesteld en had op deze gronden gegrond verklaard moeten worden.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 17 mei 2019 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 4 december 2018 met zaaknummer C/13/636344 / DW RK 17/991 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/659094 / DW RK 18/639 LV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

  1. [..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

2. [..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagden,

gemachtigde: [..]

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 29 september 2017, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 november 2017, heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 4 december 2018 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij e-mail, ingekomen op 18 december 2018, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 april 2019 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 17 mei 2019.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          aan klager is op 16 augustus 2017 een dwangbevel betekend van de Kamer van Koophandel;

-          op 25 september 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd op de bankrekening van klager;

-          op 29 september 2017 is dit beslag aan klager betekend.       

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat er bankbeslag is gelegd terwijl er geen antwoord was gegeven op zijn klacht en voert daarbij de volgende omstandigheden aan:

a. via het menu was geen betalingsregeling te treffen en telefonisch was niemand bereikbaar van [..]. Op 1 september 2017 heeft klager een e-mailbericht gestuurd hierover en een voicemail ingesproken.

b. op 6 september 2017 werd klager teruggebeld. Zijn voorstel voor het treffen van een betalingsregeling werd afgekeurd. Zijn verzoek om een schriftelijke bevestiging daarvan werd afgewezen.

c. op 6 september 2017 heeft klager zich over de gang van zaken beklaagd. Op 11 september 2017 heeft hij zich vervoegd bij het kantoor van [..] te [..]. Daar werd hem meegedeeld dat de klacht in behandeling was genomen en dat hij moest afwachten.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Ten aanzien van gerechtsdeurwaarder sub 2 merkt de voorzitter op dat gebleken is dat hij slechts het beslag heeft betekend aan klager. Daarbij is tuchtrechtelijk laakbaar gedrag geenszins gebleken. De klacht tegen hem is dan ook ongegrond.

4.3 De voorzitter overweegt als volgt over de overige onderdelen van de klacht. Namens de gerechtsdeurwaarder is erkend dat niet is gehandeld zoals aan klager was toegezegd, namelijk dat klager bericht zou krijgen naar aanleiding van de door hem ingediende klacht per e-mail van 6 september 2017. Vervolgens is het beslag ongedaan gemaakt, waarbij de gerechtsdeurwaarder de kosten voor zijn rekening heeft genomen en de kosten van de bank aan klager heeft vergoed. Daarbij zijn namens het kantoor van de gerechtsdeurwaarders excuses voor het ongemak gemaakt. Klager heeft geen belang meer bij de beoordeling van zijn klacht aangezien de gerechtsdeurwaarder alle gevolgen van het beslag ongedaan heeft gemaakt. Klager is niet in zijn belang geschaad.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

a. In verzet heeft klager aangevoerd dat hij wel degelijk in zijn belang is geschaad. Hij heeft hemel en aarde moeten bewegen om het beslag opgeheven te krijgen. Zijn gezin heeft door het beslag in broodnood verkeerd, terwijl hij een concreet voorstel tot betaling had gedaan en er een toezegging was gedaan te reageren op zijn klacht, zodat hij niet kon verwachten dat er beslag zou worden gelegd. De gerechtsdeurwaarders hebben zich onredelijk opgesteld en laakbaar gedrag vertoond.

b. Aangezien de vordering terecht was heeft klager de gemachtigde [..] gelijk na het lezen van de brief proberen te contacteren, hetgeen mislukte. Hij heeft een voicemail achtergelaten, maar daar heeft hij nooit iets van vernomen. Klager heeft daarom via de website op 1 september 2017 een formulier met zijn klacht hierover ingevuld. Op 5 september 2017 is klager gebeld door een medewerker van [..]. Klager heeft in dat telefoongesprek aangegeven de vordering in een keer te willen voldoen, maar dat kon pas per eind oktober 2017. [..] weigerde categorisch. Daarmee heeft de gemachtigde van de schuldeiser zich niet redelijk of billijk gedragen.

c. Door het beslag was het volledige saldo van klagers bankrekening gereserveerd en ontoegankelijk gemaakt. Hierdoor is broodnood ontstaan omdat klager van de gereserveerde gelden die week nog boodschappen moest doen en de beslaglegger

geen beslagvrije voet heeft gehanteerd.

d. Door het beslag is er schade opgetreden. Klager heeft vele telefoontjes moeten plegen, hij is van [..] naar [..] gefietst om de situatie op te heffen en hij moet de kosten van de bank betalen.

e. Geconcludeerd moet worden dat de gerechtsdeurwaarders niet hebben gehandeld conform de artikelen 1, 3, 4, 10 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels. Evenmin is gehandeld conform de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 13, 18 en 19 van de Verordening Normen voor Kwaliteit van de KBvG.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Voor zover klager nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd kan hij daarin niet worden ontvangen. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Klager kan niet worden ontvangen in verzetgrond onder c. dat ten onrechte geen beslagvrije voet is gehanteerd en d. dat hij schade heeft geleden.

6.2 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht niet de juiste maatstaf heeft toegepast. In de bestreden beslissing is ten onrechte overwogen dat klager niet in zijn belang was geschaad en daarom de klacht ongegrond was. Dit is een onjuist criterium. De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd terwijl aan klager was toegezegd dat hij bericht zou krijgen op een door hem ingediende interne klacht. In het verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder erkend dat het beslag toen niet gelegd had mogen worden. De klacht was terecht voorgesteld en had op deze gronden gegrond verklaard moeten worden.

6.3 Wel is in de bestreden beslissing op de juiste gronden vastgesteld dat de klacht voor zover die was gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 ongegrond is. 

6.4 Nu echter de gerechtsdeurwaarder de gevolgen van het beslag ongedaan gemaakt heeft, de kosten van het beslag voor zijn rekening heeft genomen en kosten van de bank aan klager heeft vergoed, bestaat er geen aanleiding een maatregel op te leggen. 

6.5 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart het verzet gegrond;

-      vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-      verklaart de klacht gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 1 gegrond;

-      verklaart verzet gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J.N. Reijn, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Tegen het deel waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ongegrond is verklaard, staat geen rechtsmiddel open.