Zoekresultaten 12051-12060 van de 44383 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:111 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190259

    Geen doorbreking appelverbod. Wat klagers stellen over door hen aangedragen feiten waarop de raad niet is ingegaan betreft niet het beginsel van hoor en wederhoor, maar de inhoud van de beslissing en daarmee de motivering. Hoger beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-450

    Klacht over optreden van de advocaat van de wederpartij. Klaagster en de cliënt van verweerster zijn gescheiden en daarna verwikkeld geraakt in een conflict over de schoolkeuze van de minderjarige dochter van partijen, te weten een school in de plaats waar klaagster woont of in de woonplaats van de vader. Verweerster stond in dat conflict de vader bij. In die situatie heeft verweerster zich persoonlijk in het conflict gemengd door haar eigen dochter in te zetten om de dochter van partijen op een school rond te leiden in de woonplaats van haar cliënt. Daardoor kon bij klaagster de indruk ontstaan dat verweerster probeerde de dochter van partijen te beïnvloeden om een school te kiezen in de woonplaats van de vader. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is gegrond; waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:112 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190246H

    Herzieningsverzoek op beslissing ex art. 13 Advocatenwet. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een uitzondering rechtvaardigen op de regel dat herziening in beginsel niet mogelijk is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:110 Raad van Discipline Amsterdam 20-051/A/A

    Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerster had klager al eerder bijgestaan. Toen hij haar 11 maanden later opnieuw om juridische bijstand verzocht, betrof dat een vervolg op het eerdere contact.Dat klager daar zelf ook vanuit ging, blijkt uit zijn e-mail waarin hij sprak over heropening van het dossier. Verweerster heeft mogen uitgaan van een doorlopende opdracht van klager, waarvoor zij geen nieuwe opdrachtbevestiging hoefde te sturen. Verweerster heeft klager steeds geïnformeerd dat hij wellicht in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand, maar dat zij dergelijke zaken niet deed. Klager was er dus mee bekend dat verweerster hem alleen op betalende basis zou kunnen bijstaan.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:111 Raad van Discipline Amsterdam 20-048/A/A

    Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft aan klaagster diverse keren uiteen gezet op welke wijze hij verweer wilde voeren en welke stukken hij derhalve niet aan de rechtbank wilde overleggen. Klaagster heeft met die aanpak ingestemd. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat die aanpak in deze zaak onjuist was. Verwijt dat een processtuk te laat in concept aan klaagster is toegestuurd mist feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/10 VB 2019/11 VB 2019/12 VB 2019/13 VB 2019/14

    Het Veterinair Beroepscollege overweegt dat het in deze zaak gaat om overtredingen van wettelijke voorschriften. De dierenartsen hebben in de onderzochte periode ieder de voorschriften minstens 10 maal overtreden; vier van de vijf dierenartsen hebben in die periode de voorschriften zelfs meer dan 20 maal overtreden. Deze gedragingen bergen een risico in zich, want zij kunnen leiden tot resistentieontwikkeling en daardoor de volksgezondheid in gevaar brengen. Alles afwegende acht het Veterinair Beroepscollege een onvoorwaardelijke geldboete passend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-257

    Betreft een klacht over het optreden van verweerder voor een cliënt in een huurtoeslagkwestie in een zaak waarmee ook één van de klagers (niet zijnde advocaat) bemoeienis heeft gehad. De andere klager is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van eigen belang. Verweerder wordt verweten dat hij bij het aannemen van de zaak met klager had moeten overleggen en daarmee gedragsregel 17 en 22 (gedragsregels 1992) heeft overtreden. De raad is van oordeel dat daarvan geen sprake is omdat de genoemde gedragsregels zien op de relatie tussen advocaten onderling, waarvan hier geen sprake is. Ook het verwijt dat verweerder klager een cliënt heeft afgetroggeld is ongegrond, omdat de cliënt zich eigener beweging tot verweerder heeft gewend. Verder stond het verweerder vrij klager mee te delen dat hij overwoog een klacht in te dienen bij een klachtencommissie tegen klager. Dat is geen onbehoorlijk dreigement maar een juridisch geoorloofde maatregel. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder misbruik heeft gemaakt van overheidsgelden door op basis van een toevoeging op te treden, is klager niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van eigen belang. De klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-502

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft een eigen verantwoordelijkheid en kan niet door haar cliënt worden verplicht zijn opdracht uit te voeren. Verweerster heeft bovendien haar opdracht op een zorgvuldige wijze, als bedoeld in Gedragsregel 14 lid 3, neergelegd. Verweerster is niet gehouden cliënten vooraf over haar afwezigheid te informeren, tenzij in de betreffende periode termijnen verstrijken of andere spoedeisende zaken spelen. Daarvan was, voor zover verweerster kon weten, geen sprake. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:108 Raad van Discipline Amsterdam 19-823/A/NH

    Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerster is ernstig tekortgeschoten in de behartiging van de belangen van klaagster door in een periode van vijf jaar niet, althans onvoldoende met klaagster te communiceren en door geen aanvang te maken met het verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht. Het klachtdossier laat het beeld zien van een advocaat die een te afwachtende houding inneemt en pas in actie komt als de cliënt daar meerdere keren om vraagt. De raad rekent verweerster dit gedrag zwaar aan en acht het passend en geboden dat verweerster daarvoor wordt berispt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-293

    Klacht over eigen advocaat, inhoudend dat het cassatiemiddel ondeugdelijk was. Verweerder heeft uitvoerig uiteengezet wat een cassatieprocedure inhoudt, op welke (beperkte) wijze in cassatie wordt getoetst en dat deze procedure niet een volledige derde instantie is die de zaak opnieuw beoordeelt, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de klacht over de kwaliteit van de werkzaamheden is ongegrond. De werkzaamheden voldoen aan wat binnen de advocatuur als professionele standaard geldt. Verder heeft verweerder erkend dat hij vooraf geen afspraken heeft gemaakt met klager voor het geval zijn werkzaamheden de dekkingsruimte van de verzekering zouden overstijgen. Dat had hij moeten doen, maar nu hij het meerdere niet in rekening heeft gebracht aan klager, is dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voorts is niet gebleken dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.