Zoekresultaten 18741-18750 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-43

    Klaagster lijdt schade door de hele gang van zaken. Indien zij tijdig was gewaarschuwd door de notaris, was zij niet akkoord gegaan met de constructie en woonde zij nog in haar oude woning met € 125.000,- op haar bankrekening.

  • ECLI:NL:TSCTS:2018:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2018-01 (2017.V5-Anna

    Op 26 juni 2017 ontstond aan boord van het Nederlandse zeeschip Anna een brand in de machinekamer. De brand werd zeer waarschijnlijk veroorzaakt doordat, na een smeeroliespuiter vanuit het smeerolieduplexfilter van de hoofdmotor, een nevel van smeerolie ontstond die door onbekende ontstekingsbron ontbrandde. De brand was kort maar zeer hevig en kon vrij snel met gebruik van de vaste blusmiddelen (CO2) worden gedoofd. Desondanks liepen de maritiem officier en een leerling brandwonden aan de armen op, waardoor ze van boord geëvacueerd moesten worden. De brand heeft zeer veel schade in de machinekamer veroorzaakt. Op het moment van de brand was het schip in de aanloop naar Rotterdam, ongeveer 11 mijl WZW van Hoek van Holland.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.397

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de meerderjarige zoon van klaagster. Aan de zoon van klaagster was zalf voorgeschreven in verband met klachten van uitslag in beide liezen. Een week later heeft klaagster telefonisch contact opgenomen met de praktijk van de huisarts om een afspraak te maken vanwege het ongewijzigd voortduren van de klachten. Nadat aan klaagster was medegedeeld dat herbeoordeling op zo korte termijn nog geen zin had, is klaagster naar de praktijk gekomen en heeft er een gesprek met de huisarts plaatsgevonden met een zodanig verloop dat de huisarts klaagster heeft gevraagd de praktijk te verlaten. De klachten zijn na onderzoek en behandeling door een dermatoloog enkele weken later verholpen. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat de huisarts : 1. niet heeft voldaan aan verzoeken van klaagster om een consult voor patiënt een week na het voorschrijven van de zalf; 2. zich tegenover klaagster onacceptabel heeft gedragen toen zij op die dag de praktijk bezocht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-75

    De klacht houdt in dat de notaris zich niet heeft gedragen zoals van haar in de gegeven omstandigheden en gelet op haar positie in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht. Door het niet toepassen van hoor- en wederhoor alsmede schending van de geheimhoudingsplicht heeft de notaris afbreuk gedaan aan de eer en aanzien van het ambt. Daarbij is tevens sprake van smaad.

  • ECLI:NL:TSCTS:2018:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2018-02 (2018.V2 Fiducia)

    Op 28 augustus 2017 ontving ILT melding van de Deense autoriteiten dat het Nederlandse zeeschip Fiducia aan de grond was gelopen in Deense wateren in de positie 56º35,88N 010º26,69E. Betrokkene was op dat moment kapitein. Het schip is zelfstandig losgekomen. Bij een duikinspectie in de haven van Randers, Denemarken, bleek er geen noemenswaardige schade aan het schip te zijn.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.412

    Klacht tegen gz-psycholoog. De plaatsing van klager in het penitentiair psychiatrisch centrum hing samen met de afspraak die de gz-psycholoog, met klager had gemaakt inhoudende dat hij de laatste achttien maanden van zijn detentie naar een kliniek zou kunnen gaan om te resocialiseren. Klager verwijt de gz-psycholoog: 1. dat zij een en ander anders heeft geregeld zonder klager hiervan op de hoogte te stellen; 2. dat zij klager in een selectieadvies met ernstige etiketten is gaan labelen zoals gehospitaliseerd, langdurige behandeling, suïcidaal en meer. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.323

    Klager verwijt de huisarts dat hij niet de zorg heeft verleend die verwacht mag worden van een zorgvuldig handelend arts, maar heeft gehandeld als een verlengstuk van justitie. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:90 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-646/DH/DH

    Verzet ongegrond. Klacht is gericht tegen de advocaat van de wederpartij in een arbeidsgeschil.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:84 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-643/DH/DH

    Verweerder is opgetreden in een cassatieprocedure waarin hij klager en diens ex-partner als gezamenlijke procespartij bijstond. In een andere kwestie heeft verweerder klager geschreven dat de ex-partner van klager hem had meegedeeld dat klager bezig was inbeslaggenomen inboedelzaken te verkopen en dat hij geen reden had om te veronderstellen dat die mededeling van de ex-partner onjuist was. De raad is van oordeel dat verweerder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door in zijn e-mail zonder enige nuance te stellen dat hij geen reden had om te twijfelen aan de mededeling van de ex-partner van klager. Een dergelijk bericht past materieel gezien immers bij een partijdig advocaat, terwijl ook klager een cliënt van verweerder is/was. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder ook tijdens een telefoongesprek met klager een tuchtrechtelijke grens overschreden. Verweerder heeft immers, zonder klager de mogelijkheid te bieden om zijn kant van het verhaal te vertellen, meegedeeld dat klager de woning diende te verlaten. Ook hieruit blijkt dat verweerder volledig is afgegaan op de mededelingen van de ex-partner van klager. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-221b

    Ongegronde klacht tegen een psychiater. Bij het bepalen van de diagnose en verdere optreden is de psychiater niet afgeweken van de professionele standaard. De diagnose is te rechtvaardigen. Voorts is gebleken dat de psychiater niet betrokken is geweest bij het aanvragen van de inbewaringstellingen. Ten aanzien van de rechterlijke machtiging (in het kader van de BOPZ) heeft de psychiater in redelijkheid kunnen menen dat een beoordeling door een onafhankelijk psychiater was aangewezen. Klacht afgewezen.