Zoekresultaten 18711-18720 van de 45124 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-076

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen (piket)advocaat kennelijk ongegrond nu niet is komen vast te staan dat verweerster in haar dienstverlening tekort is geschoten. Verweerster is niet gebonden aan tijden uit een folder die klager na zijn arrestatie van de politie heeft ontvangen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:102 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-1041

    Dekenklacht over verweerster, eerst in hoedanigheid van faillissementscurator en later ook als advocaat. Dat verweerster zich bij de vervulling van haar taak als curator zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is ondermijnd, is de raad niet gebleken. Weliswaar staat vast dat verweerster als curator een groot actief in de faillissementsboedel heeft gemist en was nader onderzoek naar aanleiding van de vrij summiere bevindingen van de door verweerster als curator ingeschakelde externe partij wellicht geboden geweest, maar mogelijk had dat nadere onderzoek op dat moment voor verweerster in de gegeven omstandigheden niet tot een andere uitkomst geleid. In zoverre is de dekenklacht ongegrond. Dat verweerster jaren na sluiting van het faillissement alsnog als advocaat heeft opgetreden door namens de Stichting, de enig aandeelhouder van de gefailleerde, een akkoord aan te bieden aan de crediteuren van de gefailleerde wordt haar tuchtrechtelijk verweten. De evidente mogelijkheid van tegenstrijdige belangen had verweerster ervan moeten weerhouden om die opdracht te aanvaarden. Door deze opdracht als advocaat wel te aanvaarden, heeft verweerster naar het oordeel van de raad in strijd gehandeld met de kernwaarde integriteit. Daarnaast verwijt de raad verweerster in ernstige mate dat zij 1) gezien haar voorkennis als curator bij aanvaarding van de opdracht niet naar de herkomst van de gelden van de Stichting ten behoeve van het akkoord heeft geïnformeerd, 2) in de brieven aan de crediteuren niet heeft vermeld, dan wel had dienen te vermelden, dat sinds begin 2007 een aanzienlijk bedrag in depot stond bij een notaris ten gunste van de boedel van de gefailleerde, en 3) in diezelfde brieven de crediteuren op juridische foutieve gronden met betrekking tot de vermeende verjaring van hun vordering onder druk zette en misleidde , dit alles ten gunste van een akkoord in het belang van de Stichting. Eveneens gegrond is de dekenklacht voor zover verweerster wordt verweten niet op eerste verzoek te hebben meegewerkt aan het ter beschikking stellen van alle opgevraagde stukken aan de later wegens nagekomen bate aangestelde vereffenaar op de voet van art. 2:23C lid 4 BW. Maatregel van vier weken voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/613232 / DW RK 16/851

    De klacht betreft het volgens klager ten onrechte gebruik maken van de BRP gegevens in de pre-justitiële fase. Op een adresverificatie door een gerechtsdeurwaarder is de “Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens” van toepassing. De Gedragscode beoogt onnodige raadpleging van het BRP te voorkomen. Het doel van de Gedragscode is niet de schuldeiser en schuldenaar te beperken in het uitvoeren van een volwaardig minnelijk incassotraject. In de onderhavige zaak werd de gerechtsdeurwaarder 2 maal met een adreswijziging van klager geconfronteerd. Dat deed veronderstellen dat eerdere aanmaningen klager niet hadden bereikt. Dat de gerechtsdeurwaarder verschillende keren een adresverificatie heeft genomen acht de kamer onder deze omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/621670 / DW RK 17/12

    Klacht over het innen van alimentatie. Bij de inning daarvan is de gerechtsdeurwaarder aangewezen op de opgave van zijn opdrachtgever van de hoogte van het verschuldigde bedrag. Het kenmerk van een alimentatiebeschikking is dat daarin in het algemeen alleen de verschuldigdheid van toekomstige verplichtingen wordt vastgelegd. Of en in hoeverre die verplichtingen, in dit geval door klager, zijn nagekomen, is niet door een rechterlijke uitspraak bepaald, maar blijkt uit de opgave van degene die recht heeft op de alimentatie. De gerechtsdeurwaarder heeft de bezwaren van klager serieus genomen, besproken met zijn opdrachtgever en om uitleg verzocht. De klacht wordt ongegrond verklaard. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.336

    Klacht tegen een neuroloog. Klager is door zijn huisarts verwezen naar de neuroloog, werkzaam bij een ziekenhuis, voor een beoordeling van zijn hoofdpijnklachten bij jarenlang gebruik van psychofarmaca en anti-epileptica. Klager is door de neuroloog gezien op de polikliniek. De neuroloog heeft klager doorverwezen naar de polikliniek neurologie van een universitair medisch centrum (UMC) waar klager vier maanden later op de polikliniek eenmalig is gezien door een neuroloog in opleiding. Klager verwijt de neuroloog in de onderhavige zaak dat hij voor wat betreft onderzoek en diagnose, voorschrijven van medicatie, beroepsgeheim en aantekeningen in het medisch dossier niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot onder dezelfde omstandigheden mag worden verwacht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:83 Raad van Discipline Amsterdam 18-210/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:91 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-399/DH/NH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/635737 / DW RK 17/944

    De klacht betreft een bewaringstekort dat niet onverwijld is gemeld, het niet voldoen aan de bestuursregel liquiditeit en het handelen in strijd met het bepaalde in artikel 27 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Alle klachtonderdelen worden gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder is de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van twee maanden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/624346 / DW RK 17/191

    Klacht over betekende exploten, betalingsvoorstel en specificatie. Overweging ten aanzien van de betekening van de aanzegging van de rechtsovergang. Klacht op één onderdeel gegrond. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:118 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.337

    Klacht tegen een huisarts. Klager is door de huisarts verwezen naar een neuroloog, werkzaam bij een algemeen ziekenhuis, voor een beoordeling van zijn hoofdpijnklachten bij jarenlang gebruik van psychofarmaca en anti-epileptica. Klager is door een neuroloog gezien op de polikliniek. Deze neuroloog heeft klager doorverwezen naar de polikliniek neurologie van een universitair medisch centrum (UMC) waar klager vier maanden later op de polikliniek eenmalig is gezien door een neuroloog in opleiding. Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zonder zijn toestemming (onjuiste) medische informatie heeft gedeeld met collega’s en zodoende zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager. Het Centraal Tuchtcollege overweegt ten aanzien van het meesturen van medische informatie van klager nog dat de huisarts door af te wegen welke informatie relevant en noodzakelijk was voor de verwijzing zorgvuldig heeft gehandeld en dat hij ook om die reden zijn beroepsgeheim niet heeft geschonden .