Zoekresultaten 18711-18720 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:139 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170028

    Klager heeft een verzetschrift ingediend ten aanzien van de  beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klager tegen verweerder deels tardief, deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De raad heeft het verzet van klager ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft klager een beroepschrift ingediend. Klager heeft evenwel niet aangevoerd dat een fundamenteel rechtsbeginsel zou zijn geschonden, waardoor het rechtsmiddelenverbod zou moeten worden doorbroken. Het beroep van klager is daarom door het hof verworpen. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 290/2016

      Klacht tegen chirurg. Niet is gebleken dat verweerder met uitsluiting van andere behandelopties enkel een LIS-operatie bij klager wilde uitvoeren, zonder dat klager was onderzocht en er een diagnose was gesteld. De verwijten aan verweerder missen dan ook feitelijke grondslag. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:152 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170039

    Hoger beroep klager(klachtonderdelen a, b, c, d, f en g): Privégedragingen van een advocaat kunnen alleen dan van tuchtrechtelijk belang geoordeeld worden wanneer er hetzij voldoende aanknopingspunten zijn met de praktijkuitoefening hetzij de gedraging voor een advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht. De raad heeft naar het oordeel van het hof terecht geoordeeld dat de verweten gedragingen zich hebben afgespeeld tegen de achtergrond van de tussen klager en zijn ex-echtgenote (vrouw) bestaande onmin als ex-partners en dat verweerder zich daarin gemengd heeft als huidige partner van de vrouw. De grieven van klager slagen dan ook niet. Hoger beroep verweerder: Het hof merkt op dat het uitgangspunt is dat de advocaat, zoals in gedragsregel 2 tot uitdrukking is gebracht, dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep in gevaar zouden kunnen komen. In de toelichting op gedragsregel 2 is onder meer gesteld dat een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties de gewenste onafhankelijkheid in gevaar kan brengen en kan maken dat de advocaat mede tot partij wordt.Dit uitgangspunt verdraagt zich in beginsel niet met het optreden als advocaat in een problematische familiezaak van de levenspartner van die advocaat tegen de ex-echtgenoot van zijn levenspartner. Het in deze klachtprocedure aan de orde zijnde optreden van verweerder in de zaak van zijn levenspartner tegen haar ex-echtgenoot heeft zich gekenmerkt door een volstrekt gebrek aan distantie en professionaliteit hetgeen zich heeft geuit in een serie gegronde klachten van de ex-echtgenoot tegen verweerder.Het hof acht het optreden van verweerder ernstig verwijtbaar. Hetgeen door verweerder bij wijze van verklaring voor zijn handelen is gesteld aangaande het gedrag van klager zelf kan, hoezeer ook begrijpelijk is dat verweerder daardoor werd geprikkeld, geen excuus zijn voor dat handelen. Integendeel, het gedrag van klager in de kennelijk zeer problematische verhoudingen met de vrouw, had voor verweerder extra reden moeten zijn zich juist niet als advocaat daarin te mengen, hetgeen verweerder verwijtbaar wel heeft gedaan. Het hof is van oordeel dat de door de raad opgelegde maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk gedurende vier maanden een passende maatregel is. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad, met uitzondering van de gegrondbevinding van klachtonderdeel e voorzover is beslist dat verweerder de advocaat van klager voortdurend bedreigt met klachten. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:146 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170066

    Advocaat verzoekt om herziening van de beslissing van het hof waarin de klacht deels gegrond is verklaard en aan hem een schorsing voor de duur van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, is opgelegd. Tegen beslissing van het hof is in de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel opengesteld. Herziening kan uitsluitend aan de orde zijn indien bij de behandeling van het hoger beroep geen sprake is geweest van een eerlijk proces doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Het hof oordeelt dat daarvan geen sprake is geweest. Onjuiste opvatting van advocaat dat uit de uitspraak expliciet moet blijken dat de maatregel met eenparigheid van stemmen is verhoogd. Evenmin is sprake van schending van het legaliteitsbeginsel omdat de maatregel is opgelegd voor feiten uit 2007 terwijl daarvoor is verwezen naar opgelegde maatregelen voor feiten die zich nadien hebben voorgedaan. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:140 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170022

    Nu er naar het oordeel van het hof geen sprake is geweest van een schending van fundamentele rechtsbeginselen, gaan de door klager aangevoerde doorbrekings-gronden niet op, zodat het appelverbod in stand blijft en het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:153 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170117

    Hoger beroep tegen toewijzing schorsing ex art. 60ab Advocatenwet. De deken heeft verzocht om schorsing omdat verweerster haar praktijk onbevoegd uitoefent nu zij niet beschikt over een stageverklaring. Het hof laat de schorsing in stand. Verweerster oefent de parktijk onbevoegd uit  Het enkele tijdverloop - de stage is in november 2015 geëindigd - rechtvaardigt niet een praktijkoefening zonder stageverklaring. Er bestaat een ernstig vermoeden dat de door artikel 46 Advocatenwet beschermde belangen ernstig zullen worden geschaad als verweerster wordt toegelaten tot de praktijkuitoefening. Het hof acht de opgelegde schorsing gerechtvaardigd en proportioneel. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:147 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170067

    Klacht tegen eigen advocaat. Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep omdat het te laat is ingesteld. Het hoger beroep van verweerster faalt. Verweerster heeft een verweerschrift ingediend, terwijl klager die in het buitenland verbleef uitdrukkeklijk had verzocht om aanhouding daarvan. Verweerster heeft de rechtbank niet verzocht om aanhouding en evenmin met klager hierover overleg gevoerd. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:141 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170029

    Het hof is van oordeel dat verweerster in dit geval in voldoende mate aan haar verplichting tot het schriftelijk informeren van partijen omtrent de inhoud van het convenant heeft voldaan. Voorts is niet is gebleken dat het convenant op het punt van de partneralimentatie en de erfenis van de voormalige schoonvader van klager niet overeen kwam met de bedoeling van partijen op dat moment. De klacht is naar het oordeel van het hof in beide onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 008/2017

     

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 212/2016

      Klacht over een mede door verweerster (psychiater) uitgebrachte Pro Justitia rapportage. Kennelijk ongegrond.