Zoekresultaten 3881-3890 van de 42894 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4769

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De huisarts heeft terecht geweigerd om medicinale cannabis voor te schrijven. Dat de huisarts klager niet serieus heeft genomen en heeft gediscrimineerd is niet aannemelijk geworden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1284 Herstelbeslissing

    Klacht van arts tegen anesthesioloog.De anesthesioloog is door de rechtbank tot deskundige benoemd in een strafzaak tegen een huisarts die wordt vervolgd voor de moord op zijn schoonmoeder en heeft in die strafzaak als deskundige een verklaring afgelegd. Over die strafzaak is in de krant een artikel verschenen met het bericht dat de anesthesioloog op de zitting had verklaard dat de palliatieve sedatie van de schoonmoeder terecht was omdat de schoonmoeder stervende was en dat er sprake was van een natuurlijke dood. Klaagster is arts en docent geneeskunde. Klaagster heeft kennisgenomen van dit krantenartikel en heeft naar aanleiding daarvan een tuchtklacht tegen de anesthesioloog ingediend. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat hij in de rechtbank een onzorgvuldige verklaring heeft afgelegd. Klaagster vindt dat zij rechtsreeks belanghebbende is bij de door haar ingediende klacht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster bij voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk verklaard vanwege onvoldoende rechtstreeks belang van klaagster. Het Centraal Tuchtcollege deelt dat oordeel en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2021/3751

    Een psychotherapeut is een seksuele relatie aangegaan met klaagster, die zij op dat moment behandelde in haar eigen praktijk. Klaagster dient daar een klacht over in. Zij verwijt de psychotherapeut verder dat zij het seksueel grensoverschrijdende gedrag ook na de behandelperiode heeft laten voortduren en vertrouwelijke informatie over andere patiënten met haar heeft gedeeld. De klacht is gegrond. De psychotherapeut had geen seksuele relatie mogen aangaan met een aan haar zorg toevertrouwde patiënte. Ook had zij geen informatie over in elk geval één andere patiënt met klaagster mogen delen. De psychotherapeut heeft hiermee niet professioneel gehandeld en haar beroepsnormen ernstig geschonden. Doorhaling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:5 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-437/AL/MN

    De raad heeft een mondelinge uitspraak tijdens de zitting gedaan en deze beslissing vastgelegd in een proces-verbaal. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2023/5230

    Een gz-psycholoog is een seksuele relatie aangegaan met klaagster, die zij op dat moment behandelde in haar eigen praktijk. Klaagster dient daar een klacht over. Zij verwijt de gz-psycholoog verder dat zij het seksueel grensoverschrijdende gedrag ook na de behandelperiode heeft laten voortduren en vertrouwelijke informatie over andere patiënten met haar heeft gedeeld. De klacht is gegrond. De gz-psycholoog had geen seksuele relatie mogen aangaan met een aan haar zorg toevertrouwde patiënte. Ook had zij geen informatie over in elk geval één andere patiënt met klaagster mogen delen. De gz-psycholoog heeft hiermee niet professioneel gehandeld en haar beroepsnormen ernstig geschonden. Doorhaling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:6 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-087/AL/OV

    Klagers zijn met een specifieke boek 2 BW zaak bij verweerder gekomen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de kernwaarde deskundigheid geschonden. Bij het aannemen van de zaak kon verweerder met zijn basiskennis van boek 2 BW niet overzien of hij de vereiste kwaliteit van de werkzaamheden kon leveren. Doordat hij niet meteen zelf qua kennis over die specifieke materie boven de zaak stond, is verweerder onvoldoende in staat gebleken om de juiste strategie te bepalen èn als ‘dominus litis’ klagers van de door hem gekozen strategie blijvend te overtuigen. Mogelijk is daardoor ook onvrede bij klagers ontstaan wat weer tot een verslechtering van hun onderlinge communicatie heeft geleid en uiteindelijk heeft geleid tot de onttrekking door verweerder. Na de ontstane vertrouwensbreuk met klagers mocht verweerder zich onttrekken en dat heeft hij zorgvuldig gedaan. Gezien de omstandigheid dat klager in zijn communicatie verweerder steeds beledigender en dwingender heeft bejegend, in samenhang met het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder, volstaat de raad, ondanks de schending van de kernwaarde deskundigheid, met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:7 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-230/AL/OV

    Verweerder heeft aanvankelijk als gerechtsdeurwaarder, daarna als zelfstandig incassojurist en vervolgens als advocaat voor klager gelden geïnd bij de veroordeelde wederpartij. Verweerder heeft als advocaat niet voldaan aan zijn informatieplicht richting klager. Uit de stukken is niet gebleken dat verweerder vanaf dat moment de voor klager voortgezette incassowerkzaamheden en daarover gemaakte afspraken aan klager heeft bevestigd. Verweerder had dat moeten doen en mocht er niet vanuit gaan dat de oude afspraken (als deurwaarder) met klager stilzwijgend waren verlengd. Daarin stonden een provisieregeling van 10% en een boetebeding bij voortijdige opzegging, wat voor advocaten in principe niet is toegestaan. Juist ook de vele vragen van klager in aanloop naar de beëdiging als advocaat, hadden voor verweerder extra aanleiding moeten zijn om alles duidelijk vast te leggen. Verweerder heeft dat niet schriftelijk gedaan, hetgeen voor zijn risico blijft. De raad is verder van oordeel dat verweerder, vanaf het moment dat hij advocaat is geworden, financieel niet zorgvuldig jegens klager heeft gehandeld door onvoldoende duidelijk met klager te communiceren over de financiële afwikkeling van zijn werkzaamheden. Dat hij dit niet integer heeft gedaan, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4694

    Klacht tegen een psychiater. Klager is opgenomen in een GGZ-instelling. Hij mocht in 2019 met ontslag onder voorwaarde dat hij Zypadhera (een antipsychoticum) zou gebruiken. Hij is daar een keer zo ziek van geworden dat hij werd opgenomen op de IC van het ziekenhuis. Klager verwijt de psychiater die deze medicatie voorgeschreven heeft dat dit is voorgevallen. Het college acht het niet verwijtbaar dat deze medicatie aan klager is voorgeschreven. Wat bij klager is gebeurd, is dat er een zeldzame complicatie is opgetreden die verband houdt met het gebruik van de medicatie. Dat dit is gebeurd, kan de psychiater niet tuchtrechtelijk worden verweten. De klacht is kennelijk ongegrond.   

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-988/DB/OB

    Advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Verweerster heeft hoor en wederhoor toegepast en vervolgens haar bevindingen weergegeven. Verweerster is in haar brief van 15 juni 2021 uitvoerig ingegaan op de klacht van klager, op al hetgeen door klager tijdens het gesprek met verweerster ter toelichting op de klacht naar voren is gebracht en op het verweer van mr X. Advocaat heeft vertrouwen in de advocatuur niet geschaad.Hoewel het, zoals de advocaat in haar verweer ook stelt, wellicht verstandiger was geweest om klager ook naar de vFas door te verwijzen, was de keuze van de advocaat om klager enkel naar de deken te verwijzen, gelet op de omstandigheden van de zaak, niet onbegrijpelijk. Het stond klager bovendien vrij om zich ook tot de vFas te wenden, wat hij ook heeft gedaan. Klager is door het handelen van verweerster niet in zijn belangen geschaad.Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk kennelijk van onvoldoende gewicht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-678/DH/DH

    Verzet ongegrond.