Zoekresultaten 2501-2510 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:116 Raad van Discipline Amsterdam 23-306/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Een beroep op de uitzonderings- ofwel verlengingsgrond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet slaagt niet. Op grond van dit artikel blijft na afloop van de vervaltermijn van drie jaar een niet-ontvankelijkverklaring achterwege indien de klacht is ingediend uiterlijk één jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend zijn aan te merken. Uitgaande van de stelling van klagers dat zij pas op 15 oktober 2020 bekend zijn geworden met de gevolgen van verweerders advies, hadden klagers uiterlijk één jaar later - derhalve uiterlijk op 15 oktober 2021 - hun klacht over verweerder moeten indienen. Dus ook in dat geval is de klacht van 6 januari 2023 derhalve te laat ingediend. Overigens acht de voorzitter de stelling van klagers ook inhoudelijk niet aannemelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-444/AL/GLD

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:117 Raad van Discipline Amsterdam 23-309/A/A 23-310/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in de rol van onafhankelijk adviseur. Ten aanzien van klaagster worden de beide klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, gelet op het ontbreken van een rechtstreeks belang voor klaagster. Ten aanzien van klager worden de beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond verklaard nu geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerders. Verweerders mochten er vanuit gaan dat klager het ermee eens was dat de second opinion zowel aan klager als ook aan zijn rechtsbijstandverzekeraar zou worden verstrekt en dit was, gelet op de rol van verweerders in de procedure ook een logische en juiste gang van zaken.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4034

    Klacht tegen verzekeringsarts gegrond en berisping. Het rapport niet voldoet aan de eis van inzichtelijkheid en consistentie van de gronden waarop de conclusie steunt. Onbegrijpelijk is dat de verzekeringsarts haar conclusie alleen heeft doen steunen op het feit dat geen van de specialisten een zodanige afwijking heeft kunnen vaststellen dat tot het aannemen van arbeidsbeperkingen zou moeten worden geconcludeerd. Wellicht kunnen deze aandoeningen niet ieder voor zich de arbeidsbeperkingen verklaren, maar tezamen geven zij wel een inzichtelijk, plausibel en consistent beeld waarbij, op grond van het MAOC, in redelijke mate beperkingen voor arbeid kunnen worden aangenomen. Het college meent dat de verzekeringsarts, bij het interpreteren van de onderzoeksbevindingen en de verdere informatie die haar ter beschikking stond, selectief te werk is gegaan. Zij had niet alleen de factoren moeten meewegen die tegen het aannemen van arbeidsbeperkingen pleiten, maar ook de factoren die daarvóór pleiten. Zij noemt die wel in het rapport, maar zij maakt niet inzichtelijk of en hoe zij deze factoren heeft gewogen en de uitkomst van die weging in de conclusie heeft laten doorwerken. Bij het opleggen van de maatregel is van belang dat het op de juiste wijze wegen van alle voorhanden zijnde informatie tot de kern van het vak van verzekeringsgeneeskundige behoort. Bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zal gewaakt moet worden voor eenzijdige en voorbarige oordeelsvorming, omdat deze voor de cliënt verregaande negatieve consequenties kan hebben.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-439/AL/MN

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5086

    Klacht tegen tandarts deels gegrond. De klacht gaat over het plaatsen van twee implantaten in de tandeloze onderkaak ten behoeve van een klikgebit. Klaagster verwijt de tandarts onder meer dat hij haar niet heeft voorgelicht en dat hij onzorgvuldig en intimiderend heeft gehandeld. De klacht is gegrond wat betreft de voorlichting/informed consent voorafgaand aan de behandeling. Voor het overige is de klacht ongegrond. Aan de tandarts wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-227/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5031

    De klacht gaat over de vraag of beklaagde als huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden door te laat te komen op een afspraak en de wijze waarop zij heeft gecommuniceerd met de familie. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond omdat de feiten waar de klachtonderdelen op zijn gebaseerd niet konden worden vastgesteld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:113 Raad van Discipline Amsterdam 23-298/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft met het doen van haar uitlatingen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en van een schending van gedragsregel 8, dan wel van artikel 10/10a van de Advocatenwet is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:114 Raad van Discipline Amsterdam 23-300/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat.