Zoekresultaten 14231-14240 van de 45167 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:227 Raad van Discipline Amsterdam 19-612/A/A

    Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij op de zitting de door de kantonrechter geboden schikkingsmogelijkheid heeft afgewezen zonder (voorafgaand) overleg met klaagster. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/662218 DW/RK 19/86

    Verzet te laat ingediend en daarom niet ontvankelijk. Geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat termijnoverschrijding verschoonbaar is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:228 Raad van Discipline Amsterdam 19-329/A/RO

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:204 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 661836 DW/RK 17/72

    Beslissing op verzet. Voorzitter heeft juiste maatstaf toegepast. Er is slechts een vonnis betekend, er zijn geen executiemaatregelen genomen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:229 Raad van Discipline Amsterdam 19-330/A/RO

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:205 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659094 DW/RK 18/639

    Beslissing op verzet. Verzet gegrond. De klacht was terecht voorgesteld. In de bestreden beslissing is ten onrechte overwogen dat klager niet in zijn belang was geschaad en daarom de klacht ongegrond was. Dit is een onjuist criterium. De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd terwijl aan klager was toegezegd dat hij bericht zou krijgen op een door hem ingediende interne klacht. In het verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder erkend dat het beslag toen niet gelegd had mogen worden. De klacht was terecht voorgesteld en had op deze gronden gegrond verklaard moeten worden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:230 Raad van Discipline Amsterdam 19-530/A/DH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:150 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190222

    Voorzittersbeslissing. Klager is op 8 augustus 2019 per e-mail (met bijlagen) in hoger beroep gekomen tegen de beslissing van de Raad van Discipline van 13 mei 2019. Nu het hoger beroepschrift van klager door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn van 30 dagen, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk als bedoeld in artikel 56a, lid 1 van de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:195 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190061

    Dekenappel en beroep inzake klacht over advocaat wederpartij. Klaagster stelt dat verweerder na een behandeling in kort geding onvoldoende professionele afstand heeft bewaard. De raad heeft op basis van een viertal verklaringen van klaagster, haar advocaat, verweerder en diens cliënt de klacht gegrond verklaard. De deken heeft tegen dit oordeel beroep ingesteld omdat op basis van de verklaringen de feiten niet kunnen worden vastgesteld. Het hof volgt de deken in zijn appel. Bij gebrek aan feitelijke grondslag kan de klacht niet worden beoordeeld. Klacht ongegrond. Vernietiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:201 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190056

    Het hof heeft onder het kopje ‘geding in eerste aanleg’ en het kopje ‘beslissing’ een onjuist zaaknummer (18-124/DH/RO-a) opgenomen ten aanzien van de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 28 januari 2019. Dit is een kennelijke verschrijving. De beslissing die het hof bekrachtigt heeft het zaaknummer 18-124/DH/RO-b.