Zoekresultaten 31-40 van de 20891 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-888/DH/DH

    Verzetbeslissing. Verzet gedeeltelijk gegrond, klacht ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het dossier niet aan klager te retourneren. Verweerder heeft betwist dat hij in deze zaak voor klager heeft opgetreden en uit de overgelegde stukken ook niet worden afgeleid dat klager en verweerder na de e-mail met daarin een kostenvoorstel tot overeenstemming zijn gekomen over de behandeling van de zaak door verweerder. Van inhoudelijke werkzaamheden van verweerder voor klager in de zaak is ook niet gebleken. Er was dan ook geen reden voor verweerder om het dossier in zaak aan klager terug te geven.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-602/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Klager heeft zijn klacht onvoldoende onderbouwd. Van onjuistheden of grievende uitlatingen is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-108/DH/DH

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een procedure over voornaamswijziging. Klacht in alle onderdelen ongegrond. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster. Hoewel zij beter had moeten communiceren over het feit dat zij op vakantie ging, is een dergelijke slordigheid niet direct tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 240097

    Klacht in een zaak die gaat over een uit de hand gelopen (familie)ruzie tussen moeder en haar minderjarige dochter. Anders dan de raad komt het hof tot de slotsom dat de beklaagde advocaat zich niet onbetamelijk heeft gedragen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-162/DH/RO

    Beslissing na ambtshalve voortzetting. Intrekking van de klacht door de deken niet meer mogelijk. Verweerder heeft een aan hem opgelegde proceskostenveroordeling door zijn cliënte, de ex-partner van de klager, laten betalen. Verweerder is weggelopen voor zijn verantwoordelijkheid en heeft zo bijgedragen aan verdere escalatie van het conflict tussen de klager en verweerders cliënt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:253 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-608/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Omdat de inhoud van de klacht onvoldoende duidelijk is - wat ook betekent dat het voor verweerster lastig is om tegen de klacht verweer te voeren - is het niet mogelijk om een inhoudelijk oordeel over de klacht te geven. Dat betekent dat de voorzitter de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaart.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:259 Hof van Discipline 's Gravenhage 240187

    Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen. Het hof volgt de conclusie van de deken en verklaart het beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:254 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich erover beklaagd dat verweerder tijdens een zitting bij de raad in een eerdere klachtzaak (opnieuw) niet naar waarheid heeft verklaard. Het door verweerder genoemde ne bis in idem-beginsel is niet van toepassing omdat in die andere klachtzaak nog geen onherroepelijke beslissing is gedaan. Dat verweerder tijdens de eerdere zitting bij de raad in strijd met de waarheid heeft verklaard kan de voorzitter op basis van de stukken en gelet op de betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-262/AL/MN

    Verweerder heeft niet op eerste verzoek van klaagster het volledige dossier aan haar, dan wel aan haar nieuwe belangenbehartiger, afgegeven. Dat klaagster volgens verweerder zelf al over het dossier beschikte, doet aan die verplichting tot afgifte niet af. De raad volgt verweerder verder niet in zijn standpunt dat de opvolgend belangenbehartiger impliciet heeft ingestemd met het voorstel van verweerder om af te wachten of Nationale Nederland tot betaling van zijn kosten zou overgaan om pas daarna de overdracht van het dossier te bespreken. Van verweerder had, overeenkomstig de strekking van gedragsregel 28 tussen advocaten onderling, ook in dit geval verwacht mogen worden dat hij actief contact met die gemachtigde had gezocht voor nader overleg over de financiële afwikkeling en het moment van afgifte van het dossier. Dat heeft verweerder naar zijn zeggen niet gedaan maar het dossier zes maanden na het eerste verzoek aan de gemachtigde van klaagster gestuurd. Daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar richting klaagster gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:168 Raad van Discipline Amsterdam 24-622/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over een advocatenkantoor. In lijn met de beslissing van de Raad van Discipline Amsterdam van 30 januari 2023, ECLI:NL:TADRAMS:2023:24 oordeelt de voorzitter dat het starten van een incassoprocedure vanwege het onbetaald laten van declaraties betrekking heeft op de organisatie van verweerster. Gelet hierop is de klacht ontvankelijk. De klacht is inhoudelijk kennelijk ongegrond. Het stond verweerster vrij om in rechte voldoening te vorderen van openstaande declaraties. Daarmee handelt verweerster niet in strijd met het tuchtrecht.