Zoekresultaten 19551-19560 van de 44846 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:247 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170259
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 04-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:247
Art. 13-beklag Naar het oordeel van het hof hebben de procedures die klager wenst aan te vangen geen redelijke kans van slagen. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:260 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170149
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 10-11-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:260
De omstandigheden dat klagers een (indirect) belang hadden bij de totstandkoming van de door verweerder opgestelde contracten, dat R en klagers samenvallende belangen en doelstellingen hadden bij de totstandkoming van de overeenkomsten (namelijk de redding van het bedrijf), dat R en klager sub b amicaal met elkaar omgingen en dat klager sub b zich door verweerder vertegenwoordigd voelde, zijn, ook in samenhang beschouwd, onvoldoende voor het aannemen van een cliënt/opdrachtgever-relatie. Dat geldt ook voor het feit dat klager het door zijn investering in R B.V. mogelijk had gemaakt dat verweerder door R B.V. werd betaald. De enkele omstandigheid dat verweerder in 2014 contracten tussen klagers heeft opgesteld - contracten zonder bijzondere inhoud en qua inhoud voortvloeiende uit de contracten uit 2013 - acht het hof in het onderhavige geval onvoldoende om daaruit de gevolgtrekking te maken dat in de procedure tussen R en klager sub a sprake is van een ongeoorloofde belangenverstrengeling. Volgt bekrachtiging van de uitspraak van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-363/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 18-12-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:253
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:266 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-438/DH/RO
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 18-12-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:266
Klacht tegen voormalig deken. Verweerder heeft erkend dat hij - bij wijze van kwinkslag - tegen klager heeft gezegd dat klager zijn geld beter op de kermis zou kunnen besteden dan aan het griffierecht. Hoewel de raad dit een ietwat onhandige opmerking vindt, is de opmerking niet van dien aard dat verweerder daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Ook overigens is de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:254 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170291
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:254
Art- 5-beklag Het hof heeft nadere inlichtingen nodig alvorens te kunnen beslissen op het klaagschrift van klager. Volgt aanhouding van de verdere behandeling, zodat klager de door het hof verzochte gegevens kan verstrekken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:248 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170260
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 04-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:248
Art. 13-beklag De deken heeft met juistheid overwogen dat voor twee van de drie procedures geen rechtsbijstand door een advocaat is voorgeschreven en dat een procedure tegen de rechtbank in verband met de beslissing van de kantonrechter van 30 augustus 1996 kansloos moet worden geacht. Voorts overwoog de deken met juistheid dat een procedure tegen D niet bij de rechtbank Noord-Holland kan worden gevoerd, zodat de deken Noord-Holland niet bevoegd is daarvoor een advocaat aan te wijzen. Het hof is van oordeel dat dit gegronde redenen zijn om de verzoeken van klager af te wijzen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:261 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170198
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 27-11-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:261
Klachtonderdeel a ziet op het aan verweerder sub 1 gemaakte verwijt dat hij ondanks veelvuldige verzoeken geweigerd heeft gespecificeerde urenverantwoording(en) van zijn werkzaamheden te verschaffen. In hoger beroep brengt verweerder sub 1 alsnog de nodige stukken in het geding maar deze stukken kunnen het hof onvoldoende overtuigen dat door hem een adequaat gespecificeerde urenverantwoording van zijn werkzaamheden is gegeven. Zo vermelden de overgelegde facturen geen uurtarief. Slechts één factuur is voorzien van een urenspecificatie. De nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden zijn door verweerder sub 1 onvoldoende in acht genomen, zodat klager hierover terecht heeft geklaagd. Klachtonderdeel n ziet op het verweerder sub 3 gemaakte verwijt dat hij ten onrechte er niet voor heeft gezorgd dat klager in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtshulp. Vaststaat dat klager in ieder geval per mail van 15 oktober 2012 (dat was het moment dat klager verweerder sub 3 opdracht heeft gegeven conservatoir beslag te leggen) de mogelijkheid om voor een toevoeging in aanmerking te komen bij verweerder sub 3 onder de aandacht heeft gebracht. Het had op de weg van verweerder sub 3 gelegen om toen te onderzoeken wat de situatie van klager op dat moment was, wat hij heeft nagelaten. Daarbij was het feit dat enige maanden daarvoor een toevoeging is ingetrokken op grond van een resultaatsbeoordeling voortvloeiende uit eerder verleende rechtsbijstand een onvoldoende relevant gegeven om af te zien van onderzoek naar de mogelijkheid om op toevoegingsbasis rechtsbijstand te verlenen. Het had op de weg van verweerder sub 3 gelegen om naar aanleiding van het verzoek van klager hierover duidelijkheid te verkrijgen en had niet kunnen volstaan met wachten en pas later - ter zitting heeft verweerder sub 3 verklaard dat dit eerst op 20 maart 2013 is gebeurd - een toevoeging voor klager aan te vragen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-320/DH/DH
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 18-12-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:254
verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:255 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170231
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:255
Bekrachtiging van de uitspraak van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:249 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170214
- Datum publicatie: 18-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:249
De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Het hof voegt daaraan nog toe dat klager duidelijk een andere visie heeft op de situatie van zijn broer dan verweerder, die als advocaat van de broer overeenkomstig zijn taak als advocaat, het standpunt van de broer verwoordt. Het is voorstelbaar dat dat voor klager onaangenaam kan zijn, maar dat brengt niet mee dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De beslissing van de raad wordt derhalve bekrachtigd.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1955
- Pagina: 1956
- Pagina: 1957
- ...
- Pagina: 4485
- Volgende pagina zoekresultaten