Zoekresultaten 42021-42030 van de 45141 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1086 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 56- 2010

    Het verbod van gedragsregel 7 lid 4 vindt geen analoge toepassing ingeval van optreden van een advocaat die de verdediging voert voor een bestaande cliënt, wanneer die verdediging met zich mee zou brengen dat een voormalig cliënt als kroongetuige aan een scherp kruisverhoor zou worden onderworpen en in die zin sprake zou zijn van tegenstrijdigheid van belangen. Een advocaat dient grote terughoudendheid te betrachten bij het doen van publieke uitlatingen aan het adres van een oud cliënt van zijn kantoor. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij er nauwlettend op toeziet dat een interne notitie, die uiterst vertrouwelijke informatie bevat, niet naar buiten wordt gebracht. Door dit na te laten schendt hij niet alleen het vertrouwen van die cliënt maar verzaakt hij ook zijn geheimhoudingsplicht. Een termijn van 5 maanden voor de overdracht van een dossier is niet betamelijk. Klacht (deels) gegrond Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0611 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/374T

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0618 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178d

    Klager verwijt de neuroloog onder meer dat zonder de toestemming van klager is besloten tot overplaatsing van zijn meerderjarige kind naar een ander ziekenhuis. De neuroloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1093 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H29-2010

    Feiten waarop de klacht is gebaseerd zijn niet komen vast te staan. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1101 Raad van Discipline Amsterdam 10-067U

    Klacht tegen verweerder betrekking hebbend op de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag is niet gebleken. De raad acht het aannemelijk dat met het oog op de spoed die het kort geding met zich bracht in plaats van de gebruikelijke voorschotnota in overleg met klaagster is besloten in plaats daarvan de pandakte te ondertekenen. Niet is komen vast te staan dat zulks onder druk is geschied. Het zonder medeweten van klaagster (i) aanvragen van een toevoeging, terwijl afstand van gefinancierde rechtsbijstand is overeengekomen; en (ii) het intrekken van die toevoeging op goede gronden, is verweerder tuchtrechtelijk niet te verwijten. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1087 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 264-2010

    Niet gebleken dat verweerder heeft aangedrongen op betaling met ‘zwart’ geld. Bovendien is slechts sprake van betaling in ‘zwart geld’ indien de ontvanger daarover geen belastingen en/of premis afdraagt. Ook hiervan is niet gebleken. klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0707 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178e

    Klager verwijt de neuroloog dat zonder de toestemming van klager is besloten om bij complicaties van patiënte niet meer te reanimeren en de afdeling IC er niet meer bij te betrekken. De neuroloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn overige klachtonderdelen voor zover die na sluiting van het vooronderzoek is geformuleerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0612 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/344T

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1094 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H62-2010

    Een advocaat behoort zijn cliënt op de hoogte te stellen van wetswijzigingen. Dit geldt, gelet op de aandacht die een advocaat voor de gefinancierde rechtshulp dient te hebben, zeker als het gaat om een wetswijziging die gevolgen kan hebben voor de mogelijkheid tot het verkrijgen van een toevoeging. klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1102 Raad van Discipline Amsterdam 10-062U

    Verzetzaak waarbij klager zich beklaagt over het optreden van de advocaat tegenpartij. Bij de beoordeling van klachten over het optreden van een advocaat van een tegenpartij behoort ervan te worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze, die hem - in overleg met zijn cliënten - passend voorkomt. Niet is komen vast te staan dat verweerder door het namens zijn cliënt nemen van executiemaatregelen de grenzen van voornoemde vrijheid heeft overschreden. De raad verklaart het verzet ongegrond.