Zoekresultaten 20681-20690 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:206 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.487

    De klacht is gericht tegen een psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut onzorgvuldig handelen, onzorgvuldige communicatie, onheuse bejegening, schending beroepsgeheim, beperkte beschik- en bereikbaarheid en onzorgvuldige klachtafhandeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en een berisping opgelegd. Zowel de psychotherapeut als klaagster komen in beroep. Principaal beroep psychotherapeut slaagt, incidenteel beroep klaagster wordt afgewezen. Klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 35.2016

    De gerechtsdeurwaarders hebbend de verzoeken van klager om aanpassing van de beslagvrije voet (en terugbetaling van teveel geïnde bedragen) niet binnen een redelijke termijn beantwoord. Klacht (gedeeltelijk) gegrond met de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 130.2016

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 137.2016

    Het bankbeslag is blijven liggen ondanks de overeenkomen betalingsregeling. Er is geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. Er is geen sprake van misbruik van recht of een onrechtmatig gelegd beslag. Daarvan is in dit geval geen sprake, althans klager heeft hiervan geen bewijs overgelegd. Onvoldoende is komen vast te staan dat klager geen overige vermogensbestanddelen heeft waarmee hij in zijn eerste levensbehoefte kan voorzien. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:91 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 6.2016

    Eindbeslissing na tussenbeslissing. In geschil is of de dagvaarding aan klager is betekend. Een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot is een authentieke akte die op grond van artikel 157 lid 1 Rv tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de gerechtsdeurwaarder daarin binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard, zulks behoudens (artikel 151 lid 2 Rv) tegenbewijs. Het exploot zou zijn afgegeven aan een persoon op het advocatenkantoor die er al jaren niet meer werkt. Indien, zoals in deze zaak het geval is, gegronde twijfel ontstaat over de vraag of de gerechtsdeurwaarder zijn exploot daadwerkelijk op het aangegeven adres heeft gelaten, dan mag verwacht en verlangd worden dat de gerechtsdeurwaarder zijn ambtshandeling met nadere informatie onderbouwt. De gerechtsdeurwaarder heeft echter aangegeven dat hij, voordat hij zijn exploot had uitgebracht, het origineel al had ondertekend en de verdere invulling daarvan aan een medewerker op kantoor had overgelaten. Wat er toen op het origineel is ingevuld, dus aan wie het afschrift is gelaten, kan de gerechtsdeurwaarder uit eigen wetenschap niet verklaren. Het afgeven van het origineel van het exploot door de deurwaarder aan zijn opdrachtgever, in welk exploot is vermeld dat daarvan afschrift is achtergelaten aan de in het exploot genoemde persoon, terwijl niet vaststaat dat dit afschrift aan deze persoon is afgegeven, is een ernstig tuchtrechtelijk vergrijp. In het rechtsverkeer moet er op kunnen worden vertrouwd dat hetgeen de gerechtsdeurwaarder binnen de kring van zijn bevoegdheid in het exploot verklaart, zonder twijfel juist is. Nu dit niet het geval is acht de Kamer termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder na te melden maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:207 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.507

    Klacht tegen psychiater. Verweerder is als freelance psychiater verbonden aan het Bureau Rijbewijs Keuringen (BRK). Klager heeft een aanvraag gedaan voor de ontheffing van de draagplicht van de autogordel om medische redenen. Klager is bekend met de stoornis van Asperger. Het Centraal Bureau Rijvaardigheden (CBR) heeft aan verweerder gevraagd onderzoek te doen naar klager. In oktober 2014 heeft verweerder tezamen met de keurend arts klager gezien en onderzocht in het kader van een aanvullende keuring ter beoordeling van de rijgeschiktheid. Op 4 december 2014 is het rapport opgesteld. Volgens klager heeft verweerder ten onrechte het onderzoek verlegd naar een onderzoek naar alcoholmisbruik en is hij daardoor zijn rijbewijs kwijtgeraakt. De klacht houdt in dat verweerder: 1. Een onzorgvuldig rapport heeft opgesteld; 2. Bij klager ten onrechte een alcoholonderzoek heeft uitgevoerd; 3. Geen mogelijkheid tot inzage-, correctie en blokkering heeft geboden. Het RTG Amsterdam heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1317.2016

    Eindbeslissing na tussenbeslissing. Bewaringstekort, klager is in de gelegenheid gesteld een herstelplan te overleggen. De Kamer is van oordeel dat het herstelplan veel te veel onduidelijkheden bevat en bovendien ter zitting op tal van onderdelen andere uitganspunten werden genoemd dan daarin zijn opgenomen. De gerechtsdeurwaarder is er verder niet in geslaagd aannemelijk te maken dat het bewaringstekort binnen afzienbare tijd zal worden aangezuiverd. Dit alles leidt ertoe dat de door klager ingediende klacht naar het oordeel van de Kamer gegrond dient te worden verklaard. De Kamer acht ontzetting van de gerechtsdeurwaarder uit het ambt in deze zaak de enige passende maatregel.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1217.2016

    De gerechtsdeurwaarder heeft de objectieve schijn van onpartijdigheid en/of onafhankelijkheid gewekt door te faciliteren in de door zijn collega gekochte vorderingen. De kamer acht dit voor een gerechtsdeurwaarder onwenselijk. De kamer acht de klacht gegrond en legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:201 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.010

    Klaagster, een zorgverzekeraar, verwijt de apotheker dat hij op drie manieren heeft gefraudeerd door onterecht kosten voor de gezondheidszorg in rekening te brengen. Het Centraal Tuchtcollege is, evenals het Regionaal Tuchtcollege, van oordeel dat de apotheker zich jegens klaagster stelselmatig schuldig heeft gemaakt aan zeer grootschalige declaratiefraude, waarbij hij geen ander oogmerk kan hebben gehad dan zichzelf financieel te verrijken. Dit handelen is zodanig in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg dat de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel van onmiddellijke doorhaling van de inschrijving van de apotheker in het BIG-register moet blijven gehandhaafd. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:92 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1173.2015

    Er bestond bij klaagster onduidelijkheid over het bedrag dat na het bankbeslag op de tussenrekening stond gereserveerd. De Kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder weliswaar reeds op 4 augustus 2015 aan de bank heeft doorgegeven dat de derdenverklaring inzake twee dossiers in goede orde was ontvangen en dat het gelegde beslag na uitbetaling van het getroffen saldo als opgeheven kon worden beschouwd, maar dat de gerechtsdeurwaarder gelet op het schrijven van klaagster in december 2015 alsmede het feit dat het gereserveerde bedrag nog niet was uitgekeerd, kon weten dat er iets niet in orde was. Het had, gelet op de zorgplicht van de gerechtsdeurwaarder, op zijn weg gelegen om eerder contact met de bank op te nemen om te kijken wat het probleem is en klaagster hierover te berichten.