Zoekresultaten 20371-20380 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:384 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.240

      Klager is als tandarts werkzaam in zijn eigen tandartspraktijk en de aangeklaagde verpleegkundige is als senior inspecteur werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspecteur heeft de praktijk twee maal onaangekondigd bezocht hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot sluiting van de praktijk voor een aantal weken. De tandarts verwijt verweerster dat zij: 1. patiëntengegevens in het bezit van klager onder mededeling van een dreigende sanctie heeft afgedwongen; 2. Voormelde patiëntengegevens zonder toestemming van patiënten heeft opgevraagd waardoor het beroepsgeheim van klager is geschonden; 3. Een patiënte van klager heeft misbruikt om haar eigen disproportioneel handelen te verbloemen. Verweerster heeft hierdoor klager en de praktijk en daarmee de zorg voor vele patiënten vernietigd. RTG Amsterdam verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht (in hoedanigheid van inspecteur, reeds getoetst door bestuursrechter). Klager is in hoger beroep gegaan. CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1614n

      Klaagster verwijt de radioloog onder meer dat hij de MRI foutief heeft beoordeeld en de afwijkingen die hij zag, heeft afgedaan als ‘artefact’ en dat hij geen overleg heeft gevoerd met collega’s en geen expertise heeft ingeroepen. Van de (neuro-)radioloog mocht verwacht worden dat hij de afwijking had herkend en beschreven en de overwegingen voor de oorzaak hiervan in de differentiaal diagnose had opgenomen. De verslaglegging was te beperkt en voldoet niet aan de normen van een radiologisch verslag. De radioloog geeft ook blijk van een te beperkte taakopvatting voor zijn verantwoordelijkheden en voor zijn bijdrage aan de aan zijn zorg toevertrouwde diagnostiek van patiënten. Deels gegrond. Waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1614a

      Klaagster verwijt de neuroloog onder meer dat zij pas ruim 2 weken na de opname zelf bij klaagster is komen kijken, bij een onduidelijk en niet gediagnosticeerd ziektebeeld. Gegrond. Overige 9 klachtonderdelen ongegrond. Verweerster heeft in het licht van de bijzondere omstandigheden (onbegrepen ziektebeeld met een uitgebreide differentiaal diagnose, kort volgend op ernstig ziektebeloop op IC en uitgebreide medische voorgeschiedenis) onvoldoende invulling gegeven aan haar taak als supervisor. Deels gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-149

      Gegronde klacht tegen een cardioloog over de implantatie van een pacemaker waardoor een repositie van de pacemaker moest plaatsvinden.  De arts heeft de na de plaatsing van de pacemaker optredende complicaties niet onderkend. Voorafgaand aan ontslag uit ziekenhuis pacemaker niet laten doormeten, ook niet toen klaagster zich daarna meldde met klachten van pijn op de borst en weer niet toen bij revisie van x-beelden was geconstateerd dat de tip van de boezemelectrode buiten de hartcontour leek te liggen. Niet is gebleken dat bij het plaatsen van de pacemaker fouten zijn gemaakt. Ook is niet gebleken dat de arts na een jaar het implanteren had hervat waardoor klaagster zich een proefkonijn voelde. Berisping.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:71 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/309332 / KL RK 16/116

      Met betrekking tot de weigering van de notaris om het gevraagde te verstrekken voert de notaris terecht het verweer dat de legitimatie cruciaal is. In dit geval gaat het om klager die aangeeft dat hij door [ A ] gemachtigd is om stukken op te vragen. In een dergelijke situatie, waarin [ A ] niet in persoon bij de notaris verschijnt, mag en kan de notaris alleen afschriften verstrekken op basis van een volmacht indien deze volmacht door een andere notaris gelegaliseerde handtekeningen bevat en de originele volmacht naar de notaris is gezonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-214a

      Ongegronde klacht tegen een internist. Niet te verwijten dat de arts in de korte tijdsspanne dat zij bij de behandeling van de malaiseklachten van patiënte en haar kortademigheid betrokken was niet de juiste diagnose heeft gesteld en niet onbegrijpelijk dat zij bij de eerste beoordelingen is uitgegaan van en heeft vertrouwd op de door de radioloog gegeven interpretatie van de CT-scan, waarbij in aanmerking wordt genomen dat er sprake was van een zeer zeldzame complicatie. Later bleek namelijk een door een thoracaal aneurysmazak veroorzaakte compressie van de hoofdbronchus. Voor de medicatie evenmin een verwijt te maken omdat deze was gebaseerd op de diagnose en het daarmee samenhangend medicatiebeleid. Klacht afgewezen.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-214b

      Ongegronde klacht tegen een arts, die patiënte niet direct op de IC  heeft laten opnemen. Deze beslissing was juist nu de bij het onderzoek gebleken objectieve gegevens opname op de IC niet nodig maakten. De arts hoefde bij het gevolgde medicatiebeleid er geen rekening mee te houden dat de tot dat moment gevolgde diagnose onjuist was. Klacht afgewezen.   

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-214c

      Ongegronde klacht tegen een internist-intensivist  dat hij informatie heeft achtergehouden. De opstelling van de arts, waarbij hij zich heeft beperkt tot het bespreken van de reden van opname op de IC en van het behandelplan was juist, alleen al omdat de arts de diagnose niet had gesteld en zich niet op het terrein van zijn collega’s wilde begeven. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:68 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/154 en AL/2015/155

      De klacht dat de (kandidaat-)notaris onzorgvuldig heeft gehandeld bij de executieveiling van het pand van klagers is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-166

      Gegronde klacht tegen verloskundige van patiënte. Klager, ex-partner van patiënte, is klachtgerechtigd aangezien door verloskundige opgestelde verklaring betrekking heeft op juridische procedure waarbij klager is betrokken en nadelige consequenties voor klager zou kunnen hebben. Door opstellen schriftelijke verklaring met verzoek uitstel rechtszaken, gebaseerd op de psyche van patiënte, is verloskundige getreden buiten de grenzen van mogelijkheden als verloskundige. Gehandeld in strijd met KNOV Beroepscode van Verloskundigen en geldende norm dat verloskundige zich strikt moet beperken tot uitspraken op basis van verloskundige kennis. Waarschuwing.