Zoekresultaten 12931-12940 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/350569/ KL RK 19-35

    ‘’ Als notaris heb je voor het vastleggen van afspraken tussen partijen de keuze tussen een onderhandse en een authentieke akte. Niet is gebleken dat partijen het verschil tussen deze twee mogelijkheden kenden of op de hoogte waren van de gevolgen van die keuze voor hen in het onderhavige geval. Van een notaris mag worden verwacht dat hij partijen daarover informeert. Dat geldt met name voor het vastleggen van de afspraken in de akte ‘Geldlening’, waarin de uitgestelde betaling was omgezet in een geldlening. Door het in de onderhandse vorm te gieten waren klagers genoodzaakt eerst bij de rechter een executoriale titel te halen om die uitgestelde betaling te incasseren. De kamer is van oordeel dat de notaris de keuze niet zelf voor partijen had mogen maken, maar aan hen had moeten voorleggen. Door dit na te laten heeft de notaris in strijd met de in artikel 17 Wna vermelde zorgvuldigheid gehandeld. Dat geldt temeer in deze zaak, waarin met klagers het contact uitsluitend via de e-mail is gelopen. Waarschuwing.”

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:202 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.426

    Klacht tegen huisarts. Klager is meermalen gezien door de huisarts en een collega in verband met verschillende klachten. Op enig moment heeft een (andere) collega van de huisarts op verzoek van klager een PSA-meting laten doen. Na onderzoek is gebleken dat sprake is van een vergevorderd prostaatcarcinoom met botmetastasen. Klager verwijt de huisarts 1) dat zij de langere tijd bestaande klachten (waaronder spierpijn en spierstijfheid) niet serieus heeft genomen terwijl dergelijke klachten indicaties zijn voor prostaatkanker, 2) dat zij heeft nagelaten in het kader van de vroeg opsporing een PSA-meting te laten doen, en 3) dat zij niet heeft samengewerkt met collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten van klager ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/490

    Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een tandarts, die facings bij haar heeft geplaatst. Klaagster verwijt de tandarts dat de facings definitief geplaatst zijn zonder dat zij het beoogde resultaat in haar mond vooraf kon beoordeling, het ontwerp van de facings niet overeenkomstig haar verwachting is (de facings zijn te lang, te groot en te wit) en het plaatsen van de facings niet goed is gegaan. Verweerder voert verweer.  Naar het oordeel van het college is klaagster - weliswaar niet door verweerder zelf, maar door een ander - voldoende geïnformeerd over de wijze van plaatsen van de facings (door o.a. een uitgebreid intakegesprek). Ook ten aanzien van het verwijt van klaagster dat verweerder te lange, te brede en te witte facings ('Hollywoodstyle') heeft geplaatst kan naar het oordeel van het college verweerder geen verwijt worden gemaakt, nu klaagster daarvoor zelf uitdrukkelijk heeft gekozen, ook nadat deze facings haar afgeraden waren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:150 Raad van Discipline Amsterdam 18-872/A/A/H

    Herzieningsverzoek afgewezen

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.163

    Klacht tegen kinderarts. Verweerster is kinderhemato-oncoloog en sectiehoofd van de verpleegafdeling van het ziekenhuis waar de zoon van klager was opgenomen. Klager verwijt de kinderarts dat zij als eindverantwoordelijke verzuimd heeft controle uit te oefenen op het naleven van protocollen en op de goede invulling van het hoofdbehandelaarschap. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, nu verweerster als sectiehoofd geen verantwoordelijkheid droeg voor het handelen van de behandelend artsen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/544

    Klager verwijt verweerder dat hij zonder diagnose en indicatie een diagnostische flap heeft uitgevoerd. De klacht is afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.110

    staakt de behandeling van de klacht

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:203 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.427

    Klacht tegen huisarts. Klager is meermalen gezien door de huisarts en een collega in verband met verschillende klachten. Op enig moment heeft een (andere) collega van de huisarts op verzoek van klager een PSA-meting laten doen. Na onderzoek is gebleken dat sprake is van een vergevorderd prostaatcarcinoom met botmetastasen. Klager verwijt de huisarts 1) dat zij de langere tijd bestaande klachten (waaronder spierpijn en spierstijfheid) niet serieus heeft genomen terwijl dergelijke klachten indicaties zijn voor prostaatkanker, 2) dat zij heeft nagelaten in het kader van de vroeg opsporing een PSA-meting te laten doen, en 3) dat zij niet heeft samengewerkt met collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten van klager ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:151 Raad van Discipline Amsterdam 19-183/A/A

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.446

    Klaagster is na een zwangerschap volledig arbeidsongeschikt geraakt. De aangeklaagde psychiater, heeft op verzoek van het UWV een psychiatrische expertise uitgevoerd in het kader van de beoordeling van de arbeids(on-)geschiktheid van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij: 1. aan klaagster een onredelijke termijn heeft gegeven ter uitoefening van het inzage- en correctierecht omtrent het over haar opgestelde concept psychiatrische expertiserapport; 2. zijn psychiatrische rapportage op onzorgvuldige en ondeskundige wijze heeft opgesteld, onder meer door hierbij ten onrechte geen medische informatie van de behandelend arts(en) van klaagster te betrekken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond en legt de psychiater de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing uitsluitend wat betreft de opgelegde maatregel, verklaart beide klachtonderdelen gegrond, legt de psychiater de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie.