Zoekresultaten 13521-13530 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 337/2018

    Klacht tegen physician assistant kennelijk ongegrond. Ten tijde van het stoppen van de Prolia-medicatie bij klaagster was er onvoldoende bewijs was voor een verhoogd risico op wervelfracturen als gevolg van het staken van de medicatie. Dat verweerster onvoldoende op de hoogte was van de ontwikkelingen omtrent de medicatie en de vermeende rebound-effencten is het college evenmin gebleken. Verweerster heeft naar het oordeel van het college gehandeld rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardige geachte handelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-571

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in een echtscheidings- en aanverwante procedure(s) kennelijk ongegrond. Van enig misbruik of een onjuiste houding jegens klager is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:27 Accountantskamer Zwolle 18/606 Wtra AK

    De klacht waarin aan betrokkene onder meer wordt verweten dat hij opdrachten heeft aanvaard en uitgevoerd, niet tijdig een Wwft-melding heeft gedaan en zich niet toetsbaar heeft opgesteld, is in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:28 Accountantskamer Zwolle 18/1391, 1392, 1393, 1394, 1395 en 1396 Wtra AK

    Klagers zijn in dienst geweest van de maatschap waarvan betrokkenen lid zijn of zijn geweest. Bij de civiele rechter wordt tussen klagers en drie van de betrokkenen een schadestaatprocedure gevoerd over de hoogte van de schade die klagers hebben geleden ten gevolge van het inbrengen van het onder de (gematigde) eindloonregeling opgebouwde pensioenkapitaal in een nieuwe pensioenregeling. In deze procedure is nog geen vonnis gewezen. Klagers verwijten betrokkenen dat zij meerdere fundamentele beginselen hebben geschonden bij de afwikkeling van de schade door onder meer geen voorschot op het vastgestelde pensioentekort vast te stellen en in de onderhandelingen geen constructief tegenvoorstel te doen. De klacht is ongegrond. Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer staat het een accountant immers in beginsel vrij om in zijn zakelijke betrekkingen, ook in rechtsgedingen, een (civielrechtelijk) standpunt in te nemen en zal slechts onder bijzondere omstandigheden een klacht over een daarin ingenomen (civielrechtelijk) standpunt slagen. Niet gebleken is van bijzondere omstandigheden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/344853/KL RK 18-160

    Klagers verwijten de notaris dat hij in strijd handelt met artikel 25 Wet op het notarisambt. De kamer heeft de klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:89 Raad van Discipline Amsterdam 18-871/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:90 Raad van Discipline Amsterdam 18-733/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Dat verweerder de opdracht niet schriftelijk aan klaagster heeft bevestigd en zijn advies om niet direct een kort geding tot vaststelling van de kinderalimentatie op te starten niet heeft vastgelegd valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. Gelet op het feit dat verweerder zijn beslissing om zich aan de zaak te onttrekken kennelijk tijdens (of vlak voorafgaand aan) de mondelinge behandeling van de zaak van klaagster heeft kenbaar gemaakt, heeft verweerder niet aan zorgvuldigheidseisen voldaan. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/334610/KL RK 18-29

    Uit vaste jurisprudentie volgt dat voor het begin van de vervaltermijn bepalend is het moment waarop een klager redelijkerwijze kennis heeft kunnen nemen van de gebeurtenis of akte waarover hij of zij klaagt, niet het moment waarop klager tot de conclusie komt dat er sprake is van klachtwaardig handelen of nalaten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:91 Raad van Discipline Amsterdam 18-959/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij in verband met beschuldigingen in verweerschrift enquêteprocedure. Uit het verweerschrift volgt dat klager daarin wordt beschuldigd van (onder meer) valsheid in geschrifte, diefstal en verduistering. Bij het uiten van dergelijke beschuldigingen mag van een advocaat worden verwacht dat hij zich er tevoren van vergewist dat hier voldoende grond voor bestaat. Naar het oordeel van de raad had verweerder terughoudend behoren te zijn met het presenteren van dergelijke beschuldigingen als vaststaand feit. Verweerder kan zich niet verschuilen achter zijn cliënten, aangezien verweerder de verdenkingen van zijn cliënten in het verweerschrift zonder voldoende afstand en zonder voldoende voorbehouden als feiten heeft gepresenteerd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder daarmee jegens klager onbetamelijk en niet professioneel gehandeld. Klager is daardoor onevenredig in zijn belangen geschaad. Dat er ten onrechte een strafrechtelijke aangifte tegen klager is gedaan door (een medewerkster van het kantoor van) verweerder kan niet worden vastgesteld. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/338646/KL RK 18-78

    De kamer heeft niet kunnen vaststellen dat klager eerder heeft kunnen beschikken over de voor indiening van de klacht van belang zijnde gegevens. De klacht wordt daarom aangemerkt als tijdig ingediend en klager wordt in zijn klacht ontvangen. De kamer stelt voorop dat de notaris hier is opgetreden als boedelnotaris. Dit gegeven is van invloed op de aard en de omvang van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de notaris. Binnen de per definitie beperkte ruimte die de notaris in deze zaak voor exclusief contact met klager ter beschikking stond, heeft zij zich de belangen van klager voldoende aangetrokken. Van onzorgvuldig of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in dit verband is niet gebleken.