ECLI:NL:TNORARL:2019:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/338646/KL RK 18-78

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2019:21
Datum uitspraak: 13-02-2019
Datum publicatie: 26-04-2019
Zaaknummer(s): C/05/338646/KL RK 18-78
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De kamer heeft niet kunnen vaststellen dat klager eerder heeft kunnen beschikken over de voor indiening van de klacht van belang zijnde gegevens. De klacht wordt daarom aangemerkt als tijdig ingediend en klager wordt in zijn klacht ontvangen. De kamer stelt voorop dat de notaris hier is opgetreden als boedelnotaris. Dit gegeven is van invloed op de aard en de omvang van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de notaris. Binnen de per definitie beperkte ruimte die de notaris in deze zaak voor exclusief contact met klager ter beschikking stond, heeft zij zich de belangen van klager voldoende aangetrokken. Van onzorgvuldig of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in dit verband is niet gebleken.

Kenmerk:        C/05/338646 / KL RK 18-78

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager ],

wonende te [ woonplaats klager ],

klager,

tegen

[ naam notaris ],

notaris te [ vestigingsplaats notaris ],

gemachtigde: mr. E.M. Mulder.

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, van 8 juni 2018;

-          het verweer van de notaris van 27 september 2018;

-          de pleitaantekeningen van klager.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 9 januari 2018 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 Op 28 juni 2011 is overleden mevrouw [ naam erflaatster ] (hierna: erflaatster). Erflaatster had bij testament van 11 maart 2010 over haar nalatenschap beschikt. Daarbij heeft zij klager samen met haar drie andere nog in leven zijnde kinderen, (hierna: de erfgenamen) elk voor 1/4e deel tot erfgenaam benoemd .

2.2 De erfgenamen [ A ] en [ B ] zijn bij bedoeld testament tevens benoemd tot executeur, elk zowel gezamenlijk als afzonderlijk handelingsbevoegd.

Daarbij zijn aan de executeurs de volgende taken en bevoegdheden toegekend:

“De executeur heeft bovendien als taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die tijdens het beheer uit die goederen dienen te worden voldaan. (…)

De executeur kan als wederpartij van zichzelf optreden (…)

De executeur hoeft niet omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking in overleg te treden met de erfgenamen/eventuele vruchtgebruiker.

De executeur behoeft voor de tegeldemaking van een goed niet de toestemming van de erfgenamen/eventuele vruchtgebruiker. (…)

De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen omtrent de uitoefening van de taak geven (…)

Is de bevoegdheid tot beheer en beschikking van de nalatenschap geëindigd, dan is de executeur verplicht aan degene die vervolgens tot het beheer bevoegd is rekening en verantwoording af te leggen. (…)”

2.3 De notaris is door de executeurs betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap.

2.4 De nalatenschap is partieel verdeeld op 11 september 2012. Bij akte van 11 april 2016 is de resterende boedel verdeeld onder verrekening van reeds uitgekeerde voorschotten.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klager verwijt de notaris dat zij haar rol als boedelnotaris niet naar behoren heeft vervuld. De onderbouwing van de klacht bestaat in een beschrijving van feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden worden hierna besproken en zijn gegroepeerd in klachtonderdelen a) tot en met c), al naar gelang de periode en/of het thema waar de klacht op ziet.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Beoordeeld dient te worden of de notaris in strijd met de normen van het tuchtrecht heeft gehandeld dan wel nagelaten.

4.2 Deze normen worden in deze zaak nader ingevuld door het zorgvuldigheids- en onpartijdigheidsgebod van artikel 17 van de Wet op het notarisambt (Wna).

4.3 Ontvankelijkheid

Artikel 99 lid 21 Wna bepaalt dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.

In de voorliggende zaak stelt de notaris dat klager al ruim meer dan drie jaren op de hoogte is van het handelen en nalaten van de notaris waarover nu wordt geklaagd en dus al meer dan drie jaren in de gelegenheid is geweest een klacht in te dienen.

Klager stelt dat hij de klacht niet eerder heeft kunnen indienen omdat de notaris en de executeurs hem veel essentiële gegevens onthielden. Pas doordat klager in 2018 de beschikking kreeg over bankgegevens was hij in staat om daadwerkelijk kennis te nemen van het klachtwaardig handelen in deze zaak.

De kamer heeft niet kunnen vaststellen dat klager eerder dan door de bankgegevens van 2018 heeft kunnen beschikken over de voor indiening van de klacht van belang zijnde gegevens.

De klacht wordt daarom aangemerkt als tijdig ingediend en klager wordt in zijn klacht ontvangen.

4.4 Klachtonderdeel a) De periode voor het overlijden van erflaatster

4.4.1 Klager heeft bij inzage van rekeningafschriften in 2018 vastgesteld dat de executeurs in 2011 voorafgaand aan het overlijden van erflaatster substantiële bedragen van de bankrekening van erflaatster hebben opgenomen en kennelijk voor eigen gebruik hebben aangewend.

Klager verwijt de notaris gebrek aan medewerking en verantwoording voor wat betreft het verkrijgen van deze informatie en het nemen van adequate maatregelen ter voorkoming van deze of vergelijkbare praktijken.

4.4.2 De notaris wijst erop dat de executeurs ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap onverplicht inzage hebben gegeven in de bankadministratie van erflaatster tot vijf jaar voor haar overlijden. Over die periode hebben zij ook kopieën verstrekt van de belastingpapieren en -aanslagen.

De notaris stelt zich op het standpunt dat de executeurs op deze manier (misschien zelfs meer dan) naar behoren rekening en verantwoording hebben afgelegd over de periode waar het hier om gaat. Te meer ook daar erflaatster in de desbetreffende periode tot haar overlijden aan toe volledig wilsbekwaam was en een en ander zelf in overleg met de executeurs (haar gevolmachtigden) regelden.

De notaris stelt zich op het standpunt dat zij in dit proces heeft bemiddeld en (meer) heeft gedaan (dan) wat er van haar als boedelnotaris verwacht mocht worden.

4.4.3 De kamer stelt vast dat klager het verwijt dat hij de notaris in dit klachtonderdeel maakt, gelet op het inhoudelijke verweer van de notaris, niet nader heeft onderbouwd. Daarom wordt de klacht op dit onderdeel ongegrond verklaard.

4.5 Klachtonderdeel b) Onrechtmatige onttrekkingen en ongelijke informatie

4.5.1 Klager heeft in 2018 de beschikking gekregen over bankafschriften waaruit blijkt dat de executeurs gelden voor eigen gebruik aan de nalatenschap hebben onttrokken. Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris reeds ten tijde van de afwikkeling over deze informatie kon beschikken dan wel beschikte. Klager verwijt de notaris dat zij de desbetreffende informatie niet eerder aan klager heeft verstrekt en de executeurs voor hun gedrag tot de orde heeft geroepen. Klager heeft de notaris namelijk wel deelgenoot gemaakt van zijn vermoedens over de onttrekkingen en haar ook gevraagd de executeurs daarop aan te spreken. Mogelijkheden om zijn vermoedens met bewijs te staven had klager echter niet. Nu hij alsnog over het bewijs beschikt is volgens klager sprake van aantoonbaar tekortschieten van de notaris, zowel voor wat betreft het aanspreken van de executeurs op de onrechtmatige onttrekkingen als voor wat betreft het onvoldoende (zorgvuldig) informeren van klager over een en ander.

4.5.2 De notaris stelt dat zij klager en zijn zuster reeds ten tijde van de nalatenschap van de nodige informatie over de financiële administratie heeft voorzien. Zowel door het toesturen van afschriften van financiële bescheiden als door het verlenen van inzage bij de notaris op kantoor, in totaal op drie verschillende dagen.

Indien en voor zover klager na inzage heeft aangegeven informatie te missen, heeft de notaris deze informatie bij de executeurs opgevraagd. Ook kritiek naar aanleiding van de informatie heeft de notaris doorgeleid aan de executeurs, die daarop vervolgens weer hebben gereageerd.

Ook hebben er op het kantoor van de notaris ten minste zes besprekingen plaatsgevonden tussen de executeurs en klager en zijn zuster. Klager en zijn zuster hebben zich daarbij laten bijstaan door deskundige adviseurs. Van deze besprekingen zijn verslagen opgemaakt. Klager en zijn zuster zijn in de gelegenheid gesteld aanpassingen in de tekst te doen, hetgeen ook gebeurd is.

Verder heeft de notaris de executeurs geassisteerd bij het (minimaal) jaarlijks rekening en verantwoording afleggen over de uitvoering van hun taak, en over de ontvangsten en uitgaven van de nalatenschap.

De notaris vindt daarom dat zij ook op dit punt heeft gedaan wat er van haar verwacht mocht worden. Van ongelijke of partijdige behandeling van de executeurs enerzijds en klager en zijn zuster anderzijds is geen sprake geweest.

Wel vindt de notaris dat klager het haar moeilijk gemaakt heeft door haar bij herhaling van vertrouwelijke informatie te voorzien, die de notaris niet met de executeurs mocht delen.

4.5.3 De kamer stelt voorop dat de notaris hier is opgetreden als boedelnotaris. Dit gegeven is van invloed op de aard en de omvang van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de notaris. Daarbij komt dat de klachten van klager feitelijk zien op het gedrag en de opstelling van de executeurs en slechts indirect op de werkzaamheden van de notaris.

De kamer is van oordeel dat de notaris, gegeven de feitelijke situatie en de onderlinge verhoudingen, heeft gedaan wat zij kon en behoorde te doen. Niet aannemelijk is geworden dat de notaris klager en zijn zuster ten opzichte van de executeurs ongelijk zou hebben behandeld. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat de notaris klager bewust bepaalde informatie zou hebben onthouden dan wel anderszins haar verantwoordelijkheid in deze zaak niet volledig zorgvuldig zou hebben waargenomen. De klacht wordt daarom op dit punt ongegrond verklaard.

4.6 Klachtonderdeel c) Verloop contact 2018

4.6.1 Klager verwijt de notaris dat zij niet met hem in gesprek wilde gaan over de bankgegevens waar klager in 2018 de beschikking over kreeg.

4.6.2 De notaris stelt dat zij vanwege haar onpartijdige positie klager in eerste instantie heeft laten weten niet met klager afzonderlijk te spreken. De notaris heeft klager laten weten wel bereid te zijn tot een gesprek met alle betrokkenen. In een telefoongesprek van eind mei 2018 heeft de notaris klager bovendien laten weten bereid te zijn met een collega te overleggen om toch met klager persoonlijk te spreken maar dan alleen over haar handelen als notaris (en niet over het handelen van de executeurs).

Echter nog voordat de notaris klager op dit punt nader kon berichten, heeft klager deze klacht ingediend.

4.6.3 De kamer is van oordeel dat het gelet op de onafhankelijke en onpartijdige rol van de notaris juist is dat de notaris zich in 2018 terughoudend heeft opgesteld voor wat betreft het door klager gewenste persoonlijk onderhoud. Binnen de per definitie beperkte ruimte die de notaris in deze zaak voor exclusief contact met klager ter beschikking stond, heeft zij zich de belangen van klager voldoende aangetrokken. Van onzorgvuldig of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in dit verband is niet gebleken.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. O. Nijhuis, voorzitter, mr. M.J.C. van Leeuwen, mr. K.H.H.J. Kuhlmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.