Zoekresultaten 3631-3640 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:10 Raad van Discipline Amsterdam 22-957/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het is inherent aan verweerders rol als advocaat van de wederpartij zich partijdig jegens klaagster op te stellen; Verweerder is niet gehouden alle e-mails van klaagster te beantwoorden of haar te voorzien van juridisch advies.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:8 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-925/AL/NN

    Naar het oordeel van de raad mocht verweerster niet optreden als advocaat van de wederpartij tegen klaagster (een stichting). Verweerster heeft jarenlang als huisadvocaat voor klaagster opgetreden. Zij heeft niet vooraf instemming van klaagster gevraagd om voor de wederpartij op te treden. Verweerster heeft niet voldaan aan de 3e uitzonderingsgrond van gedragsregel 15 lid 3. Wegens het bij verweerster bekende bestaan van bezwaren bij klaagster tegen haar belangenbehartiging van de wederpartij, had verweerster zich moeten terugtrekken. Dat heeft zij niet gedaan, terwijl die bezwaren daartoe wel aanleiding gaven met een schijn van belangenverstrengeling. Ondanks de schending van artikel 46 Aw, gedragsregel 15 en de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid, waarvoor een berisping geïndiceerd zou zijn, legt de raad een waarschuwing op. Niet is komen vast te staan dat verweerster concrete vertrouwelijke informatie over klaagster uit haar tijd als huisadvocaat tegen klaagster heeft gebruikt. Daarnaast heeft verweerster een blanco tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4261

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Naar het oordeel van het college mocht de verpleegkundige erop vertrouwen dat klager door het zetten van zijn paraaf op het toestemmingsformulier, toestemming gaf aan de verpleegkundige om een brief te schrijven over het belang van bewindvoering voor klager en aldus informatie over klager te delen. Anders dan waar klager kennelijk van uitgaat, heeft de verpleegkundige ook niet bepaald dat klager een bewindvoerder nodig had. De brief die de verpleegkundige heeft geschreven, diende ertoe om vanuit het perspectief van de verpleegkundige het belang van onderbewindstelling te motiveren en daarmee te ondersteunen. Dat is iets anders dan over bewindvoering bepalen of beslissen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4769

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De huisarts heeft terecht geweigerd om medicinale cannabis voor te schrijven. Dat de huisarts klager niet serieus heeft genomen en heeft gediscrimineerd is niet aannemelijk geworden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1284 Herstelbeslissing

    Klacht van arts tegen anesthesioloog.De anesthesioloog is door de rechtbank tot deskundige benoemd in een strafzaak tegen een huisarts die wordt vervolgd voor de moord op zijn schoonmoeder en heeft in die strafzaak als deskundige een verklaring afgelegd. Over die strafzaak is in de krant een artikel verschenen met het bericht dat de anesthesioloog op de zitting had verklaard dat de palliatieve sedatie van de schoonmoeder terecht was omdat de schoonmoeder stervende was en dat er sprake was van een natuurlijke dood. Klaagster is arts en docent geneeskunde. Klaagster heeft kennisgenomen van dit krantenartikel en heeft naar aanleiding daarvan een tuchtklacht tegen de anesthesioloog ingediend. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat hij in de rechtbank een onzorgvuldige verklaring heeft afgelegd. Klaagster vindt dat zij rechtsreeks belanghebbende is bij de door haar ingediende klacht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster bij voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk verklaard vanwege onvoldoende rechtstreeks belang van klaagster. Het Centraal Tuchtcollege deelt dat oordeel en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2021/3751

    Een psychotherapeut is een seksuele relatie aangegaan met klaagster, die zij op dat moment behandelde in haar eigen praktijk. Klaagster dient daar een klacht over in. Zij verwijt de psychotherapeut verder dat zij het seksueel grensoverschrijdende gedrag ook na de behandelperiode heeft laten voortduren en vertrouwelijke informatie over andere patiënten met haar heeft gedeeld. De klacht is gegrond. De psychotherapeut had geen seksuele relatie mogen aangaan met een aan haar zorg toevertrouwde patiënte. Ook had zij geen informatie over in elk geval één andere patiënt met klaagster mogen delen. De psychotherapeut heeft hiermee niet professioneel gehandeld en haar beroepsnormen ernstig geschonden. Doorhaling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:5 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-437/AL/MN

    De raad heeft een mondelinge uitspraak tijdens de zitting gedaan en deze beslissing vastgelegd in een proces-verbaal. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2023/5230

    Een gz-psycholoog is een seksuele relatie aangegaan met klaagster, die zij op dat moment behandelde in haar eigen praktijk. Klaagster dient daar een klacht over. Zij verwijt de gz-psycholoog verder dat zij het seksueel grensoverschrijdende gedrag ook na de behandelperiode heeft laten voortduren en vertrouwelijke informatie over andere patiënten met haar heeft gedeeld. De klacht is gegrond. De gz-psycholoog had geen seksuele relatie mogen aangaan met een aan haar zorg toevertrouwde patiënte. Ook had zij geen informatie over in elk geval één andere patiënt met klaagster mogen delen. De gz-psycholoog heeft hiermee niet professioneel gehandeld en haar beroepsnormen ernstig geschonden. Doorhaling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:6 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-087/AL/OV

    Klagers zijn met een specifieke boek 2 BW zaak bij verweerder gekomen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de kernwaarde deskundigheid geschonden. Bij het aannemen van de zaak kon verweerder met zijn basiskennis van boek 2 BW niet overzien of hij de vereiste kwaliteit van de werkzaamheden kon leveren. Doordat hij niet meteen zelf qua kennis over die specifieke materie boven de zaak stond, is verweerder onvoldoende in staat gebleken om de juiste strategie te bepalen èn als ‘dominus litis’ klagers van de door hem gekozen strategie blijvend te overtuigen. Mogelijk is daardoor ook onvrede bij klagers ontstaan wat weer tot een verslechtering van hun onderlinge communicatie heeft geleid en uiteindelijk heeft geleid tot de onttrekking door verweerder. Na de ontstane vertrouwensbreuk met klagers mocht verweerder zich onttrekken en dat heeft hij zorgvuldig gedaan. Gezien de omstandigheid dat klager in zijn communicatie verweerder steeds beledigender en dwingender heeft bejegend, in samenhang met het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder, volstaat de raad, ondanks de schending van de kernwaarde deskundigheid, met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:7 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-230/AL/OV

    Verweerder heeft aanvankelijk als gerechtsdeurwaarder, daarna als zelfstandig incassojurist en vervolgens als advocaat voor klager gelden geïnd bij de veroordeelde wederpartij. Verweerder heeft als advocaat niet voldaan aan zijn informatieplicht richting klager. Uit de stukken is niet gebleken dat verweerder vanaf dat moment de voor klager voortgezette incassowerkzaamheden en daarover gemaakte afspraken aan klager heeft bevestigd. Verweerder had dat moeten doen en mocht er niet vanuit gaan dat de oude afspraken (als deurwaarder) met klager stilzwijgend waren verlengd. Daarin stonden een provisieregeling van 10% en een boetebeding bij voortijdige opzegging, wat voor advocaten in principe niet is toegestaan. Juist ook de vele vragen van klager in aanloop naar de beëdiging als advocaat, hadden voor verweerder extra aanleiding moeten zijn om alles duidelijk vast te leggen. Verweerder heeft dat niet schriftelijk gedaan, hetgeen voor zijn risico blijft. De raad is verder van oordeel dat verweerder, vanaf het moment dat hij advocaat is geworden, financieel niet zorgvuldig jegens klager heeft gehandeld door onvoldoende duidelijk met klager te communiceren over de financiële afwikkeling van zijn werkzaamheden. Dat hij dit niet integer heeft gedaan, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.