Zoekresultaten 21-30 van de 20480 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:153 Hof van Discipline 's Gravenhage 230278 en 230279

    Klaagster verwijt verweerders (kantoorgenoten) hoofdzakelijk dat zij in strijd hebben gehandeld met regel 15 van de Gedragsregels door op te treden tegen klaagster. Verweerder 1 trad eerder op voor een cliënte met wie klaagster een samenwerkingsverband had, tegen een gezamenlijke wederpartij. Daarbij heeft hij  op naam van klaagster gecorrespondeerd en een concept dagvaarding opgesteld. Hof bekrachtigt beslissing raad (gegrond met oplegging berisping). In het midden kan blijven of tussen verweerder 1 en klaagster een advocaat-cliëntrelatie heeft bestaan, omdat ook als die relatie niet is ontstaan, de feiten en omstandigheden in een concrete situatie kunnen meebrengen dat het een advocaat niet (meer) vrij staat om tegen een bepaalde partij op te treden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:99 Raad van Discipline Amsterdam 24-133/A/A

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 15 gehandeld door op te treden tegen een voormalig cliënte. Van de in gedragsregel 15 lid 3 genoemde uitzonderingsvoorwaarden wordt niet voldaan. De klacht is daarom gegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-081/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure. Gedragsregel 21 is niet van toepassing, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Geen sprake van een schending van gedragsregel 20 of het beginsel van fair play. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend. Hij heeft er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Bovendien is niet gebleken dat klager daadwerkelijk is benadeeld door het late ontvangen van het verweerschrift. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De voorzitter ziet – na een verzoek daartoe van klaagster – geen aanleiding om het dekenbezwaar uit het dossier te verwijderen. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van valsheid in geschrifte. Er is voorafgaand aan die beschuldiging onderzoek gedaan bij de oorspronkelijke auteur. Evenmin is tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van het schenden van haar zorgplicht, te beschuldigen van het opzettelijk misbruiken van de positie van overheidsinstanties ten opzichte van verweerders cliënt. of klaagster te sommeren om een rectificatie te sturen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-243/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over bijstand van de advocaat bij een geschil met een onderwijsinstelling in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Dat klaagster achteraf bezien onkennelijk ongelukkig is met een passage in het bezwaarschrift, betekent niet dat verweerder een verwijt valt te maken. De klacht is verder niet of onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-232/DH/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder mocht namens zijn cliënt het standpunt innemen dat klager nog zittend werk kon verrichten, zeker nu hij dit heeft kunnen onderbouwen met de conclusie in meerdere medische onderzoeken. Verweerder kan niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden dat zijn cliënt geen voorschot wilde verlenen. Ook mocht verweerder contact zoeken met mogelijke getuigen in de zaak. Niet vastgesteld kan worden dat verweerder vertrouwelijke medische informatie heeft gedeeld. Verweerder heeft niet in strijd met de AVG gehandeld. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder tegen de rechter heeft gelogen of dat hij niet voor minnelijk overleg openstond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-244/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder mocht namens zijn cliënt(en) standpunten ter zake de afwijzing van aansprakelijkheid innemen. Het is niet aan de tuchtrechter welk aansprakelijkheidsstandpunt juist is, maar dat is aan de civiele rechter. Dat verweerders standpunt andersluidend is dan dat van klager betekent niet dat geconcludeerd kan worden dat verweerder dus liegt. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder bewust onwaarheden zou hebben verkondigd. Verweerder was niet verplicht om de gegevens van zijn cliënt (een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar) te verstrekken aan klager en heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld bij het afwijzen van de aansprakelijkstelling. Klacht in zoverre kennelijk ongegrond. Klager heeft geen belang meer bij zijn klacht over het niet verstrekken van de gegevens van verweerders eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, omdat de gegevens al zijn verstrekt. Klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-660/DH/DH

    Verzet gegrond. Klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:98 Raad van Discipline Amsterdam 24-015/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-844/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Hoewel de raad uit het dossier ook opmaakt dat verweerder zijn standpunt over de slagingskans van de zaak meerdere keren, soms kort na elkaar, heeft gewijzigd, is dat op zichzelf onvoldoende om tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt te komen. Verweerder heeft de zaak mogen neerleggen toen hij de zaak kansloos achtte. Dat hij vervolgens twee alternatieven heeft voorgesteld om klaagster tegemoet te komen, die beide niet hebben geleid tot het gewenste resultaat, maakt zijn handelen niet onbetamelijk. Evenmin heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door documenten op te vragen die hij al had ontvangen, maar over het hoofd heeft gezien. Tot slot komt aan verweerder de vrijheid toe om met klaagsters vorige advocaat en met de wederpartij contact op te nemen. Niet gebleken is dat verweerder daarmee klaagsters positie heeft benadeeld. Klacht ongegrond.