Zoekresultaten 12861-12870 van de 42464 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden 344026/NT 18/151 344029/NT 18/152

    Van een notaris mag verwacht worden dat hij transparant is met betrekking tot de rol die hij vervult. In hun verweer beroepen de notaris en de kandidaat-notaris zich er enerzijds op dat zij zich in hun externe communicatie telkens hebben gepresenteerd als partijnotaris, waarover naar hun idee geen misverstand bestond. Anderzijds voeren zij echter aan dat de executeur zich door hen heeft laten bijstaan, omdat hij als executeur werd geconfronteerd met (vermeende) vorderingen op de nalatenschap en dat hij hen heeft verzocht (ingevolge het testament van erflaatster) de in de uitoefening van die taak gemaakte kosten voor rekening van de nalatenschap te brengen. Een notaris dient zich bewust te zijn van wisselende rollen en posities. Daarbij dient hij te handelen volgens de normen die bij die rollen en posities horen. Een partijnotaris dient de declaratie voor de door hem uitgevoerde werkzaamheden in rekening te brengen bij degene voor wie hij optreedt; hij kan die declaraties niet aan de nalatenschap presenteren door, als dat uitkomt, de rol van belangenbehartiger van de nalatenschap aan te nemen. De klacht tegen de kandidaat-notaris is gegrond, maar de kamer legt hem geen maatregel op. De klacht tegen de notaris is ook gegrond; de kamer legt hem een waarschuwing op, omdat hij klager onheus heeft bejegend. Tegen deze beslissing is hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/494

    Klager dient een veelvoud aan klachten in tegen een bedrijfsarts. Hij verwijt de bedrijfsarts o.a. niet te hebben gehandeld in het belang van de gezondheid van klager door de werkgever te adviseren klager en aangepast werk aan te bieden zonder het opstellen van een functionele mogelijkhedenlijst en zonder een arbeidsdeskundig onderzoek in te zetten, zijn dossier niet op orde te hebben et cetera. De bedrijfsarts voert verweer. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18181

    Verwijt aan verpleegkundige (Bemoeizorg) over schending geheimhoudingsplicht, het stellen van een diagnose, het geven van een waardeoordeel, het weigeren van gesprekken met klaagster en onjuiste dossiervoering. Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg. Gegevens waarop verweerder zich baseert ontbreken in het dossier. Inbreuk op privacy. Niet gekwalificeerd om diagnose te stellen. Geen neutrale duiding van gedrag. Verantwoordelijkheid voor invullen van formulier. Moeilijke positie medewerkers Bemoeizorg ontslaat hen niet van de verantwoordelijkheid om zaken goed te documenteren. Onvoldoende bewust van de gevolgen van niet naleven regelgeving. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-373

    De raad oordeelt het verzet tegen de voorzittersbeslissing van klaagster over het optreden van verweerder als haar eigen advocaat, ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-022

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-252

     Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-646

    Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij van klager in een familiegeschil Gedragsregel 15 lid 2 (Gedragsregels 1992) geschonden. Zij had behoren te weten dat de appelprocedure van haar nieuwe cliënte, alsmede de 2 gevoegd behandelde appelprocedures van de ex-partner, voor uitspraak stonden bij het gerechtshof, althans had in de gegeven omstandigheden grond om daarover te twijfelen en daar navraag over moeten doen,eventueel bij de voormalige advocaat van haar cliënte. Door haar eenzijdige berichtgeving aan het gerechtshof, nadat de lopende procedures tussen partijen al voor uitspraak stonden, heeft verweerster de grenzen overschreden van de vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij van klager had. In zoverre is de klacht gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-259

    De raad heeft het eerst ter zitting gedane preliminaire verweer om de heimelijk door klager met verweerder opgenomen gesprekken, waarvan transcripties in het klachtdossier waren gevoegd en de originele opnames beschikbaar waren, ontoelaatbaar te verklaren en de zaak terug te verwijzen naar de deken voor hernieuwd onderzoek en behandeling door een andere raad, gemotiveerd afgewezen. Verweerder heeft daarna, met zijn gemachtigde, de zittingszaal verlaten, waarna de raad, zoals aan verweerder was meegedeeld, alsnog de klachtzaak in aanwezigheid van klager en zijn gemachtigde inhoudelijk heeft behandeld. De raad heeft de transcripties van de geluidsopnames in de gegeven omstandigheden toelaatbaar geoordeeld. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 24 (oud) jegens klager onvoldoende de financiële zorg in acht genomen, waardoor bij klager verwarring is ontstaan, zoals ook blijkt uit de transcripties van de geluidsopnames. Verweerder mocht, gelet op de grote financiële gevolgen voor klager om als betalende cliënt te worden aangemerkt, niet uitgaan van ‘zwijgen is instemmen’, temeer omdat hij wist van eerdere betalingsonmacht van klager. De raad oordeelt de klacht in zoverre gegrond; voor het overige ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/082

    Klaagster verwijt de huisarts op een huisartsenpost de diagnose appendicitis te hebben gemist en ten onrechte gedacht zou hebben aan buikgriep. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-029

    De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder, als toegevoegd stamadvocaat, klager niet naar behoren heeft bijgestaan in zijn BOPZ-zaak. Gezien de zeer korte tijdsduur van één dag waarbinnen verweerder kennis heeft genomen van het Verzoek Voorlopige Machtiging met betrekking tot klager en de behandeling ter zitting de ochtend daarna in de GGZ instelling, kon niet van hem worden verwacht dat hij eerder dan kort voorafgaand aan de zitting met klager de zaak zou bespreken. Dat klager toen niet aanwezig was, terwijl hij kennelijk bekend was met de zitting en op de hoogte was van de werkwijze van verweerder om kort voor een zitting de zaak voor te bespreken, heeft verweerder voldoende ondernomen om met klager in contact te komen voor overleg. Klachtonderdelen kennelijk ongegrond.