Zoekresultaten 19191-19200 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-709/DH/DH

    Verzet. Klacht tegen advocatenkantoor slechts ontvankelijk wanneer de klacht te maken heeft met de organisatie van het advocatenkantoor als zodanig. Klager heeft in dat verband geen feiten gesteld of aannemelijk gemaakt. Klacht bovendien verjaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:8 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2015/97

    Dierenarts levert met zijn groothandel (o.a. in Nederland niet geregistreerde) diergeneesmiddelen en humane geneesmiddelen aan een tussenhandelaar die niet tot verkoop daarvan bevoegd was. In het kader van de waarborging van de correcte distributie van (dier)geneesmiddelen is daarmee naar het oordeel van het college niet de vereiste zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid betracht. Volgt onvoorwaardelijke boete van € 2.000.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:126 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.284

      Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster heeft zich ziek gemeld bij haar werkgever. Dezelfde dag werd zij uitgenodigd op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de aangeklaagde bedrijfsarts. De bedrijfsarts was niet de eigen bedrijfsarts van de werkgever (spoedspreekuur). Klaagster verwijt de bedrijfsarts: 1. schenden van het beroepsgeheim; 2. het stellen van de verkeerde diagnose; 3. onvoldoende informatie verstrekken over de begeleiding en de gevolgen daarvan; 4. ten onrechte niet doorverwijzen naar een andere beroepsbeoefenaar. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond (1 ongegrond, 2 t/m 4 gegrond), legt de bedrijfsarts de maatregel van berisping op en wijst de klacht voor het overige af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen 2 en 4 alsnog ongegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-370

    Verzet ongegrond. Onduidelijk verzetschrift. Beoordeling verzet beperkt zich daarom tot wat klager tijdens zitting heeft toegelicht. Geen toevoegingsfraude eigen advocaat.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:9 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/21

    Dierenarts wordt verweten bij een röntgenologische beoordeling van een paard en het daarvan opgemaakte verslag verwijtbaar nalatig te hebben gehandeld. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.289

      Klacht tegen huisarts. Klager is patiënt geweest in de huisartspraktijk van verweerder (huisarts). Klager verwijt verweer dat hij hem weigert (opnieuw) in te schrijven als patiënt in de praktijk en dat hij stagiaires zelfstandig, zonder zijn toezicht, consulten en onderzoeken laat uitvoeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager deels (voor zover de klacht ziet op handelen van verweerder vóór 7 oktober 2005) niet-ontvankelijk verklaard in de klacht wegens verjaring. Voor het overige is de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1188/DH/DH

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in 2014 en 2015 onvoldoende opleidingspunten behaald en bovendien niet voldaan aan zijn inhaalverplichting. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:80 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1012/DB/ZWB

    Ook in verzet is niet gebleken dat verweerster de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Het moge zo zijn dat het standpunt dat verweerster namens haar cliënte innam, dan wel haar aanpak van de zaak, klager niet welgevallig was, maar dat betekent niet dat verweerster  de vrijheid die haar als advocaat van de wederpartij toekwam heeft overschreden. Tussen partijen is bovendien uiteindelijk een regeling in onderling overleg getroffen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.290

      Klacht tegen huisarts. Verweerster is als huisarts werkzaam bij een gezondheidscentrum. Verweerster en haar collega hebben een eigen praktijk met eigen patiënten. Klager heeft enige tijd als patiënt ingeschreven gestaan bij de college van verweerster. Op 3 juli 2012 heeft klager zich ingeschreven als patiënt in de praktijk van verweerster. Op 7 december 2013 ontving verweerster een verzoek tot uitschrijving en overschrijving van klager naar een huisarts die niet werkzaam was in hetzelfde gezondheidscentrum. Aan dat verzoek heeft verweerster voldaan. Klager verwijt verweerster dat zij hem weigert in te schrijven als patiënt in de praktijk en dat in de praktijk stagiaires zelfstandig, zonder toezicht, consulten en onderzoeken uitvoeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager deels (voor zover de klacht ziet op handelen van verweerster vóór 7 oktober 2005) niet-ontvankelijk verklaard in de klacht wegens verjaring. Voor het overige is de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1145/DH/DH

    Klacht tegen eigen advocaat. Dat klager verweerder onder druk heeft gezet door te dreigen met zelfmoord blijkt niet uit de stukken. Zou daarvan sprake zijn geweest, dan had het op de weg van verweerder gelegen zich te onttrekken in plaats van het beperken van de contacten. Of door verweerder een zorgvuldige afweging is gemaakt ten aanzien van het al dan niet instellen van een loonvordering in kort geding, kan de raad bij gebreke van schriftelijke vastlegging niet vaststellen. Het overleggen van het volledige strafdossier van klager in de procedure bij de deken zonder dat daartoe een noodzaak bestond, acht de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht in alle onderdelen gegrond. Berisping.