Zoekresultaten 20931-20940 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:195 Raad van Discipline Amsterdam 16-493/A/A

    Klacht advocaat wederpartij. Klager kan niet worden aangemerkt als cliënt van verweerder en is derhalve niet-ontvankelijk in de klacht die ziet op belangenverstrengeling. Dat verweerder onduidelijkheid heeft laten bestaan over zijn hoedanigheid, is de raad niet gebleken. Klager niet-ontvankelijk, althans klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:196 Raad van Discipline Amsterdam 16-397/A/A

    Klacht van strafadvocaat over advocaat wederpartij. Verweerder heeft gehandeld zoals een advocaat niet betaamt door zonder voorafgaand (tot toestemming leidend) overleg met klager de verdachte te bezoeken die reeds door klager werd bijgestaan. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-841/DB/LI

    Klachten over de kwaliteit van de dienstverlening betreffende hetzelfde feitencomplex kunnen niet opnieuw ter beoordeling aan de tuchtrechter worden voorgelegd, indien daarover eerder onherroepelijk is beslist. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-246/DH/DH

    Deels gegronde klacht over eigen advocaat. De klacht houdt in dat: a) verweerder het dossier van klager digitaal heeft overgedragen aan de opvolgend advocaat van klager, die vervolgens voor het uitprinten van het dossier kosten aan klager in rekening heeft gebracht, alsmede dat hij een tweetal originele stukken, die klager in juli 2014 aan hem had overhandigd, niet aan klager heeft geretourneerd; b) hij ten onrechte een incassobureau heeft ingeschakeld, aangezien klager geen betalingsachterstand jegens verweerder had. T.a.v. klachtonderdeel a overweegt de raad dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet alle stukken van verweerder retour heeft ontvangen. Bovendien heeft klager gespecificeerd welke stukken dit betreffen. Gelet op de onderbouwde stelling van klager had het op de weg van verweerder gelegen om zijn betwisting van klagers stelling nader te staven. Door zulks na te laten, heeft verweerder onduidelijkheid laten bestaan over de vraag welke stukken verweerder van klager heeft ontvangen en welke stukken hij aan klager heeft geretourneerd. Deze onduidelijkheid dient voor rekening van verweerder te komen. Klachtonderdeel a is in zoverre gegrond. Dat verweerder het dossier digitaal heeft overgedragen aan de opvolgend advocaat van klager, acht de raad niet klachtwaardig. T.a.v. klachtonderdeel b overweegt de raad dat verweerder onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het schriftelijk formuleren van de betalingsregeling, aangezien daaruit niet kan worden opgemaakt dat klager het bedrag in tien maandelijkse termijnen diende te betalen. Verweerder heeft als gevolg daarvan vóór de in de betalingsregeling genoemde eindtermijn incassomaatregelen genomen, terwijl klager daar niet op bedacht hoefde te zijn. Deze onzorgvuldigheid dient voor rekening van verweerder te komen. Klachtonderdeel b is gegrond. Berisping, terugbetaling griffierecht en kostenveroordeling t.g.v. NOvA.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:97 Accountantskamer Zwolle 16/671 Wtra AK

      De toetsing door de tuchtrechter van de deugdelijke grondslag van een aan een rechter uitgebracht deskundigenbericht is niet terughoudend van aard. In deze zaak berust het antwoord van betrokkene op een vraag van de rechter in zijn deskundigenbericht op een ondeugdelijke grondslag aangezien betrokkene daarbij ten onrechte niet als maatstaf de regels van Standaard 4410 heeft gehanteerd.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:26 Kamer voor het notariaat Amsterdam 593264/NT 15-57 593265/NT 15-58

    Klacht gegrond ten aanzien van de notaris. De klacht, bestaande uit een aantal klachtonderdelen, heeft betrekking op een drietal transacties.  De ernst van de (vooral onder 3.5, 3.8, 3.14, 3.17, 3.20 en 3.23) gegrond bevonden klachten, de herhaaldelijk geconstateerde ernstige onzorgvuldigheid in het handelen van de notaris, in samenhang bezien met omstandigheid dat de notaris noch in zijn verweerschrift noch ter zitting enig blijk heeft gegeven inzicht te hebben in de laakbaarheid van zijn handelen, leiden ertoe dat de kamer een schorsing voor de duur van één maand passend en geboden acht. Voor zover de klachten mede gericht waren op de kandidaat-notaris , geldt dat klaagster met betrekking tot de door haar geuite klachten onvoldoende concreet heeft onderbouwd welke specifieke verwijten ter zake aan de kandidaat-notaris kunnen worden gemaakt. De tegen de kandidaat-notaris gerichte klachten worden daarom alle ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 599907/NT 15-103

      Naar zijn aard brengt de wijziging van een bestemming van een appartementsrecht een wezenlijke verandering van de splitsing met zich, die grote praktische en financiële gevolgen voor de overige appartementseigenaren tot gevolg kan hebben. Alvorens een akte met een bestemmingswijziging te passeren, mag van de notaris worden verlangd dat hij zich in voldoende mate ervan vergewist dat de bestemmingswijziging voldoet aan de vereisten die de splitsingsakte/ het modelreglement aan de totstandkoming van een daartoe strekkend besluit van de VvE stelt. Het is aan de notaris om partijen omtrent een door hen voorgenomen transactie te bevragen en die informatie te verkrijgen die nodig is om partijen voldoende te kunnen informeren. Nu niet in geschil is dat de akte op basis van een volmacht zou worden verleden, was voor de notaris op voorhand duidelijk dat hij de kans daartoe bij het passeren van de akte evenmin zou verkrijgen. Klacht is gegrond. De kamer legt de notaris een waarschuwing op.      

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:95 Accountantskamer Zwolle 15/2548 en 15/2549 Wtra AK

      Schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit is niet alleen aan de orde indien wordt vastgesteld dat van objectieve oordeelsvorming daadwerkelijk geen sprake is, maar ook indien duidelijk is dat de accountant zich heeft begeven in een situatie waarin zijn objectiviteit te zeer in het gedrang komt. Betrokkenen hebben onvoldoende aan partijen kenbaar gemaakt wat hun rol was en hoe zij omgingen met de bedreiging voor hun objectiviteit als gevolg van de (mogelijk) tegengestelde belangen van klager en zijn zoon in het kader van de bedrijfsoverdracht. Betrokkenen hebben niets in hun dossier vastgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld op welke wijze zij partijen hebben geïnformeerd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-103/DH/RO

    Gegronde klacht over advocaat wederpartij. De klacht houdt in dat klager de volledige vordering van de wederpartij heeft voldaan, inclusief de kosten voor het gelegde beslag, maar dat verweerder desondanks niet wil overgaan tot het opheffen van het gelegde beslag. Verweerder heeft klager bericht dat hij enkel wil overgaan tot opheffing van het beslag indien klager een bedrag van EUR 600,- aan “voorschot” betaalt. De raad overweegt dat verweerder klager niet eerder dan 6 november 2015, nadat klager op 5 november 2015 een klacht jegens hem had ingediend bij de deken, te kennen heeft gegeven dat hij er ook voor kan kiezen om zich rechtstreeks tot de deurwaarder te wenden teneinde het beslag te laten opheffen, alsmede dat hij niet verplicht is om gebruik te maken van de diensten van verweerder. Bovendien zijn de kosten van de werkzaamheden van verweerder in het kader van het opheffen van de beslagen reeds in het vonnis opgenomen als ‘nasalaris’. Het had op de weg van verweerder gelegen om, ter voorkoming van misverstanden, klager reeds op het moment dat hij hem voor het eerst confronteerde met de betalingsverplichting te wijzen op de mogelijkheid om het beslag bijvoorbeeld via de deurwaarder te laten opheffen. Verweerder heeft aanvankelijk echter slechts gewag gemaakt van één mogelijkheid, namelijk van betaling op de derdengeldenrekening van zijn eigen kantoor en aansluitende – niet kosteloze - actie door verweerder, en klager pas ná het indienen van de klacht bericht dat het ook mogelijk was om het beslag rechtstreeks via de deurwaarder te laten opheffen. Door daarnaast de indruk te wekken dat het beslag slechts zou worden opgeheven indien klager een voorschot van EUR 600,- aan verweerder zou betalen, heeft verweerder niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen die hem in dit verband jegens klager had gepast. Berisping, terugbetaling griffierecht en kostenveroordeling t.g.v. klager en NOvA.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:28 Kamer voor het notariaat Amsterdam 601064/NT16-6 O

    Klacht ongegrond.  De notaris mocht ter zake van het verlijden van de akte afgaan op het e-mailbericht van de curator. Hij was niet verplicht  voorafgaand aan de overdracht de – gewezen – hypotheekhouder over die overdracht te informeren. Klacht ongegrond.