Zoekresultaten 1951-1960 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:221 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5625

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Volgens klaagster heeft zij een vitamine B12-tekort en heeft de huisarts haar ten onrechte een second opinion geweigerd en belemmerd in haar recht op een vrije artsenkeuze. De huisarts heeft de klachten van klaagster heel serieus genomen. Zij is naar meerdere specialisten verwezen, met de conclusie dat er geen sprake was van een vitamine B12-tekort. Hierop heeft de huisarts mogen vertrouwen. Het college is verder van oordeel dat van de huisarts niet verlangd kan worden dat hij een patiënt zonder meer verwijst naar een niet-reguliere kliniek, zeker niet als hij zelf al slechte ervaringen met deze kliniek heeft opgedaan en een indicatie voor een dergelijke verwijzing – blijkende uit verschillende onderzoeken bij meerdere specialisten – ook nog eens ontbreekt. De huisarts heeft zorgvuldig gehandeld, aangezien hij op diverse manieren heeft geprobeerd met klaagster in gesprek te gaan, alternatieven heeft geboden en klaagster naar diverse specialisten heeft verwezen. De huisarts heeft zich met zijn pogingen om eerst met klaagster in gesprek te gaan tot het uiterste ingespannen om klaagster uit te nodigen tot gezamenlijke besluitvorming te komen en haar in staat te stellen een geïnformeerde beslissing te nemen. Dat dit gesprek uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden valt de huisarts niet te verwijten.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5206

    Huisarts. Patiënt tijdens vakantie met pijn op de borst naar huisarts als passant.Klacht: huisarts heeft onvoldoende doorgevraagd op (spier)oefeningen door patiënt (a), is onvoldoende nagegaan of nader onderzoek aangewezen was (b), heeft geen aanvullend onderzoek (een elektrocardiogram (ECG)) gedaan (c), heeft bevindingen niet besproken met zijn supervisor (d), heeft patiënt niet doorgestuurd naar cardioloog (e), en heeft atypische klachten niet gezien als hartprobleem, een verkeerde diagnose gesteld en hartproblemen gemist (f).College: ongegrond. Bevoegd en bekwaam om zelfstandig als huisarts op te treden. Onderzoek verricht volgens richtlijn (ACS), uitgebreide anamnese afgenomen en uitgebreid fysieke indrukken beschreven. Pijn in medisch dossier omschreven als stekende pijn, niet vast aan ademhaling, niet op te wekken door drukken. Huisarts mocht tot conclusie komen geen hartinfarct of hartprobleem. Ook vangnetafspraak gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4943

    De klacht gaat over een Eerstejaars Ziektewet-beoordeling. Klaagster verwijt de verzekeringsarts onvoldoende onderzoek en een onjuiste verzekeringsgeneeskundige rapportage.   Het college verklaart de klacht ongegrond. Het onderzoek en de rapportage voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Verweerster heeft op basis van het door haar verrichtte onderzoek in haar rapportage voldoende inzichtelijk gemaakt waarom klaagster passend werk zou kunnen verrichten, stressarm en in een rustige werkomgeving. Dat de beoordelend arts in de nadien ingestelde bezwaarprocedure tot een ander oordeel is gekomen, maakt dat niet anders. Inherent aan een dergelijke bezwaarprocedure is immers, dat een andere weging van de omstandigheden van klaagster ook kan leiden tot een andere uitkomst van de procedure, zonder dat dit moet worden beschouwd als een kwalificatie van het onderzoek door verweerster als onvolledig en/of onjuist.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:209 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-568/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Klager is het niet eens met het feit dat verweerster hem heeft bericht dat zij geen mogelijkheden ziet om een procedure te starten. Van klachtwaardig handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4821

    Klacht tegen internist-infectioloog kennelijk ongegrond. Klager is onder behandeling bij de internist voor zijn Hiv-infectie. Klager verwijt de internist dat zij hem niet heeft geïnformeerd over alternatieve medicatie, met minder bijwerkingen, en deze medicatie niet heeft voorgeschreven. Het college oordeelt dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:184 Raad van Discipline Amsterdam 23-526/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over advocaat wederpartij niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de driejaarstermijn.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:10 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/01

    Kat. Het beroep is gegrond want appellant is door het Veterinair Tuchtcollege ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De klacht zelf is ongegrond want de dierenarts heeft door het niet maken van röntgenfoto’s op 29 juni 2020 niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:174 Hof van Discipline 's Gravenhage 210196

    Verweerder heeft nagelaten duidelijke afspraken te maken met klager als opdrachtgever over de uitvoering van de aan hem verstrekte opdracht. Het had op de weg van verweerder gelegen om nadat de opdracht aan hem via de DAS was verstrekt een vervolgafspraak met klager te plannen om verder de praktische gang van zaken te bespreken. Dat heeft verweerder nagelaten. Hij heeft klagers verzoeken om te komen tot nadere afspraken en een plan van aanpak genegeerd. Bovendien had hij de zijn werkzaamheden (nog) niet, en zeker niet zonder klager te informeren, bij DAS kunnen declareren. Voor deze verwijten acht het hof een zakelijke terechtwijzing op zijn plaats en acht het hof net als de raad een waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:208 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-570/DH/RO

    Klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Van misleiding is geen sprake: verweerster is steeds duidelijk geweest over haar positie als advocaat van de vrouw.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/723932 / DW RK 22/378 MK/SM

    Klaagster beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte loonbeslag heeft gelegd. Er is een verstekvonnis gewezen ten laste van klaagster. De onherroepelijkheid van het vonnis is komen vast te staan, alsmede de grondslag om te executeren. Onder die voorwaarden staat het de gerechtsdeurwaarder vrij, ingevolge artikel 434 juncto 435 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, beslag te leggen op (alle) vermogensobjecten van klaagster, waaronder beslag op het loon. Klacht ongegrond.