Zoekresultaten 3301-3310 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1227

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is begin 2021 door de huisarts onderzocht vanwege toegenomen klachten bij het lopen. Zij schreef zelf de klachten toe aan spataderen op het linker onderbeen. De huisarts heeft klaagster zowel staand als zittend en liggend op de onderzoeksbank lichamelijk onderzocht. Klaagster verwijt de huisarts dat hij (1) klaagster op de onderzoeksbank seksueel heeft aangerand en (2) zijn vertrouwenspositie als huisarts heeft gebruikt door haar op persoonlijke plekken aan te raken. Het Regionaal Tuchtcollege kan niet vaststellen hoe het deel van het onderzoek dat op de onderzoeksbank heeft plaatsgevonden precies is verlopen. Dat brengt mee dat niet kan worden vastgesteld of de huisarts grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond binnen de behandelrelatie. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert wel dat de huisarts lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd dat niet in overeenstemming was met de standaard van de beroepsgroep, zonder deze werkwijze duidelijk toe te lichten aan klaagster, laat staan haar daarvoor om toestemming te vragen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht daarom gegrond verklaard en de arts een waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de huisarts tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4854

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager is aangehouden wegens rijden onder invloed. De psychiater heeft in opdracht van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) een onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager en heeft klager onderzocht op alcoholmisbruik. De psychiater heeft een rapport opgesteld. Klager verwijt de psychiater dat de rapportage niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet, omdat de psychiater ten onrechte stelt dat er sprake is van een alcoholpatroon en dat er aanwijzingen zijn voor alcoholtolerantie en dat hij ten onrechte concludeert dat er sprake is van onderrapportage. De psychiater heeft de klacht bestreden. Het college is van oordeel dat het rapport aan de gestelde eisen voldoet en komt tot de conclusie dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond. Wel heeft het college de psychiater geadviseerd om in overleg te gaan met zijn organisatie om het format, waarvan gebruik wordt gemaakt bij het opstellen van het rapport, aan te passen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-286/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Ruime mate van vrijheid bij de behartiging van de belangen van de client. Tijdsverloop van 4 dagen tussen opvragen verhinderingen en aanvraag kort geding. Het nalaten om voor de aanvraag aanvullende verhinderingen op te vragen is als zodanig niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het maken van bezwaar tegen een uitstelverzoek in het belang van de client is ondanks dat de motivering voor dat bezwaar onvolledig was, evenmin tuchtrechtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22/776/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij zijn kerntaak als rechtsbijstandsverlener ernstig heeft veronachtzaamd, niet dan wel op gebrekkige wijze zijn medewerking heeft verleend aan het dekentoezicht, onzorgvuldig heeft gehandeld doordat bij hem in behandeling zijnde dossiers toegankelijk zijn voor een niet-geheimhouder en in meerdere dossiers de dossieropbouw en dus de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats zijn gebleken. Schorsing van twaalf weken, waarvan acht weken voorwaardelijk, waarbij de raad als bijzondere voorwaarde stelt dat verweerder binnen vier weken na de beslissing alsnog de gevraagde bescheiden bij de deken zal aanleveren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-469/AL/MN

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft klager, haar cliënt, niet op de hoogte gesteld van een van het hof gewezen arrest als gevolg waarvan klager niet in de gelegenheid is geweest om vrijwillig aan het arrest te voldoen. Verweerster heeft het arrest niet tijdig aan klager toegestuurd omdat zij ziek was en daartoe niet is staat was. Zij heeft daarbij erkend dat ze dit wel had moeten (laten) doen. Verweerster heeft aan klager en aan de advocaat van de wederpartij haar excuses gemaakt en ze heeft aangeboden om de (als gevolg van het nalaten van verweerster) door klager gemaakte kosten aan hem te vergoeden. Gelet op al deze omstandigheden en het feit dat verweerster niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, ziet de raad aanleiding om te volstaan met gegrondverklaring van dit klachtonderdeel zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-310/AL/GLD

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Ruime mate van vrijheid bij de behartiging van de belangen van de client. De verplichting van een advocaat om voldoende rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij strekt niet zover dat een advocaat een kort geding procedure niet mag intrekken, wanneer dat in het belang is van diens cliënt, alleen omdat de wederpartij (mogelijk) een tegenvordering wil instellen. Naar het oordeel van de raad blijkt uit de zich in het dossier bevindende stukken niet dat verweerder reden had om aan te nemen dat de stukken die hij van zijn cliënte had gekregen gestolen waren of anderszins onrechtmatig waren verkregen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4363

    Gegronde klacht tegen een arts. De arts, werkzaam bij een crisisdienst, heeft erkend dat hij een seksuele relatie is aangegaan met een cliënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en waarmee hij een behandelrelatie had. Hiermee heeft de arts de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening ernstig overschreden. Voor de veiligheid en het welzijn van cliënten is het noodzakelijk dat een zorgverlener de professionele grenzen van de beroepsgroep respecteert en in acht neemt. De verantwoordelijkheid voor de bewaking van die grenzen ligt uitdrukkelijk bij de arts. Het geldt in het bijzonder voor een arts die werkzaam is in de geestelijke gezondheidszorg vanwege de verhoogde kwetsbaarheid van de aan zijn/haar zorg toevertrouwde cliënten. Het tweede verwijt, dat de arts de verwijsbrief van de voorgenomen verwijzing van de cliënte pas na negen maanden heeft verstuurd, is ook gegrond. Door zo lang te wachten met het versturen van de verwijzing heeft de arts de cliënte de kans op een tijdige en passende behandeling onthouden.De ernst van de verweten gedragingen rechtvaardigt als uitgangspunt een maatregel die een beroepsbeperking meebrengt. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden schorst het college de bevoegdheid van de arts om de aan de inschrijving in het BIG-register verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar – waarbij de proeftijd ingaat op de dag dat de beslissing van het college onherroepelijk is geworden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-775/DB/LI/D

     Dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij stelselmatig in gebreke is gebleven de door de deken gevraagde bescheiden te verschaffen, hetgeen strijdig is met het bepaalde in gedragsregel 29 en heeft gehandeld in strijd met de uit artikel 6.5 lid 1 sub b Voda voortvloeiende administratieplicht. Schorsing voor de duur van 6 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:36 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-164/AL/GLD 22-165/AL/GLD 22-166/AL/GLD 22-167/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klaagsters hebben in hun hoedanigheid van bestuurder en aandeelhouder hoogstens een afgeleid belang maar dat is onvoldoende om hun klachten over verweerders ontvankelijk te doen zijn. Dat klaagsters door het handelen of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in hun belangen zijn getroffen, is niet gebleken. De raad verklaart klaagsters niet-ontvankelijk in hun klachten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-821/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij klagers cliënten rechtstreeks heeft aangeschreven en heeft geprobeerd een wig te drijven tussen klager en zijn cliënten. Daarnaast heeft verweerder zonder enig voorafgaand onderzoek en zonder deugdelijke onderbouwing in zijn e-mail aan mr. A een ernstige beschuldiging aan klagers adres geuit en zich in een e-mail aan de rechtbank en de door de rechtbank benoemde deskundige onnodig grievend over klager uitgelaten. Berisping.