Zoekresultaten 13531-13540 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:87 Raad van Discipline Amsterdam 19-183/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/344468/KL RK 18-159

    Klager verwijt de notaris in de kern dat zij onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van een levenstestament en het wijzigen van het testament van erflaatster, omdat erflaatster op dat moment niet in staat was haar wil daaromtrent te bepalen.   De kamer overweegt dat de door klager aangehaalde omstandigheden niet uitsluiten dat erflaatster haar wil kon bepalen. Wel geven zij aanleiding om de wilsbekwaamheid nader te onderzoeken. Dat heeft de notaris in haar gesprekken met erflaatster ook gedaan. De notaris is daarbij tot de conclusie gekomen dat erflaatster bekwaam was om haar wil te bepalen. Het was aan de notaris om vast te stellen of erflaatster voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Slechts als daarover bij haar gerede twijfel zou bestaan, diende zij verdere stappen, zoals genoemd in het Stappenplan, in overweging te nemen. De notaris heeft de eerste stappen van het Stappenplan gevolgd en is vervolgens tot de conclusie gekomen dat erflaatster in staat was om haar wil te bepalen. Daarom heeft de notaris geen indicerend arts ingeschakeld. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet gebleken. De verklaring van [ X ] dateert van enkele maanden na het passeren van het (levens)testament. Die zegt daarmee onvoldoende over de situatie van erflaatster ten tijde van het passeren van de aktes. Bovendien blijkt uit de verklaring niet, anders dan klager meent, dat erflaatster niet in staat zou zijn om een (levens)testament op te maken. Naar het oordeel van de kamer kon en mocht de notaris concluderen dat erflaatster wilsbekwaam was om haar (levens)testament op te maken. De kamer heeft daarom de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:88 Raad van Discipline Amsterdam 18-807/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij. Vaststaat dat verweerster informatie uit een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming en een proces-verbaal met mr. A heeft gedeeld. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat haar cliënt een belang had bij de uitkomst van de procedure die mr. A namens zijn cliënt tegen klaagster voerde, en dat verweerster aldus in het belang van haar cliënt heeft gehandeld. Verweerster heeft voldoende rekening gehouden met de belangen van klaagster. Daarbij heeft verweerster onbetwist gesteld dat er geen sprake is van een overeenkomst tot geheimhouding welke door het handelen van verweerster zou kunnen zijn geschonden. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.314

    Klacht tegen een neurochirurg. De neurochirurg heeft klager onder algehele narcose geopereerd. Na de operatie verdwenen de klachten van klager niet en bleek dat de neurochirurg klager op het verkeerde niveau heeft geopereerd. Klager verwijt de neurochirurg dat hij een fout heeft gemaakt bij de operatie door op een onjuist niveau te opereren, terwijl klager niet is geïnformeerd over het risico dat hij op een onjuist niveau zou worden geopereerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, omdat het bepalen van het operatieniveau volgens geldende beroepsnormen is uitgevoerd en dat sprake is van een complicatie en dus geen tuchtrechtelijk verwijtbare fout. Gelet op de geringe kans dat deze complicatie zich kan voordoen is niet gebruikelijk dat deze mogelijkheid tijdens de preoperatieve voorlichting wordt besproken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18116 a

    Klacht tegen fysiotherapeut, dat hij een behandeling heeft uitgevoerd zonder daartoe bekwaam te zijn en zonder informed consent van klaagster. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:82 Raad van Discipline Amsterdam 19-035/A/A

    Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft een beroepsfout gemaakt door de gronden van beroep niet tijdig in te dienen. Verweerder heeft zijn cliënte daarvan pas veel later op de hoogte gesteld. Met name de manier waarop verweerder met zijn beroepsfout is omgegaan (kop in het zand steken) rekent de raad hem zwaar aan. Voorwaardelijke schorsing van vier weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.313

    Klager komt in beroep van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Klager is onder algehele narcose geopereerd. De anesthesioloog heeft de beademingsbuis ingebracht. Klager verwijt de anesthesioloog dat hij een fout heeft gemaakt bij de intubatie, waardoor schade aan zijn gebit is ontstaan. Klager ontkent bovendien dat hij voorafgaand informatie heeft ontvangen over de mogelijkheid van schade aan het gebit door intubatie. Klager meent dat de anesthesioloog de kosten van implantaten en letselschade moet vergoeden. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 657180/NT 18-56

      Klagers verwijten de notaris - kort samengevat – het volgende: De notaris heeft in strijd gehandeld met artikel 21 lid 2 Wna. Hij had zijn diensten moeten weigeren ten aanzien van de akten van 10 augustus 2017 en 22 december 2017. De akte van herstel en dwaling van 10 augustus 2017 is te kwalificeren als een handeling in strijd met het recht, terwijl de leveringsakte van 22 december 2017 kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg heeft: onttrekking van een perceel van 170m² aan de eigendom van de gemeente en de zeggenschap van de gemeenteraad, terwijl deze grond in geval van snippergroen een waarde van bijna € 50.000 zou hebben.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:83 Raad van Discipline Amsterdam 18-1034/A/A

    Deels gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft een beroepsfout gemaakt door de echtscheidingsbeschikking niet tijdig in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand. Zij heeft dit erkend en klager hiervoor haar excuses aangeboden. Ook heeft zij haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar op de hoogte gesteld van haar omissie. Het restant van het door klager aan haar verschuldigde bedrag heeft zij kwijtgescholden. Gelet op dit alles en haar blanco tuchtrechtelijke verleden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:84 Raad van Discipline Amsterdam 19-015/A/NH

    Ongegronde klacht van een derde. Het gaat om privégedragingen van verweerster. Verweerster heeft met de wijze waarop zij klager heeft verzocht de artikelen over haar op zijn blog te verwijderen het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad.