Zoekresultaten 9841-9850 van de 45167 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:134 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210018
- Datum publicatie: 21-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:134
Klacht over eigen advocaat. Wederzijds hoger beroep. Het hof deelt het oordeel van de raad dat het verweerder vrijstond de toevoegingen zonder voorafgaand overleg met zijn client te declareren. De raad heeft dit klachtonderdeel terecht ongegrond verklaard. Het hoger beroep van verweerder richt zich op de opgelegde maatregel. Het hof oordeelt dat verweerder aanmerkelijk onzorgvuldig heeft gehandeld door het door klager opgestelde persoonlijke verslag integraal over te nemen in een processtuk en dit vervolgens zonder voorafgaand overleg in te dienen. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij het verslag niet zonder het zorgvuldig door te nemen en te redigeren zou indienen. Bekrachtiging beslissing raad. Berisping en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:135 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210050
- Datum publicatie: 21-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:135
Klacht tegen de eigen advocaat. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de verzetbeslissing van de raad, waarin het verzet tegen klachtonderdeel c) gegrond is verklaard. De raad heeft overwogen dat de voorzittersbeslissing op dit punt uitgaat van een verkeerde lezing van klachtonderdeel c) waardoor in redelijkheid aan de juistheid van die beslissing kan worden getwijfeld. Bij r.o. 4.2 onder ‘beoordeling’ overweegt de raad dat klachtonderdeel c) zoals geformuleerd in de voorzittersbeslissing wordt gewijzigd in die zin dat het klachtonderdeel luidt dat verweerder de stukken uit eerdere procedures niet in de nog lopende bodemprocedure bij de rechtbank Amsterdam heeft overgelegd. Vervolgens heeft de raad dit klachtonderdeel inhoudelijk beoordeeld en klachtonderdeel c) alsnog ongegrond verklaard.Het hof wijst erop dat het duidelijker zou zijn geweest indien de raad in de verzetbeslissing onder 3.1 de juiste en te beoordelen klachtomschrijving van klachtonderdeel c) zou hebben omschreven in plaats van te verwijzen naar de door de raad als onjuist gekwalificeerde klachtomschrijving van klachtonderdeel c) in de voorzittersbeslissing. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:136 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210060
- Datum publicatie: 21-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:136
Klacht over kwaliteit dienstverlening van eigen advocaat. Hoger beroep verweerder. Te laat indienen van stukken bij de rechtbank en gang van zaken bij interne klachtbehandeling. Verweerder stelt dat hij de zaak weliswaar op een eerder moment had overgenomen, maar pas op een later moment overeenstemming met de verzekeraar had bereikt over de formele opdracht tot de behandeling van het dossier. Het hof stelt vast dat verweerder, nadat hij de zaak had overgenomen, op de hoogte is geraakt van de zittingsdatum. Verweerder wist dat er een termijnrisico voor het indienen van stukken bestond en had daarnaar moeten handelen. Door het onvoldoende proactief en voortvarend handelen werd het stuk niet tijdig ingediend bij de rechtbank. Het tegen dit klachtonderdeel gerichte beroep faalt. Het klachtonderdeel over de interne klachtbehandeling verklaart het hof, gelet op hetgeen door verweerder is aangevoerd, alsnog ongegrond. Waarschuwing (i.p.v. berisping) en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:137 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210070W
- Datum publicatie: 21-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:137
Wrakingsverzoek. Ter zitting van 31 mei 2021 heeft verzoekster de voorzitter, i.c. verweerder, gewraakt. Verweerder heeft in het verleden een zaak over een tentamenuitslag van haar behandeld bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs. Volgens verzoekster was het gedrag van verweerder in deze zaak onacceptabel. De wrakingskamer heeft het wrakingsverzoek afgewezen. Als uitgangspunt geldt dat de enkele omstandigheid dat een rechter al eerder bemoeienis heeft gehad met een zaak van dezelfde partij onvoldoende is om, objectief gezien, de vrees voor partijdigheid te rechtvaardigen. Daarnaast is het de wrakingskamer onduidelijk wat verzoekster verweerder nu verwijt. Wegens misbruik van recht zal een volgend wrakingsverzoek van verzoekster niet in behandeling worden genomen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:131 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200249
- Datum publicatie: 21-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:131
Klacht over eigen advocaat inzake de kwaliteit van de dienstverlening in een letselschadezaak. Verweerster heeft eerst als juridisch medewerker onder de verantwoordelijkheid van een advocaat en vervolgens als advocaat twee dossiers voor klaagster behandeld. Een deel van de klacht wordt in beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het advocatentuchtrecht enkel geldt voor advocaten (en niet voor juridisch medewerkers). Het verwijt - dat verweerster na sluiting van dossier 2 wegens gebrek aan redelijke kans van slagen niet bereid was het dossier te heropenen op basis van door klaagster gestelde nieuwe informatie - is ongegrond, omdat klaagster onvoldoende onderbouwd heeft dat dit standpunt van verweerster ondermaats was. Voor zover verweerster in dit verband als nevenreden opgaf dat het dossier niet heropend kon worden omdat de toevoeging al gedeclareerd was, oordeelt het hof dat dit weliswaar onjuist is maar geen zelfstandige betekenis heeft. Het verwijt dat verweerster dubbel gedeclareerd zou hebben, omdat zij zowel gefactureerd heeft als een toevoeging heeft geïnd, is eveneens ongegrond. Voor dit dossier was immers geen toevoeging verleend. Verweerster heeft in dit verband klaagster onjuist geïnformeerd, maar dat is geen onderdeel van de klacht. Deels vernietiging en niet-ontvankelijkverklaring. Deels bekrachtiging beslissing raad: ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:55 Accountantskamer Zwolle 21/223 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:55
Kantoortoetsingen. Betrokkene heeft een eigen accountantskantoor en is door middel van een overeenkomst van opdracht werkzaam voor een ander accountantskantoor. Beide kantoren zijn getoetst. De NBA heeft bij beide kantoren tekortkomingen op zowel stelsel- als dossierniveau aangetroffen. Nadat het verbeterplan is uitgevoerd bleek bij het andere kantoor nog steeds van tekortkomingen. Dit kantoor heeft vervolgens de samenwerking met betrokkene stopgezet en treedt niet langer als accountantskantoor naar buiten. Betrokkene heeft naar aanleiding van de klacht over zijn eigen kantoor alleen verweer gevoerd met betrekking tot de PE-punten en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Beide verweren slagen niet. Het verweer van betrokkene dat de toetser niet integer was en zijn werk niet goed heeft gedaan slaagt evenmin. Hieruit volgt dat de klacht gegrond is. Aan betrokkene wordt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers van 2 jaar opgelegd. Daarbij is overwogen dat betrokkene geen/onvoldoende medewerking heeft verleend aan de toetsing, dat sprake is van ernstige tekortkomingen en dat betrokkene op de zitting geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het feit dat hij flinke steken heeft laten vallen. Dit is des te ernstiger nu betrokkene niet alleen verantwoordelijk was voor het kwaliteitssysteem van zijn eigen onderneming, maar ook van het andere kantoor. Betrokkene heeft verder geen professioneel-kritische houding aangenomen ten opzichte van de resultaten van de toetsing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:56 Accountantskamer Zwolle 20/2635 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:56
Klacht over diverse werkzaamheden accountant exploitant campings. Klacht gedeeltelijk gegrond; strijd met fundamentele beginselen van vertrouwelijkheid en objectiviteit. Betrokkene heeft vertrouwelijke gegevens gedeeld met een derde. Dat, althans volgens betrokkene, sprake was van een staande praktijk, dat dit de samenwerking tussen klager en de derde ten goede kwam en dat klager hiervan op de hoogte was maakt dit niet anders, omdat daarin niet ligt besloten dat klager schriftelijk zijn toestemming tot het delen van vertrouwelijke informatie heeft gegeven. Betrokkene heeft niet, althans niet voldoende onderkend dat klager en derde tegenstrijdige belangen hadden. Klager was bij de overeenkomsten inzake de campings immers koper en huurder en derde verkoper en verhuurder, terwijl betrokkene van zowel klager als derde opdrachten heeft aangenomen en die opdrachten zowel feitelijk als juridisch sterk met elkaar waren verweven. Betrokkene heeft de hierin besloten liggende bedreiging voor zijn objectiviteit niet op de voet van artikel 21 VGBA geïdentificeerd en beoordeeld en hij heeft vervolgens geen toereikende maatregel genomen en in zijn dossier vastgelegd die ertoe leidde dat hij zich aan het fundamentele beginsel van objectiviteit kon houden.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2021:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2021/13
- Datum publicatie: 20-08-2021
- Datum uitspraak: 20-08-2021
- ECLI:NL:TGZRGRO:2021:22
Klacht tegen huisarts. Klagers partner heeft – toen klager in een verwarde/psychotische toestand verkeerde – telefonisch contact met de huisarts gezocht. De huisarts heeft telefonisch medicatie voorgeschreven voor klager en heeft een paar dagen later een visite afgelegd. Klager verwijt de huisarts dat hij telefonisch medicatie heeft voorgeschreven en dat hij zonder klagers toestemming enkele dagen bij hem later langs is geweest. Ook verwijt klager de huisarts dat deze zijn praktijk – waar hij nu nog als waarnemer werkt – aan een andere huisarts heeft overgedragen. Het college is van oordeel dat de huisarts niet verwijtbaar heeft gehandeld. Het voorschrijven van medicatie en het huisbezoek waren beide geïndiceerd. Dat de medicatie telefonisch werd voorgeschreven en dat de visite niet met toestemming van klager gebeurde, maken het handelen van de huisarts onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. En het overdragen van een praktijk levert evenmin een tuchtrechtelijk verwijt op. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-654
- Datum publicatie: 20-08-2021
- Datum uitspraak: 26-07-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:163
Verweerder is opgetreden tegen klaagster. Klaagster is bestuurder en aandeelhouder van een oud-cliënt van verweerder. De raad beschouwt klaagster als een voormalige cliënte van verweerder als bedoeld in gedragsregel 15. Verweerder heeft in strijd met die gedragsregel gehandeld. De raad legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-428
- Datum publicatie: 19-08-2021
- Datum uitspraak: 07-06-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:159
Verzet ongegrond. De voorzitter noch de raad beschikten over kennelijk relevante medische stukken van klaagster zodat daarmee geen rekening kon worden gehouden.