Zoekresultaten 13631-13640 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:227 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180175D

    Dekenbezwaar. Verweerder is zakelijke banden aangegaan met (veroordeelde) criminelen en is in dat verband aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij criminele activiteiten. Verweerder heeft in dit verband minst genomen de schijn gewekt dat hij is opgetreden als facilitator van criminele activiteiten. Bekrachtiging beslissing van de raad, schrapping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:228 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180139

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft stukken niet fatsoenlijk en gestructureerd aan het gerechtshof aangeleverd. Tevens appel van de deken voor maatregel en verzoek om uitspraak onzorgvuldig rechtshulpverlening. Verweerder heeft niet de zorgvuldigheid betracht die een behoorlijk rechtshulpverlener betaamt (art. 48 lid 9 jo. 57 lid 2 Aw), nu verweerder doorlopend fouten heeft gemaakt in de echtscheidingsprocedure van klager die een structureel beeld geven van onzorgvuldig handelen. Schorsing 4 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 657000/NT 18-55

    Klacht over wilsbekwaamheid. De kamer is van oordeel dat de notaris genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat zowel de kandidaat-notaris in het voortraject als de notaris zelf ten tijde van het passeren van het testament voldoende alert zijn geweest op de wilsbekwaamheid van testatrice. De stelling van klaagster dat een lage prijs voor notariële dienstverlening betekent dat onzorgvuldig is gewerkt, deelt de kamer niet. Dat testatrice 78 jaar oud was (naar huidige begrippen geen bijzonder hoge leeftijd) en dat haar administratie was uitbesteed en haar (andere) dochter over haar bankpasje beschikte, behoefde in het onderhavige geval voor de notaris geen reden te zijn om nader onderzoek te (laten) doen naar de wilsbekwaamheid van testatrice. Weliswaar heeft klaagster aangevoerd dat testatrice laag opgeleid was en beschikte over een laag cognitief vermogen en een gebrekkig beeld van de realiteit en dat testatrice sinds 2007 last had van geheugenstoornissen, maar die omstandigheden (voor zover al juist) brengen niet met zich dat testatrice haar wil niet (meer) kon bepalen. Dat testatrice zich (voor de notaris kenbaar) door derden heeft laten beïnvloeden is niet gebleken.  Met betrekking tot de inhoud van de gesprekken die hebben geleid tot het passeren van het testament heeft de notaris zich terecht op haar geheimhoudingsplicht beroepen. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/434

    Klaagster verwijt verweerder, fysiotherapeut, (o.a.) dat hij haar onheus heeft bejegend door tijdens een bindweefselmassage door te vragen naar haar angsten en haar - zonder haar toestemming - onder haar kleding en ondergoed heeft gemasseerd. Verweerder betwist dat nadrukkelijk. Deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/442

    De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster de breuk, ontstaan na de val van klaagster, niet tijdig heeft onderkend, geen goede nazorg heeft verleend en klaagster niet correct heeft bejegend. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/655879 / DW RK 18/547

      Mondelinge beslissing op verzet. Verzet is ingekomen buiten de wettelijke termijn van veertien dagen. Niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:20 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180124

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder zou feitelijk onjuiste informatie hebben verstrekt aan de kantonrechter. Tevens zou verweerder een voormalig advocaat van klager hebben aangeschreven en vertrouwelijk informatie met hem hebben gedeeld, terwijl hij wist dat deze advocaat niet meer voor klager optrad. In hoger beroep heeft klager  daarnaast aangevoerd dat de voorzitter van de kamer die de bestreden beslissing heeft genomen niet in overeenstemming met art. 46b lid 2 Advocatenwet zou zijn benoemd, zodat de beslissing nietig is. Het hof verwerpt dit betoog bij gebrek aan feitelijke grondslag, nu deze (plaatsvervangend) voorzitter van de raad is benoemd door de hiertoe bevoegde Minister voor Rechtsbescherming. Met de raad is het hof van oordeel dat verweerder bij het verstrekken van informatie aan de kantonrechter ruimschoots is gebleven binnen de hem toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Ter zake van de gestelde schending van Regel 25 oordeelt het hof dat deze regel ziet op de verhouding van de advocaat tot zijn beroepsgroep, zodat klager hierop geen beroep kan doen, en verweerder overigens veeleer in de geest van deze gedragsregel lijkt te hebben gehandeld. Ter zake van de gestelde schending van Regel 3 lid 6 oordeelt het hof dat de derde aan wie verweerder volgens klager geen informatie had mogen verstrekken, de voormalig advocaat van klager is, die is onderworpen aan een geheimhoudingsplicht. Met de raad is het hof van oordeel dat het inkopiëren van de voormalig advocaat van klager onvoldoende ernstig is voor een tuchtrechtelijk verwijlt. Het hof acht de klacht daarom ongegrond en bekrachtigt de  beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 655043/NT 18-46

      Wilsbekwaamheid erflater? In zijn klaagschrift heeft klager een aantal indicatoren vermeld die volgens hem met zich brachten dat getwijfeld diende te worden aan de wilsbekwaamheid van erflater bij het passeren van het testament op 2 februari 2016. De kamer stelt vast dat deze indicatoren grotendeels ook opgaan voor het drie dagen eerder passeren van het testament door een andere notaris (die mede namens klager was benaderd). De kamer constateert dat de andere notaris kennelijk geen twijfel had aan de wilsbekwaamheid van erflater bij het passeren van het testament en het levenstestament op 30 januari 2016. De kamer is wel van oordeel dat de notaris het afschrift van het testament beter had kunnen achterhouden totdat erflater was verhuisd, in plaats van het op verzoek van erflater te zenden aan de (veronderstelde) gemachtigde van klager. Daarna had de notaris aan erflater zelf het afschrift kunnen zenden. Dat geldt te meer nu de notaris ook geen concept van het testament aan erflater heeft gezonden. Dat onderdeel van de klacht is dus gegrond, maar de kamer legt de notaris geen maatregel op.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.328

    Bij klaagster was sprake van niersteenlijden en recidiverende urineweginfecties. In overleg met klaagster werd besloten tot een operatie, een zogenaamde flexibele uretero-reno-scopie, waarbij de niersteen wordt verwijderd via de urineleider. De arts, uroloog, heeft de operatie uitgevoerd. Tijdens die operatie werd geconstateerd dat sprake was van een scheur in de urineleider. Vervolgens werd besloten tot een open operatie om het letsel te herstellen. Tijdens de opname heeft de arts in overleg met klaagster een psycholoog in consult geroepen. Klaagster verwijt de arts dat hij: 1) de operatie niet zorgvuldig heeft uitgevoerd waardoor de scheur in de urineleider is ontstaan, als gevolg waarvan klaagster blijvende (gynaecologische) klachten heeft gehouden, 2) ondanks een (te) hoge bloeddruk de operatie is begonnen, en 3) er sprake is geweest van belangenverstrengeling doordat hij zijn dochter, tevens werkzaam in het ziekenhuis als psycholoog, voor klaagster heeft ingeschakeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.265

    Klacht tegen een arts die op verzoek van een gemeente een sociaal-medisch onderzoek heeft uitgevoerd naar de noodzaak van de aanschaf van een epilepsie-alarmapparaat in het kader van de bijzondere bijstand. De arts heeft een negatief advies afgegeven. Klagers verwijten de arts een vooringenomen houding, hij zou niet goed geluisterd hebben naar betrokkenen, hij heeft een ondeugdelijk adviesrapport afgegeven en niet gereageerd op een brief van de gemachtigde van klagers. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.