Zoekresultaten 21011-21020 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-287/DB/OB

    Geheimhoudingsplicht geschonden door de door klaagster gehanteerde franchiseovereenkomst onder vermelding van de naam van klaagster aan een andere cliënt toe te sturen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:91 Accountantskamer Zwolle 16/335 Wtra AK

      Klacht dat verklaring van accountant dat klaagster koper is van 50% van de eigendomsrechten van een paard in strijd met de waarheid is. Aan verklaring kan aspect van assurance niet worden ontzegd. Dergelijke verklaring moet deugdelijke grondslag hebben. In dit geval ontbreekt die grondslag omdat onderzoek betrokkene onvolledig is geweest. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-331/DB/ZWB

    Advocaat behoeft, behoudens uitzonderingen op grond van de Wwft, waarvan in deze niet is gebleken, niet na te gaan met welke gelden zijn cliënt zijn declaratie betaalt. Klaagster komt geen klachtrecht toe ter zake het al dan niet ten onrechte niet aanvragen van een toevoeging door de advocaat van de wederpartij. Geen gronden in verzet aangevoerd die leiden tot een ander oordeel. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:186 Raad van Discipline Amsterdam 16-797/A/A

     Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-206/DB/ZWB

    Verweerder is oprichter van een advocatennetwerk en contactpersoon van marketingbureau X. Klager had tot 1 oktober 2014 een overeenkomst met X op basis waarvan bellers uit een bepaalde regio van een bepaald lokaal netnummer werden doorverbonden met klager (als lid van dat netwerk), aan wie dit netnummer was gekoppeld. Na beëindiging van de overeenkomst van klager met X is het netnummer gekoppeld aan het kantoor van verweerder. Dit betekent nog niet dat verweerder wist of had moeten weten dat het telefoonnummer in de Google-vermelding van het kantoor van klager na beëindiging van voormelde overeenkomst ongewijzigd was gebleven, waardoor personen die dit nummer belden met het kantoor van verweerder werden doorverbonden. Het lag op de weg van klager zelf om er na de beëindiging van de overeenkomst met X al dan niet in overleg of samenspraak met X voor zorg te dragen dat het telefoonnummer in de Google-vermelding van zijn kantoor gewijzigd werd. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-273/DB/OB

    De kwestie, waarin verweerder in 2014 namens X optrad, had betrekking op de benoeming van een mentor over de partner van klager en had niets van doen met de kwestie waarin verweerder klager in 2000 heeft bijgestaan. Evenmin is gebleken dat verweerder gebruik heeft gemaakt van informatie die klager hem bij de behandeling van de zaak in 2000 vertrouwelijk heeft toevertrouwd. Niet gebleken dat verweerder uit rancune jegens klager wegens problemen over een declaratie uit 2000 heeft gehandeld. Klacht ongegrond  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:291 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.444

      Klacht tegen een arts (ANIOS). Klagers verwijten de arts (samengevat) dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in de Acute Dienst op 7 november 2013.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:298 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.109

      De klacht is gericht tegen een gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog o.a. dat zij delen van haar dossier naar derden (klaagsters adoptiefmoeder) heeft gestuurd zonder toestemming.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de gz-psycholoog berispt. De gz-psycholoog richt zich in beroep tegen de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat klaagster geen klacht heeft ingediend over de dossiervoering van de gz-psycholoog. Hetgeen bij het Regionaal Tichtcollege aan de orde is gekomen over de wijze van dossiervoering door de gz-psycholoog staat niet in zodanig verband met de in deze procedure voorliggende klachtonderdelen dat dit een rol dient te spelen bij de zwaarte van de op te leggen maatregel. Waarschuwing i.p.v. berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:292 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.446

      Klacht tegen een psychiater. De klacht bevat vier onderdelen a) de psychiater is acuut gestopt met alle medicijnen (150 mg Anafranil, Xanax, Seroquel) b) de psychiater vertelde klaagster dat er met haar niets aan de hand was c) er vond geen overleg met klaagster of haar familie plaats d) de psychiater zei dat klaagster ‘hem in de maling had genomen’. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, de psychiater ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd, de klacht voor het overige afgewezen en bepaald dat om redenen, aan het algemeen belang ontleend, de beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift Medisch Contact. De psychiater heeft in beroep toegelicht dat het Regionaal Tuchtcollege zijn beslissing heeft gebaseerd op een onvolledig dossier omdat hij in eerste instantie slechts een beperkte selectie uit het medisch dossier had overgelegd. Uit het medicatieoverzicht vanaf 9 februari 2011 (door psychiater overgelegd als productie 9 bij het beroepschrift) blijkt niet dat alle medicijnen van klaagster op enig moment acuut zijn gestopt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, voor zover daarin de klacht gedeeltelijk (onderdeel a.) gegrond is verklaard en de psychiater de maatregel van berisping is opgelegd, en in zoverre opnieuw rechtdoende, verklaart dit klachtonderdeel (a.) alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:293 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.457

    klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij de juiste diagnose heeft gemist bij de echtgenoot van klaagster tijdens haar dienst bij de HAP. Zij heeft niet aan een cardiaal probleem gedacht, de echtgenoot van klaagster ten onrechte niet zelf onderzocht en niet doorverwezen naar een ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de huisarts.