Zoekresultaten 20181-20190 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/055

        De klacht is gericht tegen een specialist ouderengeneeskunde en betreft de behandeling van klaagsters echtgenoot (verder te noemen: de patiënt) tijdens zijn opname op de psychogeriatrische afdeling in het verpleeghuis. Klaagster verwijt de arts dat zij is tekortgeschoten in de zorgverlening ten aanzien van de patiënt onder andere door de gezondheidstoestand van de patiënt niet nauwkeurig te controleren, klaagster daarover niet adequaat te informeren, geen professionele hulp in te schakelen toen de toestand van de patiënt verslechterde, en hem niet tijdig in te sturen naar het ziekenhuis. De klacht heeft voorts betrekking op de communicatie met het ambulancepersoneel. De arts heeft de klacht weersproken. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:262 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160177

    Bekrachtiging van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-058

      Ongegronde klacht van weduwnaar en zoon van overleden patiënte tegen internist, hoofdbehandelaar. Geen sprake van onvoldoende regie door de arts.  Correcte overdracht tijdens  afwezigheid. Niet gebleken dat de arts patiënte voor brandwonden en ernstige buikklachten heeft terugverwezen naar haar huisarts. De beslissing om aan patiënte geen Avastin toe te dienen naast Oxaliplatin kon worden genomen, gelet op het advies van de Commissie Beoordeling Oncologische Middelen en de afweging tussen verwachte positieve effect en bijwerkingen. Mededeling arts om patiënte niet verder te behandelen was op dat moment verdedigbaar. Niet vast komen te staan dat de arts verantwoordelijk was voor niet meenemen uitslag PET-scan bij beslissing om niet te opereren. Onvoldoende effectief gecommuniceerd  maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Niet gebleken van onvoldoende nazorg na aanvragen second opinion ander ziekenhuis. Late afhandeling klacht bij klachtencommissie ziekenhuis niet toe te rekenen aan de arts. Klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/390GZP

      Klaagster is als gezinsvoogdijinstelling belast met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen. De klacht houdt –kort samengevat- in dat de gezondheidszorgpsycholoog een onzorgvuldig rapport heeft uitgebracht in het kader van de terugplaatsing van de minderjarige dochter bij de moeder. De gezondheidszorgpsycholoog heeft verweer gevoerd. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-079

      Ongegronde klacht tegen plastisch chirurg. Klager is gezien in verband met pijnklachten in de rechterpink. Voldoende grondig onderzoek. Milde TVS gediagnosticeerd. Dat de arts de twee jaar later door andere arts gestelde diagnose artrose DIP-gewricht rechterpink niet heeft vastgesteld is niet verwijtbaar aangezien artrose zich met de tijd kan ontwikkelen. Geen sprake van geen, dan wel onjuiste diagnose. College constateert geen waardeoordeel, suggestie, of feitelijke onjuistheden in brief van de arts aan huisarts van klager. De arts heeft niet tijdig gereageerd op brieven klager met verzoek aanpassing brief aan huisarts en niet eerder dan ter zitting excuses aangeboden. Dit is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, waarbij in aanmerking is genomen dat klager zelf ook niet is ingegaan op de mogelijkheid om met de arts in bijzijn van klachtenfunctionaris in gesprek te gaan. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/061GZP

      Klaagster is een gecertificeerde instelling in de zin van de Jeugdwet en belast met de uitvoering van civielrechtelijke kinderbeschermingsmaatregelen als ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen. De klacht houdt –kort samengevat- in dat de gezondheidszorgpsycholoog onzorgvuldige  rapportages heeft opgesteld. Volgens klaagster is sprake van ernstige en structurele tekortkomingen in de zorgvuldigheid die in de zorg mag worden verwacht zowel ten aanzien van minderjarigen als de ouders.      De gezondheidszorgpsycholoog heeft verweer gevoerd. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:260 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160265

    Van de door klager ingediende klacht is klachtonderdeel 2 in zijn geheel door de raad gegrond is verklaard. Klachtonderdeel 1 is ten dele gegrond verklaard, doch klager heeft tegen het ongegrond verklaarde deel van klachtonderdeel 1 geen grief gericht. Zodoende is klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn beroep en kan het verzoek van klager om vergoeding van schade niet door het hof in behandeling worden genomen. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW520.2015

      Beslag leggen gedurende een betalingsregeling die werd nagekomen. De klacht is begrijpelijk maar er is sprake van een vergissing en de gerechtsdeurwaarder heeft de ontstane kosten voor zijn rekening heeft genomen. Geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Klacht ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 812.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:255 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160193

    Het hof vernietigt de beslissing van de raad voor zover de raad klager niet-ontvankelijk heeft verklaard voor zover de klacht van klager ziet op gedragingen van de besloten vennootschappen waarvan hij vereffenaar is. Het hof acht klager ontvankelijk, ook in zijn genoemde hoedanigheden. Een rechtspersoon blijft bestaan tijdens de vereffening of liquidatie totdat de vereffenaars klaar zijn. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat de vereffening al zou zijn voltooid. Verweerder heeft in de onderhavige procedure facturen overgelegd van enkele verzekeraars waaruit blijkt dat hij in ieder geval in de jaren 2010 tot en met 2014 verzekerd was tegen beroepsaansprakelijkheid en dat deze verzekeringen voldeden aan de eisen gesteld in de Verordening op de administratie en financiële integriteit van de Nederlandse Orde van Advocaten. Daarmee is de klacht van klager dat verweerder niet verzekerd was in de periode waarin hij stelt dat verweerder een beroepsfout heeft gemaakt, ongegrond. Verweerder stelt voorts terecht dat klager zo lang hij niet concreet de exacte verwijten kenbaar maakt, geen dekkingsbevestiging van een beroepsaansprakelijkheids-verzekeraar kan verlangen.