ECLI:NL:TAHVD:2016:260 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160265

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2016:260
Datum uitspraak: 04-11-2016
Datum publicatie: 27-12-2016
Zaaknummer(s): 160265
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Overige gronden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Van de door klager ingediende klacht is klachtonderdeel 2 in zijn geheel door de raad gegrond is verklaard. Klachtonderdeel 1 is ten dele gegrond verklaard, doch klager heeft tegen het ongegrond verklaarde deel van klachtonderdeel 1 geen grief gericht. Zodoende is klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn beroep en kan het verzoek van klager om vergoeding van schade niet door het hof in behandeling worden genomen. 

Beslissing                       

van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 4 november 2016

in de zaak 160265

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 12 september 2016, nummer 16-420, aan partijen toegezonden op 12 september 2016, waarbij van de klacht van klager tegen verweerder klachtonderdeel 1, voor zover dit onderdeel betrekking heeft op de onvoldoende voortvarende aanpak, gegrond is verklaard, klachtonderdeel 1 voor het overige ongegrond is verklaard, klachtonderdeel 2 gegrond is verklaard, aan verweerder de maatregel van een waarschuwing is opgelegd en verweerder is veroordeeld tot betaling aan klager van € 50,00 aan griffierecht en aan de Nederlandse Orde van Advocaten van € 1.000,00 aan proceskosten.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 9 oktober 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

3    DE BEOORDELING

Volgens het bepaalde in artikel 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet kan de klager, die de klacht heeft ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep instellen indien zijn klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard.

Van de door klager ingediende klacht is klachtonderdeel 2 in zijn geheel door de raad gegrond is verklaard. Klachtonderdeel 1 is ten dele gegrond verklaard, doch klager heeft tegen het ongegrond verklaarde deel van klachtonderdeel 1 geen grief gericht. Zodoende is klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn beroep en kan het verzoek van klager om vergoeding van schade niet door het hof in behandeling worden genomen. 

BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 12 september 2016 onder nummer 16-420.

Aldus beslist door mr. J.C. van Dijk, voorzitter en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2016.

Voorzitter