Zoekresultaten 21-30 van de 172 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4399

    Klacht tegen internist kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van klaagsters moeder, die op 79-jarige leeftijd is overleden in het ziekenhuis waar de internist werkzaam is. Hij was bij de behandeling van patiënte betrokken. Klaagster verwijt verweerder zware nalatigheid op verschillende momenten in de zorg voor patiënte.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-707/AL/GLD

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Bij het indienen van de producties bij de rechtbank is een fout gemaakt, waardoor een productie onvolledig is ingediend. Verweerder is hier verantwoordelijk voor en heeft daarvoor ook zijn verantwoordelijkheid genomen. Overige verwijten, over onder andere het verhogen van het uurtarief en het uitbreiden van de dagvaarding zonder opdracht, zijn ongegrond. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-1003/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerder is eerder geschorst op grond van artikel 60b Advocatenwet. De raad is van oordeel dat verweerder structureel en langdurig in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en deskundigheid heeft gehandeld. Uit zijn handelen blijkt dat hij geen vertrouwen in de rechtspraak, in individuele rechters en (de vertegenwoordigers van) de orde van advocaten heeft. De raad concludeert op grond van alle omstandigheden dat in het belang van (het goed functioneren van) de advocatuur, de rechtspraak en met name in het belang van de rechtzoekenden, het onverantwoord is dat verweerder advocaat blijft. De raad zal verweerder daarom schrappen van het tableau.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4413

    Klacht tegen huisarts ongegrond.  Klager staat sinds juni 2017 in de praktijk als patiënt ingeschreven. Op 26 juni 2017 heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden tussen beklaagde en klager. Hierna zijn veel consulten van klager bij beklaagde gevolgd, vanwege uiteenlopende lichamelijke en psychische (angst)klachten. Klager maakt beklaagde meerdere verwijten. Het college verklaart de klacht ongegrond. Over de klacht van de oogklachten overweegt het college als volgt. Gelet op de gepresenteerde klachten en de bekende voorgeschiedenis van oogklachten acht het college het niet verwijtbaar dat klager niet dezelfde dag op consult is gezien. Hoewel het achteraf beter was geweest dat klager wel was gezien door de huisarts leidt dit niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. De kennis van achteraf wordt bij een tuchtrechtelijke beoordeling buiten beschouwing gelaten. Klager was al twee keer eerder bij de oogarts geweest met soortgelijke klachten waarbij geen afwijkingen waren gevonden. Het is onduidelijk in hoeverre de assistent doorgevraagd heeft naar de alarmsymptomen bij klager. Het advies van de assistente aan klager was daarmee weliswaar niet optimaal, maar klager is wel een vangnetadvies gegeven. Aan klager is meegedeeld dat hij bij pijn of andere klachten weer contact moest opnemen

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:370 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-770/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft zich als advocaat van de wederpartij niet onnodig grievend jegens hem uitgelaten. Evenmin heeft zij feiten geponeerd waarvan zij wist, of moest weten, dat die onjuist waren. In de gegeven omstandigheid mocht verweerster een e-mail rechtstreeks aan klager, in de cc aan zijn advocaat sturen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-105/AL/MN

    Omvangrijke klacht over het optreden van verweerder als advocaat van de wederpartij van klaagster in een langlopend familiegeschil. Klaagster is daarin wel ontvankelijk. Voor de overzichtelijkheid heeft de raad de klachten onderverdeeld in 4 hoofdthema's. Kansloze wrakingen? Ja, verweerder heeft naar het oordeel van de raad niet alleen misbruik van het procesrecht gemaakt met zijn kansloze wrakingen, hij heeft dat bovendien op onvoldoende deskundige en op onvoldoende onafhankelijke wijze gedaan. Tijdens procedures buiten procesrechtelijke kaders getreden? Ja, naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn brieven aan (het bestuur van) gerechtelijke instanties geprobeerd om de procedures met, onder meer, grote hoeveelheden ongebundelde correspondentie te beïnvloeden via overrompeling en door telkens te dreigen met aangiften wat tot vertraging heeft geleid, ten nadele van klaagster. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte, zonder gedegen eigen onderzoek, klaagster en de bij de familiezaken betrokkenen beschuldigd van het plegen van strafbare feiten en van het deel uitmaken van een criminele organisatie, thema 3. Verweerder heeft daarnaast - thema 4 - onvoldoende zorgvuldig gehandeld en met zijn optreden de langdurige strijd tussen de ex-partners ernstig laten escaleren. Hij heeft de ongefilterde standpunten van zijn cliënt overgenomen, niet respectvol gehandeld naar alle betrokken partijen en op persoonlijke titel zijn mening gegeven aan de gezinsvoogdijinstelling. Daarnaast heeft hij klaagster van zware mishandeling van de zoon beschuldigd, zonder eigen onderzoek naar de juistheid daarvan, en alle betrokken instanties gepoogd te beïnvloeden door hen daarover ter beschadiging van klaagster te informeren. De overige verwijten zijn ongegrond. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit geschonden. In dit langlopende familiegeschil heeft hij bovendien bij herhaling olie op het vuur gegooid en onvoldoende professionele distantie tot zijn cliënt gehouden. Door (besturen van) gerechtelijke instanties op oneigenlijke wijze onder druk te zetten heeft verweerder daarnaast volstrekt onbetamelijk gehandeld en de beroepsgroep schade toegebracht. Al deze omstandigheden, het omvangrijke tuchtrechtelijke verleden van verweerder en het ontbreken van inzicht in het laakbare van zijn handelen, resulteert in de beslissing van de raad om verweerder van het tableau te schrappen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2022:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-834/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke kwestie gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:167 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-978/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door na een zitting bij de rechtbank en tijdens de onderbreking van een andere zitting bij de rechtbank tegen klager de volgende grievende opmerkingen te maken: - Hoe haalde klager het in zijn hoofd om zich als ex-FIOD medewerker bezig te houden met zwart geld?- Klager werd verweten dat hij als ex-FIOD medewerker in het verleden fout bezig is geweest.- De fouten die de Belastingdienst in de toeslagenaffaire heeft gemaakt werden klager verweten.- De moeder van klager werd verweten dat zij klager verkeerd heeft opgevoed. De klacht dat verweerder in de klachtprocedure niet de waarheid spreekt en pertinent onjuiste ontkenningen doet is ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2022:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3884

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts zich een mening te hebben gevormd over de persoonlijke situatie van klager en zijn gezin, en zich daarbij grievend, beledigend en zelfs bedreigend jegens klager te hebben uitgelaten. Ook verwijt hij de huisarts aan de doorverwijzing van de dochter van klager naar een specialist de voorwaarde te hebben gesteld dat klager samen met zijn ex-vrouw op gesprek moest komen. Verder heeft de huisarts klager in eerste instantie naar een onjuiste klachtenregeling verwezen. De huisarts heeft de klacht bestreden. Het college is van oordeel dat de huisarts voor het merendeel binnen de grenzen van zijn professionele rol is gebleven. Het algemene beeld uit het dossier is dat de huisarts er alles aan deed om in het belang van de kinderen met beide ouders in gesprek te blijven. De opmerking die de huisarts heeft gemaakt over de verplichting van klager om “living costs” aan zijn ex-vrouw te betalen had hij achterwege moeten laten. Deze (onterechte) inmenging is echter onvoldoende ernstig om de huisarts hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Wat betreft de doorverwijzing naar een specialist is het college van oordeel dat de huisarts zorgvuldig heeft gehandeld door de dochter eerst te willen zien, samen met haar ouders. Niet zeker was of de moeder achter een verwijzing zou staan terwijl in beginsel toestemming van beide ouders nodig is. Het college vindt de vergissing van klager over de klachtenregeling van te weinig gewicht om hem hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De conclusie is dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:206 Raad van Discipline Amsterdam 22-408/A/NH

    Raadsbeslissing. Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. De Raad is van oordeel dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in een familierechtelijke procedure een door haar cliënt opgestelde brief, met daarin onder meer privacygevoelige informatie over de dochter van de procederende partijen, ongefilterd door te zenden aan de rechtbank. Daarnaast is de Raad van oordeel dat verweerster binnen de grenzen van het toelaatbare is gebleven met de in haar pleitaantekeningen gemaakte opmerkingen.