Zoekresultaten 2401-2450 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 230177
- Datum publicatie: 26-04-2024
- Datum uitspraak: 26-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:120
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerster zou de ondertekening van de boedelbeschrijving ter discussie hebben gesteld, terwijl verweerster volgens klager wist dat dit standpunt van haar cliënt onjuist was. Bekrachtiging beslissing raad. Verweerster had gegronde redenen om te twijfelen aan de juistheid van de onder de boedelbeschrijving geplaatste handtekening. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 230156
- Datum publicatie: 26-04-2024
- Datum uitspraak: 26-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:121
Het betreft hier een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft verzuimd een afschrift van een door hem ingediend verzoekschrift naar klagers advocaat te sturen. Geen tuchtrechtelijk verzuim, nu klagers advocaat op tijd een afschrift van verweersters verzoekschrift via de rechtbank heeft ontvangen. Klager is door het handelen (in dit geval: nalaten) van verweerder niet in zijn belangen geschaad. Daarnaast is de stelling van verweerder dat klager niet heeft meegewerkt aan het tijdig aanleveren van de benodigde informatie niet onjuist. Zowel uit het dossier als uit het onderzoek ter zitting is het hof gebleken dat klager tussen februari 2020 en maart 2022 geen stukken heeft aangeleverd, terwijl hem daarom wel herhaaldelijk is verzocht. Beroepsgronden klager falen. Bekrachtiging beslissing raad. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6593
- Datum publicatie: 26-04-2024
- Datum uitspraak: 26-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:96
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-intensivist. De internist-intensivist wordt verweten dat hij een AIOS een arterielijn liet inbrengen. Dit terwijl er al eerder twee arterielijnen gesneuveld waren. Ook wilde zij niet in haar rechterarm geprikt worden. Als gevolg van een complicatie gedurende die opname na het inbrengen van een arterielijn is haar rechterhand ernstig bedreigd geweest en heeft zij een spoedoperatie moeten ondergaan. Er resteert blijvende schade aan de rechterhand (duim). Het college oordeelt dat de internist-intensivist een AIOS met zijn ervaring de handelingen waar het hier om gaat heeft mogen laten verrichten. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/87
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-02-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:4
Dierenarts wordt verweten dat hij geen fluoresceïne test heeft gedaan bij het diagnosticeren van het oogprobleem van een kat en dat hij de verkeerde medicatie heeft voorgeschreven voor de behandeling van het oog. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:74 Raad van Discipline Amsterdam 24-016/A/A 24-020/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:74
Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaten van de wederpartij gegrond. Verweerders hadden een meer kritische houding dienen aan te nemen ten aanzien van wat hun cliënt hen als waarheid heeft voorgehouden. Zij hebben niet kunnen en mogen vertrouwen op de verklaring van F zoals verweerders deze in de verschillende procedures naar voren hebben gebracht, maar zij hadden deze op z’n minst moeten verifiëren. Uit niets blijkt dat verweerders dit hebben gedaan en zij hebben daarmee gedragsregel 8 veronachtzaamd. Ook het niet inbrengen dan wel het niet noemen van cruciale informatie door verweerders is naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Aan verweerders wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740315 / DW RK 23/360 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:26
Beslissing op verzet. Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder om de tekst in het (verkort) exploot aan te passen, waarbij duidelijk wordt dat er alleen onder bepaalde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld instemming van de schuldeiser, een betalingsregeling mogelijk is. Het klachtonderdeel ten aanzien van de betalingsregeling is gegrond. De klacht is voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/92
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 06-02-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:5
De dierenarts wordt verweten dat zij tijdens een avondconsult met betrekking tot een hond onvoldoende onderzoek heeft verricht en een onjuiste diagnose heeft gesteld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5328
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:30
Klacht over chirurg dat zorgplicht niet is nagekomen, juiste diagnose gemist en geen aanvullend beeldvormend onderzoek gedaan. Chirurg was supervisor op afstand en heeft klaagster niet zelf gezien toen zij twee maal (overdag en ’s nachts) bij verschillende artsen-assistent op de SEH kwam wegens buikklachten. De artsen hadden voldoende ervaring om de consulten zelfstandig te doen. Chirurg is niet tekort geschoten op grond van de informatie die hem ter beschikking stond. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6351
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:44
Klacht over de behandeling van de echtgenote van klager tegen een cardioloog. De echtgenote van klager had een afwijkende (bicuspide) aortaklep met een stenose. Zij werd vanwege deze aandoening jaarlijks gecontroleerd door de cardioloog. Begin 2017 werd bij echo onderzoek een progressie naar ernstige aortaklepstenose met een goede systolische linkerventrikelfunctie gezien. In de loop van 2017 kreeg de echtgenote van klager last van kortademigheid en benauwdheid. Vanaf oktober 2017 gebruikte zij dagelijks vochtafdrijvers. Bij de (reguliere) controle eind januari 2018 concludeerde de cardioloog dat er sprake was een symptomatische ernstige aortaklepstenose, ernstige mitralisklepinsufficiëntie, boezemfibrilleren, een matige linkerventrikelfunctie en dat een operatie noodzakelijk was. De echtgenote van klager werd hiervoor met voorrang aangemeld voor de vooronderzoeken en verbleef in afwachting van de operatie thuis. In de periode hierna is haar conditie (verder) verslechterd. Zij werd in verband hiermee in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Klager verwijt de cardioloog onder meer dat hij zijn echtgenote niet eerder heeft laten opereren en niet vaker dan één maal per jaar heeft gecontroleerd. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is en legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:75 Raad van Discipline Amsterdam 24-018/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:75
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij gegrond. Verweerder heeft andermaal de geimhoudingsplicht uit de mediationovereenkomst geschonden door zonder vooroverleg met de wederpartij en/of zonder de deken te consulteren een e-mail van de mediator in de hoger beroepsprocedure in te brengen. Verweerder heeft deze e-mail eerder ingebracht in een andere procedure en is hiervoor toen reeds door de raad op de vingers getikt. Aan verweerder wordt de maatregel van een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:69 Raad van Discipline Amsterdam 23-712/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:69
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5346
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:31
Klacht over arts in opleiding tot chirurg, die klaagster op de poli heeft gezien, nadat zij twee maal (de vorige dag en ’s nachts) op de SEH was geweest wegens buikklachten. Klacht dat zorgplicht niet is nagekomen, juiste diagnose gemist en geen aanvullend beeldvormend onderzoek gedaan. Klacht in zoverre gegrond dat de arts niet had mogen volstaan met terugkomadvies, maar opvolging had moeten afspreken zoals een (telefonisch) consult op korte termijn. Juist omdat klaagster nu voor de derde keer naar huis werd gestuurd, had de arts het initiatief voor een nieuw contact niet bij klaagster mogen laten. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740279 / DW RK 23/359 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:21
Beslissing op verzet. Klaagster stelt dat er geen sprake is van een schuld en beklaagt zich over de hoogte van de beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6221
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:45
Klacht tegen een GZ-psycholoog. Klagers hebben zich aangemeld bij het Regionaal Expertiseteam Jeugd met een hulpvraag voor hun minderjarige dochter. De GZ-psycholoog maakte onderdeel uit van dit expertiseteam. Klagers verwijten de GZ-psycholoog dat zij de casus van hun dochter heeft vertraagd en hun wensen onvoldoende heeft gerespecteerd. Daarnaast verwijten klagers de GZ-psycholoog dat zij ten onrechte officiële onderzoekrapporten niet heeft erkend. De GZ-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:76 Raad van Discipline Amsterdam 24-121/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:76
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft met het doen van de uitlatingen de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid niet overschreden.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5650
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 18-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:32
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde over de behandeling van de echtgenote van klager. De echtgenote heeft gevorderde dementie. Klager heeft geen eigen en rechtstreeks belang als bedoeld in artikel 65 lid 1 onder a Wet BIG. Het college kan niet vaststellen dat de echtgenote instemt met de indiening van de klacht. Er is sprake van bijzondere omstandigheden om te twijfelen of klager de veronderstelde wil van de echtgenote vertegenwoordigt. De echtgenote had mentoren. Niet is gebleken dat de eerste mentor ontevreden was over de behandeling. De tweede mentor kon een tuchtklacht niet ondersteunen. Klager kon volgens de kantonrechter niet de onafhankelijke positie innemen die in het belang van de echtgenote noodzakelijk was. Kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:70 Raad van Discipline Amsterdam 23-539/A/A 23-540/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:70
Raadsbeslissing; Klacht over de kwaliteit van dienstverlening over de eigen advocaat, gedeeltelijk gegrond. De dienstverlening van verweerders voldeed op een aantal belangrijke punten niet aan de professionele standaard dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Zo hebben verweerders nagelaten belangrijke informatie en afspraken over de verschillende scenario’s van de behandeling van de zaak en de daarbij behorende kosten schriftelijk vast te leggen. Daarnaast hebben verweerders klaagster onvoldoende geadviseerd en begeleid bij het interne onderzoek dat door de werkgever was ingesteld. Op grond van de aard en ernst van de gegrond bevonden klachtonderdelen en rekening houdend met het feit dat verweerders niet eerder tuchtrechtelijk zijn veroordeeld, is aan verweerders een waarschuwing met kostenveroordeling opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732490 / DW RK 23/129 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:22
De gerechtsdeurwaarder heeft het BSN en het geheime adres van klager sub 1 met de opdrachtgever gedeeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:77 Raad van Discipline Amsterdam 24-167/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:77
Voorzittersbeslissing; Klacht niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de vervaltermijn van drie jaar.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:1 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/37
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 09-01-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:1
Dierenarts wordt verweten dat hij nalatig heeft gehandeld door te weigeren een bezoek te brengen aan een stal waar een merrie en haar pasgeboren veulen problemen ondervonden bij het hechtingsproces en de merrie het veulen niet toestond om bij haar te drinken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:71 Raad van Discipline Amsterdam 23-787/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:71
Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Verweerster heeft een vergaand en voortdurend patroon van onzorgvuldig handelen laten zien in deze zaak. Met haar handelwijze heeft verweerster onnodig extra spanning tussen klaagster en haar ex-partner veroorzaakt en dat verhoudt zich niet met de de-escalerende aanpak die van verweerster in een familierechtzaak mocht worden verwacht. Verweerster heeft met haar handelwijze de belangen van klaagster onnodig geschaad zonder redelijk doel. Nu verweerster evenwel een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft en niet is gebleken dat zij klaagster welbewust heeft willen benadelen, acht de raad de maatregel van een waarschuwing met kostenveroordeling passend en geboden. Dat verweerster geen advocaat meer is staat aan het opleggen van deze maatregel niet in de weg.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:23 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735515 / DW RK 23/223 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:23
Klacht ongegrond. Grosse is betekend en vervolgens is bewijsbeslag gelegd. Niet vereist is dat grosse is ondertekend door rechter dan wel griffier.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:78 Raad van Discipline Amsterdam 24-195/A/RO/W
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:78
Wraking kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:2 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/69
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 06-02-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:2
De klacht houdt in dat een dierenarts tekort is geschoten met betrekking tot het onderzoek en de behandeling van een zieke kat. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:72 Raad van Discipline Amsterdam 23-866/A/NH
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:72
Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerster heeft zich in strijd met gedragsregel 25 rechtstreeks tot klager gewend. Aan verweerster wordt een maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735405 / DW RK 23/218 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:24
Klacht is niet-ontvankelijk. Belang van klaagster is niet duidelijk geworden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:79 Raad van Discipline Amsterdam 24-195/A/RO/W
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:79
Herstelbeslissing
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/43
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-02-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:3
Dierenarts wordt verweten dat zij tekort is geschoten in het onderzoek en de diagnosestelling ten aanzien van de geopereerde linker voorpoot van de hond van klaagster, als gevolg waarvan (wond)complicaties zijn opgetreden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:73 Raad van Discipline Amsterdam 23-896/A/A
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:73
Raadsbeslissing; Betreft een klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Verweerder is met name tekortgeschoten op het gebied van duidelijke communicatie over de behandeling van de zaak naar klaagster toe. Hoewel een gegronde klacht in beginsel het opleggen van een maatregel rechtvaardigt, heeft de raad in dit geval besloten te volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel. Verweerder heeft een tuchtrechtelijk blanco verleden en heeft ter zitting toegelicht dat hij nog advocaat-stagiaire is en dat dit de eerste zaak was die hij voor DAS behandelde. Verweerder vond de samenwerking met klaagster lastig en het lijkt erop dat hij zelf niet goed raad wist met de aanhoudende berichten en verzoeken van klaagster. Hierin had verweerder als advocaat-stagiaire wellicht meer begeleid moeten worden door zijn patroon. Verweerder heeft ter zitting oprecht berouw getoond voor de manier waarop hij klaagsters zaak heeft behandeld. Verweerder heeft daarbij naar voren gebracht dat hij veel van deze zaak heeft geleerd en hij inmiddels veel beter - schriftelijk - met zijn cliënten communiceert. Tot slot heeft verweerder aangeboden (en dit aanbod ter zitting nogmaals herhaald) om het dossier te heropenen en over te dragen aan een andere advocaat en daarbij zijn uren in mindering te brengen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740342 / DW RK 23/364 MK/WdJ
- Datum publicatie: 25-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:25
Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich onder meer over de hoogte van de beslagvrije voet en het gedrag van de gerechtsdeurwaarder richting zijn klanten. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 737097 / NT RK 23-29 737093/ NT RK 23-28
- Datum publicatie: 24-04-2024
- Datum uitspraak: 27-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:6
Vooropgesteld wordt dat de klacht zich niet richt op de samenwerking tussen het notariskantoor en de stichting als zodanig. Klager stelt zich ook niet op het standpunt dat die samenwerking niet deugt, maar wijst erop dat de notarissen niet hebben gehandeld overeenkomstig het Stappenplan en hun eigen protocol. De kamer volgt klager hierin en is van oordeel dat de notarissen onvoldoende invulling hebben gegeven aan hun eigen verantwoordelijkheid om de wilsbekwaamheid van moeder te toetsen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6369
- Datum publicatie: 24-04-2024
- Datum uitspraak: 24-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:29
Klacht van IGJ. Verweerder (huisarts) wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag verweten. Het college oordeelt dat in drie gevallen spraken is van seksueel grensoverschrijdend gedrag en in een geval dat sprake is van grensoverschrijdend gedrag. Verweerder is eerder voor vergelijkbaar handelen tuchtrechtelijk veroordeeld. Het college ziet een patroon en ziet onvoldoende reflecterend en lerend vermogen. Als maatregel wordt doorhaling opgelegd en ook wordt verweerder geschorst totdat onherroepelijk op de klacht is beslist. Daarnaast bepaalt het college dat verweerder geen werkzaamheden mag verrichten in de zorg die zien op de verzorging van kwetsbare patiënten, omdat gedragingen van de huisarts een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van personen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:68 Raad van Discipline Amsterdam 24-168/A/A
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:68
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Niet gebleken is dat verweerder bij die belangenbehartiging klagers belangen onevenredig heeft geschaad dan wel anderszins klachtwaardig heeft gehandeld jegens klager. Ook is niet gebleken dat verweerder (bewust) onwaarheden heeft verkondigd om voor elkaar te krijgen dat zijn cliënte in de woning mocht blijven wonen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-184/AL/MN
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:105
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De dagvaarding is door de deurwaarder betekend aan het adres van de vennootschap zoals dat vermeld stond in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Van een bewuste actie of gemene trucjes van verweerder om de dagvaarding niet aan het adres van de bestuurder van de vennootschap te laten betekenen, is geen sprake. Uiteindelijk heeft de dagvaarding de bestuurder bereikt. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5278
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:91
Ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster is in het ziekenhuis bevallen van een zoon. Verweerster was als verloskundige betrokken bij de bevalling. Klaagster verwijt de verloskundige onder andere dat zij na de geboorte zonder waarschuwing heeft geprobeerd klaagster vaginaal te onderzoeken. De verloskundige betwist dat zij klaagster nog vaginaal heeft onderzocht nadat het kind was geboren. De notitie hierover in het medische dossier is volgens de verloskundige onjuist. Het college overweegt dat in een geval waarin de standpunten van partijen uiteenlopen belang wordt gehecht aan het medische dossier om vast te stellen wat er is gebeurd. In dit geval zijn er echter redenen om voorzichtig te zijn met het verbinden van conclusies aan wat er in het medische dossier staat. De volgorde van de handelingen zoals die in het medische dossier staan genoteerd, kloppen namelijk niet met hoe een en ander feitelijk is verlopen (zie overweging 5.6). Tegen deze achtergrond komt doorslaggevende betekenis toe aan de getuigenverklaring van de verpleegkundige die tijdens de zitting is gehoord. Zij heeft verklaard dat zij de hele tijd aanwezig is geweest en dat de verloskundige na de geboorte van het kind klaagster niet vaginaal heeft onderzocht. Het college is van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de verloskundige klaagster na de geboorte van het kind vaginaal heeft onderzocht. Om die reden is het klachtonderdeel ongegrond. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5934
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:92
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster is tijdens haar zwangerschap begeleid door de verloskundigenpraktijk waar de verloskundige werkzaam was. De verloskundige is aan het eind van de zwangerschap van klaagster bij haar op huisbezoek geweest, omdat klaagster dacht vruchtwater te hebben verloren. Klaagster is niet tevreden over het bij dat huisbezoek door de verloskundige uitgevoerde onderzoek en haar besluit af te wachten. Ook verwijt klaagster de verloskundige dat zij na de bevalling bij klaagster in het ziekenhuis op bezoek is geweest, tegen de wens van klaagster in. Het college is van oordeel dat de onderzoeken die de verloskundige heeft uitgevoerd conform de ‘Factsheet Gebroken vliezen zonder weeën in de à terme periode (PROM)’ van de KNOV zijn. Uit het verloskundig dossier blijkt dat de beide uitgevoerde testen een negatief resultaat lieten zien. De verloskundige mocht dan ook de conclusie trekken dat er geen sprake was van gebroken vliezen bij klaagster. Verder stelt het college vast dat uit het verloskundig dossier niet kan worden vastgesteld dat klaagster kenbaar had gemaakt dat zij geen contact meer met de verloskundige wilde, vóórdat de verloskundige bij haar langskwam in het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de verloskundige nazorg heeft verleend op een manier die van haar verwacht mocht worden, en dat ze zelfs nog meer gedaan heeft dan dat door klaagster in het ziekenhuis te bezoeken. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5394
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:93
Klacht van meerdere klagers tegen een klinisch psycholoog deels niet-ontvankelijk en deels gegrond. Klagers leven in een leefgemeenschap en zijn lid van een kerkgenootschap. Zij verwijten de klinisch psycholoog het onzorgvuldig en vooringenomen afnemen van diagnostische interviews bij een aantal kinderen uit de leefgemeenschap en hebben daartoe zeven klachtonderdelen geformuleerd. Een aantal klagers zijn, als ouders van de kinderen die zelfstandig klachtgerechtigd zijn, niet-ontvankelijk. De interviews zijn door een deel van de kinderen als belastend en beschadigend ervaren. In geen van de gevallen ging het echter om kinderen die door de klinisch psycholoog zelf zijn gesproken. De klinisch psycholoog draagt in tuchtrechtelijke zin dan ook geen verantwoordelijkheid voor wat er tijdens de interviews van deze kinderen mogelijk is voorgevallen. Het college kan uit de door klagers gestelde omstandigheden (de schijn van) vooringenomenheid of een ontoelaatbare dubbelrol van de klinisch psycholoog ook niet afleiden. De klagers verwijten de klinisch psycholoog daarnaast dat zij zich niet heeft gehouden aan de informatie- en zorgvuldigheidsplicht. Vast staat, dat de door de ouders ingevulde vragenlijsten (de zogeheten CBCL/YSR en TRF) niet bij het onderzoek zijn betrokken. Voor de eind-opdrachtgever (de rechtbank) is hierdoor niet zichtbaar geweest dat de diagnostische interviews hebben plaatsgevonden op een wijze die afwijkt van de werkwijze of professionele standaard die de klinisch psycholoog voor dit type onderzoek doorgaans hanteert. Het college vindt dit (het niet-vermelden) verwijtbaar. Daarnaast staat in de rapportages niet duidelijk vermeld hoe de opdracht van de rechtbank aan de GI (voor zover bij de klinisch psycholoog bekend) en/of van de GI aan de klinisch psycholoog, luidde. Ten slotte is het voor de ouders niet altijd duidelijk geweest wie zij waarop konden aanspreken. Ook op dit punt voldoen de rapportages niet (volledig) aan normen van zorgvuldigheid en informatievoorziening. In zoverre is de klacht gegrond verklaard. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. In dit geval kan met een waarschuwing worden volstaan, de klinisch psycholoog heeft zich richting de klagers toetsbaar opgesteld en gereflecteerd op haar handelen. Daarnaast heeft zij haar werk moeten doen in coronatijd, onder grote tijdsdruk, als onderdeel van een complexe keten, waarbij diverse veiligheidsmaatregelen golden die maakten dat de kind-interviews gelijktijdig door meerdere interviewers moesten worden afgenomen. De verzoeken van klagers om schadevergoeding, om de overige onderzoekers alsnog te spreken te krijgen en om de rapportages te vernietigen zijn geen verzoeken waaraan het college in deze tuchtzaak tegemoet kan komen. Het verzoek om kostenveroordeling is afgewezen vanwege de zeer gedeeltelijk gegrondverklaring van de klacht. Klacht deels gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6365
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:94
Ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft de dochter van klager onderzocht in verband met mogelijk misbruik door klager en tezamen met een collega systeemtherapeut een onderzoeksverslag opgesteld. Klager klaagt er onder andere over dat het onderzoeksverslag niet aan de eisen voldoet, dat de dossiervoering onvoldoende is en dat door het onderzoek schade bij zijn dochter is veroorzaakt. Op basis van de stukken en de behandeling ter zitting kan het college niet vaststellen dat de dochter van klager gedurende het onderzoek verkeerd is behandeld en/of dat door het onderzoek onnodige schade is veroorzaakt bij haar. Het college merkt daarbij wel op dat bij de beantwoording van de onderzoeksvragen in het verslag meer aandacht had kunnen worden geschonken aan het tijdsverloop van ruim een jaar tussen het vermeende misbruik en het onderzoek, in combinatie met de jonge leeftijd van de dochter van klager. Dit gebrek aan nuancering is echter niet voldoende om het handelen van de GZ-psycholoog bij de wijze van totstandkoming en/of de inhoud van het onderzoeksverslag tuchtrechtelijk verwijtbaar te achten. Het onderzoeksverslag voldoet in voldoende mate aan de minimale eisen die daaraan gesteld worden. Ook kan het college niet vaststellen dat er sprake is van onvoldoende dossiervoering. De ten tijde van het handelen van toepassing zijnde NIP beroepscode 2015 vermeldt de mogelijkheid van het maken van persoonlijke werkaantekeningen en dat deze niet tot het dossier behoren. Ten slotte heeft de GZ-psycholoog zich terecht beroepen op de artikelen 7:457 lid 1 en lid 3 BW met betrekking tot het niet verstrekken van bepaalde informatie aan klager. Klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6575
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 23-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:95
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klaagster is op een intakegesprek geweest bij de gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij tijdens dit gesprek onrustig werd door de vragen die werden gesteld, dat haar hulpvraag niet is beantwoord en dat zij niet goed is geholpen. Het college ziet in de lezingen van klaagster en de gz-psycholoog terug dat zij het intakegesprek op sommige punten anders hebben ervaren en dat zij andere verwachtingen hadden van het gesprek. Klaagster en de gz-psycholoog hebben beiden een andere herinnering aan de wijze van formuleren van de hulpvraag en aan de inzage van de door klaagster meegebrachte stukken, waardoor het college niet kan vaststellen hoe het gesprek op deze punten precies is verlopen. Het college oordeelt dat de biografische vragen die door de gz-psycholoog zijn gesteld passend zijn in een intakegesprek. In een intakegesprek is het gebruikelijk dat er algemene, oriënterende vragen worden gesteld om de hulpvraag en verwachtingen in beeld te krijgen. Dat klaagster dit als vervelend heeft ervaren, is voor het college invoelbaar, gelet op de onrustige staat waarin zij verkeerde. Dit alles maakt echter niet dat de gz-psycholoog onzorgvuldig heeft gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:66 Raad van Discipline Amsterdam 23-846/A/A
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:66
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft in een verweerschrift dat hij heeft opgemaakt namens zijn cliënte, de ex-vrouw van klager, namens de vrouw geschreven dat zij aangifte van stalking tegen klager heeft gedaan, terwijl dat, zo heeft verweerder erkend, niet waar was. Met deze stelling in het verweerschrift heeft verweerder naar het oordeel van de raad feiten gesteld waarvan hij de onwaarheid kende of had kunnen kennen. Verweerder heeft aangevoerd dat hij zijn cliënte om een kopie van de aangifte heeft gevraagd, maar kennelijk heeft het ontbreken van deze kopie verweerder er niet van weerhouden deze stelling als feit in het verweerschrift op te nemen. Bovendien heeft klager betwist dat verweerder zichzelf direct heeft gecorrigeerd zodra het hem ter ore kwam dat er geen sprake was van een aangifte. Verweerder heeft hiervan ook geen enkel bewijs ingebracht. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De raad is daarom van oordeel dat klachtonderdeel a) gegrond is. De rest van de klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:67 Raad van Discipline Amsterdam 23-870/A/NH
- Datum publicatie: 23-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:67
Klacht tegen advocaat wederpartij. Na zijn echtscheiding hebben klager en zijn ex-vrouw verschillende juridische procedures tegen elkaar gevoerd. De vrouw werd daarbij bijgestaan door verweerder. Klager heeft een klacht tegen verweerder ingediend, bestaande uit negen klachtonderdelen. Drie klachtonderdelen worden deels gegrond, deels ongegrond verklaard, twee klachtonderdelen zijn gegrond en vier klachtonderdelen ongegrond. De (deels) gegronde klachtonderdelen zien op het gebruik van stukken uit mediation zonder overleg met de wederpartij, het willens en wetens onjuist voorlichten van de rechtbank, het onvoldoende nastreven van een doelmatige behandeling van de zaak, het in de weg staan van een minnelijke oplossing en het onvoldoende in het oog houden van de belangen van klager en deze op ontoelaatbare wijze schenden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-610/DH/DH
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:88
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-070/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:104
Voorzittersbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-135/DB/OB
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 19-04-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:58
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond, omdat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:89 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-606/DH/DH
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:89
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:117 Hof van Discipline 's Gravenhage 230169
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 19-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:117
Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening. Hoger beroep klager. Verkorte bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:118 Hof van Discipline 's Gravenhage 230170
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 19-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:118
Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat hij in een eerdere klacht tegen dezelfde advocaat al over het onderwerp had kunnen klagen. Het hof bekrachtigt dit oordeel van de raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:102 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-620/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:102
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1927
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:81
Klacht tegen klinisch psycholoog. Klager is in het buitenland veroordeeld tot een vrijheidsbenemende sanctie. Deze sanctie is door het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden in 2019 omgezet in een maatregel van ter beschikkingsstelling (tbs) met verpleging van overheidswege. De klinisch psycholoog heeft in het kader van een eventuele verlenging van de tbs samen met een psychiater (beklaagde in zaak C2023/1956) in opdracht van de rechtbank klager onderzocht/geobserveerd en een rapport over klager uitgebracht. In dat rapport hebben zij geadviseerd de verpleging van klager voort te zetten voor een periode van twee jaar. Klager is het niet eens met dit rapport en verwijt de klinisch psycholoog onder meer dat er verkeerd gedeclareerd is, dat er onvoldoende informatie is gegeven en dat klager en zijn cultuur worden beledigd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:87 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-755/DH/DH
- Datum publicatie: 22-04-2024
- Datum uitspraak: 22-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:87
Verzet ongegrond.