Zoekresultaten 20501-20550 van de 44790 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:219 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.386
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:219
In een periode van een half jaar heeft verweerster, tandarts, bij klager verschillende behandelingen uitgevoerd ter verbetering van de toestand van het gebit van klager. Klager verwijt verweerster dat zij onzorgvuldig jegens klager heeft gehandeld door: 1. hem voorafgaand aan de behandeling onvoldoende te informeren, 2. tot tweemaal toe een ondeugdelijke brug aan te bieden, als gevolg waarvan klager langdurige klachten heeft ondervonden en 3. onvoldoende nazorg te bieden. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het RTG en voegt daaraan toe klager met zijn in beroep overgelegde 'second opinion' niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de derde brug ondeugdelijk is geplaatst, of dat de tandarts anderszins onzorgvuldig heeft gehandeld. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:232 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.078
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:232
Klacht tegen psychiater die volgens klager zonder aanleiding en zonder overleg met klager een rechterlijke machtiging heeft aangevraagd. Psychiater heeft de procedure om een rechterlijke machtiging aan te vragen na overleg met collega’s en de geneesheer-directeur echter niet in gang gezet, nadat hem uit telefonisch contact met klager bleek dat hij niet bereid was mee te werken aan een onderzoek (ten behoeve van de aanvraag van de rechterlijke machtiging) van een onafhankelijk psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Volgens het Regionaal Tuchtcollege kan niet worden gesteld dat de psychiater onzorgvuldig of met andere intenties dan zijn zorgen over klager heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich verenigen met de overwegingen en het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:226 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.070
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:226
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat de aangeklaagde tandarts onzorgvuldig heeft gehandeld doordat hij de brug op element 47 heeft beschadigd tijdens de behandeling op een specifieke datum. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het RTG en voegt daaraan toe dat de wijze waarop de tandarts de kies van klaagster heeft verwijderd, de lezing van de tandarts dat de beschadiging van de brug op element 47 niet het gevolg is van de behandeling aannemelijk maakt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:48 Accountantskamer Zwolle 16/2720 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 26-07-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:48
Advocaat die ook accountant is. Norm: Het al dan niet in rechte innemen van (civielrechtelijke) standpunten door een als advocaat werkzame accountant in business, die namens een cliënt procedeert en/of daarmee samenhangende handelingen verricht, in het kader van de door een accountant in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit ‑ behoudens bijzondere omstandigheden ‑ niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Van zulke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant (als advocaat) ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend ‑ en dus te kwader trouw ‑ blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als (in de terminologie van de VGBA) het accountantsberoep in diskrediet brengend. In dit verband kan ook het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zijn geschonden, te weten in een geval waarin de betrokkene weliswaar niet bewust onjuist of misleidend een standpunt heeft ingenomen, maar haar/hem wel in sterke mate verweten kan worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen. In onderhavige casus: grotendeels ongegrond en deels niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.486
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:220
Klacht tegen arts. Verweerder was destijds zo nu en dan werkzaam als inrichtingsarts en heeft klager, destijds gedetineerd, eenmaal op het spreekuur gezien. Klager verwijt verweerder dat hij geen actie heeft ondernomen op klachten en symptomen die zouden kunnen wijzen op een darmtumor terwijl hij wist, althans had moeten weten, dat klager bekend was met het Lynch syndroom. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klager slaagt. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond, legt aan de arts een waarschuwing op en gelast publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:233 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.075
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:233
Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster is onderzocht door verweerder (bedrijfsarts) in het kader van haar re-integratie bij haar werkgever. Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid heeft verweerder een Functionele Mogelijkheden Lijst opgesteld ten aanzien van klaagster. Vervolgens heeft een andere bedrijfsarts de taken van verweerder overgenomen, omdat de werkgever van klaagster is gaan samenwerken met een andere arbodienst. Klaagster verwijt verweerder 1) dat haar ontslag is verleend door haar werkgever en dat zij geen loon meer ontvangt, 2) dat hij in 2013 een onjuiste diagnose heeft gesteld, die hij heeft vermeld op de Functionele Mogelijkheden Lijst, 3) dat hij geen contact met de huisarts van klaagster heeft opgenomen en 4) dat hij klaagster onheus zou hebben bejegend door niets meer van zich te laten horen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in het eerste klachtonderdeel en verwerpt het beroep voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:227 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.387
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:227
Klacht tegen bedrijfsarts. De gemeente had een bezwaar van klager tegen het besluit van de gemeente om klager geen urgentieverklaring voor een nieuwe woning toe te wijzen, ongegrond verklaard. Klager heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerster (bedrijfsarts) is werkzaam voor een bedrijfsgeneeskundige dienst en heeft in het kader van een procedure bij de afdeling bestuursrecht van de rechtbank een rapport opgesteld over de vraag of bij klager sprake is van een medische situatie die tot de verlening van een urgentieverklaring ten behoeve van huisvesting zou moeten leiden. Verweerster heeft geadviseerd dat er afgaand op de beschikbare medische informatie onvoldoende bewijs is dat er bij cliënt sprake is van een medisch onhoudbare situatie. De klacht van klager houdt in dat verweerster: 1. een rapport heeft uitgebracht zonder klager zelf onderzocht te hebben; 2. niet bereid was een onderzoeksruimte beschikbaar te stellen die voor klager zonder lift bereikbaar was. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 gegrond en klachtonderdeel 2 ongegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:221 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.500
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:221
Klager is de zoon van de inmiddels overleden hoogbejaarde patiënte. Klager verwijt verweerder, huisarts, dat hij in strijd heeft gehandeld met de in acht te nemen zorgvuldigheidsnormen en gedragsregels omdat hij: a. zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming in 2015 en na het overlijden van patiënte gegevens te verstrekken aan de notaris en b. informatie aan derden heeft verstrekt die aantoonbaar tegenstrijdig is en doet vermoeden dat deze informatie onjuist was. Uit verschillende verklaringen blijkt immers dat verweerder heeft opgemerkt dat patiënte wils- en handelingsbekwaam was terwijl in de indicatiestelling van het CIZ staat dat patiënte beperkt was in onder meer psychisch functioneren en sociale redzaamheid. Het RTG Eindhoven verklaart de klacht gegrond, legt de huisarts de maatregel van berisping op (met publicatie na het onherroepelijk worden). In beroep oordeelt het CTG dat de arts zijn beroepsgeheim niet heeft geschonden, omdat de arts mocht uitgaan van de veronderstelde toestemming van patiënte en dat niet is komen vast te staan dat de arts tegenstrijdige informatie heeft verstrekt. Het CTG verwijt de arts echter dat hij een verklaring heeft afgegeven en geen feitelijke informatie. Hij had zich moeten beperken tot het omschrijven van feiten. Dat is zozeer verwijtbaar dat het CTG eveneens komt tot een berisping (met publicatie).
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-269
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 10-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:93
Verzoeker is kennelijk niet ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek. Wraking niet tijdig gedaan nu het verzoek ziet op de gang van zaken tijdens de zitting en het wrakingsverzoek ruim twee weken na de zitting is gedaan.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:228 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.443
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:228
Klacht tegen een psychiater. Samengevat heeft klager gesteld dat de psychiater in ernstige mate is tekortgeschoten ten aanzien van de behandeling van klager bij de GGZ-instelling in een vrijwillig kader. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager. Het Centraal Tuchtcollege overweegt onder meer dat geen sprake is van een onzorgvuldige beëindiging van de behandelingsovereenkomst.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-174
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 01-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:127
Voorzittersbeslissing: de voorzitter kan niet vaststellen dat verweerders klaagster niet naar behoren hebben bijgestaan. Niet is gebleken van het opzettelijk doen mislukken van de hogerberoepzaak door toedoen van verweerders of dat sprake is geweest van onjuiste of onvolledige informatieverstrekking aan het gerechtshof door verweerders. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:222 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.506
- Datum publicatie: 26-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:222
Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt verweerster dat zij het klachtenpatroon bij klaagster dat duidde op een ernstige darmaandoening niet tijdig heeft onderkend en onvoldoende actie heeft ondernomen als gevolg waarvan klaagster stelt veel pijn te hebben geleden en onherstelbare gezondheidsschade te hebben opgelopen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het beroep van klaagster slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt aan verweerster een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/108
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:93
Klaagster dient klacht in namens haar moeder. Klaagster verwijt de arts onzorgvuldig handelen. Verweerder heeft de verkeerde diagnose gesteld op basis van een aanname. De moeder van klaagster heeft van de apotheek verkeerde medicijnen gekregen. Op 30 januari 2016 is de moeder van klaagster overleden. Gegrond
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-290
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:127
Deels gegronde klacht tegen een neuroloog. De neuroloog heeft, als hoofdbehandelaar van klaagster, te weinig verantwoordelijkheid genomen en onvoldoende richting gegeven aan het beleid waarvoor de opname van klaagster was bedoeld. Bij een observatie, mede gericht op het tijdig ontdekken van een caudasyndroom, had dagelijks neurologisch onderzoek moeten plaatsvinden en hier had de neuroloog afspraken over moeten maken met de arts-assistent. De neuroloog heeft op basis van afwezigheid van urineretentie en de uitslag van de bladderscan te snel geconcludeerd dat er geen sprake zou zijn van een caudasyndroom. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-062
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:128
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet aannemelijk dat de huisarts een te afwachtende houding heeft aangenomen. De klachten die patiënt uitte, psychische klachten, maagklachten en een enkele maal buikklachten, waar de huisarts de nodige aandacht aan heeft besteed, waren niet typerend voor een ovarium carcinoom waardoor het de huisarts niet is aan te rekenen dat hij deze diagnose niet heeft overwogen. Evenmin komt vast te staan dat de uitleg van de huisarts bij het voorschrijven van een nieuw medicijn en de informatie over de lopende behandelingen en eventueel andere behandelingen en risico’s hiervan onvoldoende is geweest. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-321/DH/DH
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 18-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:117
voorzittersbesliising; klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-910
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:111
Klacht tegen eigen advocaat. Klacht voor wat betreft de gemaakte en door verweerder erkende beroepsfout gegrond. Klacht voor wat betreft het niet reageren op de aansprakelijkstelling van klager ongegrond nu vast is komen te staan dat verweerder wel heeft gereageerd. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-294/DH/RO
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:118
voorzittersbeslissing
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1036
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:112
Klacht tegen eigen advocaat (deels) gegrond. Verweerster heeft onvoldoende gecommuniceerd en schriftelijk vastgelegd wat betreft het niet aanvragen van een nieuwe voorlopige voorziening (ondanks verzoeken van klaagster daartoe) en het wijzen op de mogelijkheid van hoger beroep tegen de ene beschikking en het niet willen instellen van hoger beroep tegen een andere beschikking. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-275/DH/RO
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 21-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:119
voorzittersbeslissing; klacht tegen de deken over de wijze van behandeling van een klacht tegen een andere advocaat prematuur en kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-213
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 10-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:125
Voorzittersbeslissing: de voorzitter is van oordeel dat verweerder als advocaat van de wederpartij van klagers voldoende zorgvuldig te werk is gegaan. Verweerder mocht afgaan op de weergave van de feiten van zijn cliënt en was niet verplicht om voor verzending van de in zijn ogen noodzakelijk geachte sommatiebrief aan klagers eerst daarnaar gedegen onderzoek te doen en voorts contact met klagers op te nemen. Snel handelen was volgens verweerder nodig om schade voor de cliënt en zijn praktijk te voorkomen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/385F
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:91
Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij zich tijdens de behandeling onprofessioneel en grensoverschrijdend heeft gedragen onder meer door haar borst op te tillen. Gegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-176
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:126
Voorzittersbeslissing: Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder de belangen van klaagster behartigd met de zorg die van hem als professioneel advocaat verwacht mocht worden. Verweerder heeft het voor klaagster belangrijke punt wél in de procedure en op deskundige wijze naar voren gebracht, waarbij het hem vrij stond om als verantwoordelijke voor de zaak (‘dominus litis’) daarbij zelf zijn woorden te kiezen. Klachtonderdelen kennelijk ongegrond. mededelingen van de griffier ter informatie:
-
ECLI:NL:TNORARL:2017:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/317156/KL RK 17-28
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 20-07-2017
- ECLI:NL:TNORARL:2017:24
Gelet op de rol van de notaris in deze nalatenschap, heeft de notaris klager terecht verwezen naar de voormalig executeurs/afwikkelingsbewindvoerders voor een uitleg over de berekeningen en herstel van eventuele fouten. De voormalig executeurs/afwikkelingsbewindvoerders zijn de enigen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de aangifte en eventuele fouten hierin zouden kunnen herstellen. Aangezien klager niet de opdrachtgever van de notaris was, is de notaris jegens hem niet gehouden om uitleg te geven over de aan de aangifte ten grondslag liggende berekeningen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-258/DH/DH
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:120
voorzittersbeslissing, klacht kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/294
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:92
Klager verwijt verweerster dat zij een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven over de behandeling van een haartransplantatie.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-323
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:126
Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft naar aanleiding van de rugklachten van klager onvoldoende lichamelijk onderzoek gedaan en hem onvoldoende uitgevraagd. Evenmin heeft het College kunnen vaststellen dat de huisarts een differentiaal diagnose heeft gesteld en een duidelijk beleid had. De huisarts was echter niet verplicht klager naar aanleiding van een brief van de fysiotherapeut zonder consult door te verwijzen naar de neuroloog. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2017:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/57
- Datum publicatie: 25-07-2017
- Datum uitspraak: 25-07-2017
- ECLI:NL:TGZRGRO:2017:26
Klacht tegen huisarts. Klagers echtgenote verkeerde al enkele jaren in de terminale fase van COPD. Zij kreeg al enige tijd morfine toegediend via een pleister. In 2016 ging de situatie van patiënte zodanig achteruit dat verweerster besloot tot palliatieve sedatie door, naast de morfinepleister, ook morfine subcutaan toe te dienen. Het doel was de benauwdheid hiermee te onderdrukken en het lijden zo te verlichten. Patiënte overleed de volgende dag. Volgens klager heeft verweerster zonder overleg langzame euthanasie toegepast op zijn echtgenote met deze handelwijze. Het college acht hier geen aanknopingspunt voor aanwezig en verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-814
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:115
Verzet ongegrond. Verweerder kan, als voormalig lid van de maatschap, niet tuchtrechtelijk worden aangesproken voor het gewraakte handelen van een ander voormalig lid van de maatschap. Factoren die daarbij meespelen zijn dat verweerder geen bemoeienis met de zaak heeft gehad, hetgeen door de andere advocaat expliciet is erkend, en het gewraakte handelen heeft plaatsgevonden na de ontbinding van de maatschap en de uitschrijving van verweerder als advocaat.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-511/DH/DH
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:116
De raad schorst verweerster op grond van artikel 60b Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk. Verweerster reageert niet, althans onvoldoende op verzoeken van de deken, houdt zich niet aan haar toezeggingen en is niet of nauwelijks bereikbaar voor de deken, zijn medewerkers en de door haarzelf ingeschakelde coach. Verweerster heeft haar kantoororganisatie op essentiële punten niet op orde. Daarnaast is haar boekhouding niet inzichtelijk en beschikt zij niet over een geheimhoudingsverklaring van haar boekhouder. Zelfs nadat de deken haar een tweede kans heeft geboden – door een eerder ingediend verzoek ex artikel 60b Advocatenwet in te trekken – heeft verweerster haar leven niet gebeterd. Integendeel: zij blijft excuus op excuus stapelen. De raad heeft er daarom geen enkel vertrouwen in dat een uitstel van twee weken voor het opstellen van een plan van aanpak - zoals door verweerster verzocht - tot het gewenste resultaat zou leiden, nu is gebleken dat verweerster stelselmatig en structureel toezeggingen niet nakomt.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:122 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-080
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:122
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Van een onjuist advies door verweerder, over de door klaagster gestelde dwaling bij mediation, is niet gebleken. De latere regeling van klaagster met de mediator maakt dit niet anders. De beslissing van verweerder om de volgens verweerder onjuiste beschikking van de rechtbank (ten gunste van klaagster) niet te incasseren is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-813
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:116
Verzet gegrond, voor zover betrekking hebbende op de overweging van de voorzitter dat verweerder niet beschikte over een rekeningnummer van klager. Gebleken is dat verweerder wel over een rekeningnummer van klager beschikte. Klacht alsnog ongegrond, nu verweerder op terechte gronden (nog) niet tot betaling aan klager is overgegaan.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 625816/NT 17-26 OJ 625819/NT 17-27 OJ
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 13-07-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:22
De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten tijde van het passeren alert is geweest op de mate van wilsbekwaamheid van de echtgenote van klager en dat zij onvoldoende aanleiding had om aan deze wilsbekwaamheid te twijfelen. Klacht ongegrond. Aangezien de klacht uitsluitend is gericht tegen het passeren van het testament op 12 september 2015 en vast staat dat de notaris hiermee geen bemoeienis heeft gehad, wordt de klacht tegen de notaris niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:123 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-815
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:123
Verzet ongegrond. Verweerster kan, als voormalig lid van de maatschap, niet tuchtrechtelijk worden aangesproken voor het gewraakte handelen van een ander voormalig lid van de maatschap. Factoren die daarbij meespelen zijn dat verweerster geen bemoeienis met de zaak heeft gehad, hetgeen door de andere advocaat expliciet is erkend, en het gewraakte handelen heeft plaatsgevonden na de ontbinding van de maatschap en de uitschrijving van verweerster als advocaat.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-987
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 03-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:117
Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Klager is een voormalig officier van justitie. Niet is komen vast te staan dat verweerder een valse aangifte tegen klager heeft gedaan en dat verweerder klager actief in een negatieve publiciteit heeft gebracht, althans dat verweerder daarbij de grenzen van de hem toekomende ruime vrijheid als partijdig belangenbehartiger heeft overschreden. Van misleiding van het hof en het ten onrechte opstarten van een artikel 12 Wetboek van Strafvorderingsprocedure is de raad evenmin gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-391
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 05-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:118
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken kennelijk ongegrond. Het is niet aan de deken om de Leidraad klachtbehandeling naast de Advocatenwet te leggen om te controleren of de leidraad de Advocatenwet volgt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:47 Accountantskamer Zwolle 16/1207 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:47
Klacht over stellingen die betrokkene die ook advocaat is, als advocaat in een procedure namens haar cliënt naar voren heeft gebracht. Die stellingen missen volgens klager feitelijke grondslag. Van andere stellingen had betrokkene de feitelijke juistheid moeten onderzoeken, alvorens ze in te nemen. De klacht is binnen de termijn van drie jaar ingediend. Dat betrokkene dezelfde stellingen eerder heeft ingenomen op tijdstippen die meer dan drie jaar voor het indienen van de klacht zijn gelegen, maakt dit niet anders. Een ander oordeel zou tot gevolg hebben dat een accountant tuchtrechtelijk verwijtbare uitlatingen en stellingen kan herhalen zonder daarop tuchtrechtelijk aangesproken te kunnen worden, omdat hij diezelfde uitlatingen eerder ook heeft gedaan. Beroepsmatig handelen in de zin van artikel 42 Wab omvat mede het handelen van een accountant in zijn hoedanigheid van advocaat. De omstandigheid dat het handelen van een accountant in zijn hoedanigheid van advocaat (mogelijk) ook is onderworpen aan het tuchtrecht voor advocaten is geen reden om die accountant niet ook onderworpen te achten aan het tuchtrecht voor accountants. Gezien de bijzondere positie van de advocaat in zijn rol als behartiger van uitsluitend de belangen van zijn cliënt, zoekt de Accountantskamer aansluiting bij haar jurisprudentie inzake het door een accountant in zijn eigen zakelijke betrekkingen innemen van civielrechtelijke standpunten. Dat betekent dat slechts onder bijzondere omstandigheden door de Accountantskamer geoordeeld zal kunnen worden dat er in het kader van de naleving van de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, professionaliteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid plaats is voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een advocaat/accountant ingenomen stelling bewust onjuist of misleidend, en dus te kwader trouw, blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend. In deze zaak is niet gebleken van dergelijke bijzondere omstandigheden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-805
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:119
Verzet ongegrond tegen handelen van de advocaat van de wederpartij in echtscheidingszaak, want geen schending van artt. 6 en 8 EVRM.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1763
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:81
Tandarts. Klacht: zonder schriftelijke toestemming meer medische informatie aan medisch adviseur klager gegeven dan waar hij om had verzocht (1); klager in slecht daglicht gebracht bij andere tandartsen (2); verweerder heeft klager weg naar tuchtcollege willen afsnijden door dreigen kosten tuchtprocedure in rekening te brengen. College: verweerder heeft beroepsgeheim geschonden door aan een derde, zonder toestemming, meer informatie te verstrekken dan waartoe machtiging reikte (gegrond). Overige ongegrond: niet handelen verweerder/feiten staan niet vast. Gedeeltelijk gegrond: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:120 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-854
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:120
Verzet ongegrond. Klaagster is kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht jegens verweerster wegens ontbreken van een eigen persoonlijk belang bij de klacht. Beroep op artikel 21 Rv gaat niet op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-346 17-347
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:114
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerster als advocaat wederpartij niet ontvankelijk (ne bis in idem). Van een nieuw feit op basis van het proces-verbaal uit de eerdere klachtbehandeling is niet gebleken. Klacht tegen verweerder (gemachtigde van verweerster bij de eerdere klachtbehandeling) is kennelijk ongegrond wegens het ontbreken van een feitelijke grondslag.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1780
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 24-07-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:82
Tandarts. Klacht: verweerder wil behandeling (implantaten), zonder reden, niet uitvoeren. Contractbreuk. College: wel behandelingsovereenkomst WGBO. Geldigheid begroting verlopen en klager heeft niet voldaan aan voorwaarden behandeling, te weten saneren. Niet verwijtbaar dat verweerder begrote behandeling niet is gestart. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:121 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1099
- Datum publicatie: 24-07-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:121
Het niet verschijnen van klager ter zitting leidt in deze niet tot niet-ontvankelijkheid. Het betreft het handelen van verweerder die niet de advocaat van klager is, maar van een ander bij wiens (straf)zaak klager als derde betrokken is. Maatstaf. De raad is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid jegens klager, die een getuige was in het strafproces tegen zijn cliënt, heeft overschreden. Verweerder mocht op de strafzitting de persoon van klager, met zijn volledige naam, noemen en om diens verhoor als getuige verzoeken. Verweerder heeft voldoende aangetoond dat hij de gewraakte uitlatingen tijdens de zitting heeft gebaseerd op de door zijn cliënt verstrekte informatie maar ook op diverse (door hem omschreven) aanwijzingen van derden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:160 Raad van Discipline Amsterdam 17-425/A/NH
- Datum publicatie: 21-07-2017
- Datum uitspraak: 14-07-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:160
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. Geen aanleiding om termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:45 Accountantskamer Zwolle 16/1699, 16/1700 en 16/1701 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-07-2017
- Datum uitspraak: 21-07-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:45
Werkzaamheden bestaande in het deelnemen aan besprekingen over de (voorgenomen) koop van aandelen en het verstrekken van informatie aan een financier moeten worden beschouwd als het verrichten van transactiegerelatieerde adviesdiensten. Klacht over het niet schriftelijk bevestigen van de opdracht daartoe gegrond verklaard. In de brief aan de financier is vermeld dat de verrichte werkzaamheden met betrekking tot de projectadministratie “diepgaander zijn geweest dan gebruikelijk is bij een jaarrekeningcontrole”, dat geen onzekerheden bekend zijn die nog tot mogelijke verliezen kunnen leiden, en dat dit standpunt is gebaseerd op de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de jaarrekeningcontrole in overeenstemming met de NVCOS. Die formuleringen wekken niet de verwachting dat bij de jaarrekening een verklaring van oordeelonthouding zal worden afgegeven vanwege het ontbreken van een deugdelijke projectadministratie. Ook met die brief hebben de accountants gehandeld in strijd met de van hen te verlangen deskundigheid en zorgvuldigheid. Berisping/waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:161 Raad van Discipline Amsterdam 17-426/A/NH
- Datum publicatie: 21-07-2017
- Datum uitspraak: 14-07-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:161
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder is niet tekortgeschoten in zijn dienstverlening aan klager. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:46 Accountantskamer Zwolle 16/3132 en 16/3133 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-07-2017
- Datum uitspraak: 21-07-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:46
Toetsing door de Nba (krachtens Convenant met de AFM) van de wettelijke controlepraktijk van een accountantsorganisatie met een niet-OOB vergunning. Toepasselijke wetgeving bij een dergelijke toetsing, verricht vóór 29 september 2015. Stelsel van kwaliteitsbeheersing wettelijke controles voldoet niet. Niet gebleken dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing overige professionele diensten niet zou voldoen. Daarin aanleiding om alleen doorhaling als extern accountant in het AFM-register te gelasten en niet ook in het Nba-register. Doorhaling 18 maanden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:159 Raad van Discipline Amsterdam 17-427/A/NH
- Datum publicatie: 21-07-2017
- Datum uitspraak: 14-07-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:159
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege onvoldoende belang, voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:109 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-486
- Datum publicatie: 20-07-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:109
Een advocaat dient adequaat te reageren op een verzoek om rechtsbijstand in een bepaalde zaak. In het onderhavige geval moest voor de advocaat duidelijk zijn dat de cliënt enige haast had bij het indienen van een verzoekschrift tot vaststelling van kinderalimentatie. Toen duidelijk werd dat de cliënt ervan uit ging dat het verzoekschrift al bij de rechtbank was ingediend, heeft de advocaat niet meteen gereageerd en ook geen verzoekschrift ingediend maar alleen op enigerlei moment een afspraak gemaakt voor een bespreking die 2 maanden later zou plaatsvinden. Klacht is deels gegrond; waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 034/2017
- Datum publicatie: 20-07-2017
- Datum uitspraak: 20-07-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:139
Klacht tegen huisarts met betrekking tot het achterwege blijven van een (schriftelijke) bevestiging van de overschrijving naar een andere huisarts. Klacht kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 410
- Pagina: 411
- Pagina: 412
- ...
- Pagina: 896
- Volgende pagina zoekresultaten