Zoekresultaten 25151-25200 van de 44633 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:318 Raad van Discipline Amsterdam 15-621/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft op basis van het door hem gegeven advies – en klager zijn reactie daarop – mogen besluiten zijn werkzaamheden te beëindigen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-220

    Klacht tegen eigen advocaat. Geschil over toezending declaratie ondanks gemaakte prijsafspraak. Daarnaast heeft verweerder volstrekt onvoldoende de belangen van klager behartigd door klager niet op de hoogte te houden, informatie te vragen, en zeer matige processtukken te produceren. Verweerder heeft zich laten schrappen van het tableau sinds 1 januari 2015. Klacht gegrond: schorsing van één jaar met verkorting van de inzagetermijn tot 5 jaren.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:36 Kamer voor het notariaat Amsterdam 589970/NT 15-33 P, 5889973/NT 15-34 P, 589977/NT 15-35 P

    5.3 Naar het oordeel van de kamer behoefden de notarissen, nu zij zijdens klaagster niet waren gewezen op het feit dat klaagster aan de gemeente om geheimhouding van haar adresgegevens had verzocht, of op de daaraan ten grondslag liggende redenen, er niet vanuit te gaan dat deze gegevens niet aan de stiefkinderen mochten worden verstrekt. Vanuit de gemeente (de BRP) dienen deze gegevens verstrekt te worden aan de notaris, wanneer hij deze gegevens (zoals in het onderhavige geval) in het kader van zijn beroepsuitoefening nodig heeft. Waar klaagster de notarissen er niet op heeft gewezen dat zij (met reden) niet wilde dat haar adres bij de stiefkinderen bekend werd, hebben de notarissen daar ook niet naar kunnen handelen. Het enkele feit dat door klaagster om geheimhouding van haar adresgegevens was gevraagd (hetgeen de notarissen bij raadpleging van de BRP hadden kunnen weten), maakt nog niet zonder meer dat het notariskantoor, dat was verzocht het transport van de mede aan klaagster in eigendom toebehorende woning ter hand te nemen, deze adresgegevens niet aan haar deelgenoten bekend had mogen maken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-244

    klacht tegen eigen advocaat. Ontvankelijke klacht op grond van artikel 46 g lid 2 Advocatenwet (nieuw) . Volgens de voorzitter hebben klagers niet gesteld en is ook niet aannemelijk geworden dat verweerder van de door klagers gestelde opdrachtbeëindiging aan het kantoor van verweerder op de hoogte was of had moeten zijn. De eigen verantwoordelijkheid van een advocaat gaat niet zo ver dat een advocaat, die in het dossier van een kantoorgenoot beperkte werkzaamheden verricht, in eerdere stukken of dossiers het voortbestaan van de relatie met de cliënt moet verifiëren. De klacht wordt door de voorzitter als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:173 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-103

    klager, die zelf ook advocaat is, klaagt tegen de advocaat van zijn wederpartij over haar werkwijze tijdens zijn echtscheidingsprocedure. De raad is niet gebleken dat de verkeerde adressering van een poststuk berust op een opzettelijk en daarmee kwaadwillig handelen van verweerster. Dat daardoor de onderlinge verhouding tussen partijen is verslechterd wordt dan ook niet aangenomen (vgl. Gr 17). De kantoororganisatie van verweerster was tijdens haar vakantie voldoende op orde. Verweerster heeft in strijd gehandeld met de gedragsregels door niet gelijktijdig een afschrift van het verweerschrift aan de advocaat van klager te sturen (vgl. Gr 15 lid 1), maar door de omstandigheden van dit concrete geval acht de raad dat niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klachten worden door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:174 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-209

    Klacht tegen eigen advocaat, met name over de kwaliteit van de dienstverlening. Geen niet-ontvankelijkheid wegens het niet gebruik willen maken door klager van de klachtenregeling van het kantoor van verweerster. Gedeeltelijk onjuiste advisering door verweerster acht de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster moest zich terugtrekken uit de echtscheidingsprocedure en heeft dat zorgvuldig afgewikkeld. De raad is voorts van oordeel dat, gelet op het jarenlang behandelen van de zaken van klager, terwijl de communicatie door klager in de loop van de tijd evolueert naar ontoelaatbare beledigingen - zoals die ook in de correspondentie met het kantoor van de deken voorkomen - volstaan kan worden met een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-93

    de raad oordeelt het verzet en de klacht gegrond wegens de inhoud van een alsnog overgelegde brief, waarin verweerder aan de notaris een ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan tot doorbetaling van een bedrag op de derdengeldrekening van verweerder aan klaagster nadat zij aan een bepaalde voorwaarde heeft voldaan. Door na vervulling van die voorwaarde geen opdracht tot uitbetaling aan de stichting derdengelden te geven (vgl. artikel 6.23 lid 3 Voda en artikel 6 lid 4 Vafi (oud)) heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Volledige eigen verantwoordelijkheid advocaat, ondanks ontbreken toestemming medebestuurder stichting derdengelden of andere instructies van zijn cliënt. Maatregel van een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-236

    Klacht tegen eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerder op e-mails of telefoongesprekken van klager heeft gereageerd of actief, zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht, contact met klager heeft opgenomen om hem te informeren over de voortgang of noodzakelijke informatie op te vragen. Onvoldoende zorgvuldige voorbereiding en afwikkeling van de hoger beroep procedure. Verweerder heeft zich laten schrappen van het tableau sinds 1 januari 2015. Klacht gegrond: schorsing van één jaar met verkorting van de inzagetermijn tot vijf jaren. Proceskostenveroordeling. (Deels voorwaardelijke) geldboete.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-222

    Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft ondanks veelvuldige verzoeken van klaagster om inlichtingen over de stand van zaken, daar niet of niet adequaat op gereageerd en onduidelijke en/of onjuiste informatie aan klaagster verstrekt. Voorts heeft verweerder, zonder instemming van klaagster vooraf, voorstellen aan de advocaat van de wederpartij gedaan, klaagster niet ingelicht over een schikkingsvoorstel van die advocaat noch ingelicht over een aantal belangrijke reactie-termijnen. Verweerder heeft zich laten schrappen van het tableau sinds 31 december 2013. Klacht gegrond: schorsing van één jaar met verkorting van de inzagetermijn tot 5 jaren.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:35 Kamer voor het notariaat Amsterdam 590716/NT 15-40 Th

    5.5 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de notaris voor wat betreft het eerste en derde klachtonderdeel tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De inhoud van het verweerschrift en het feit dat de notaris niet op de zitting is verschenen geven geen blijk van inzicht van de notaris in zijn minst genomen onhandige optreden. Anderzijds heeft de notaris de aan hem opgedragen zaken op inhoudelijk juiste wijze afgehandeld en heeft hij de nodige inspanningen betracht om de afwikkeling van de nalatenschap van erflater tot een goed einde te brengen en de verhouding met klagers te herstellen. Met name ook heeft de notaris, (- evenals zijn kantoorgenoot -), klagers herhaaldelijk uitgenodigd voor een bespreking op het notariskantoor, hetgeen klagers kennelijk steeds hebben afgeslagen. Gegeven deze omstandigheden zal de kamer geen maatregel opleggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/340

    De klacht betreft de behandeling door de psychiater van klaagsters dochter, die is overleden door suïcide. Klaagster verwijt de psychiater onder meer het niet goed lezen van het dossier, het niet volgen van richtlijnen, het negeren van adviezen voortkomend uit second opinions, het negeren van brieven van klaagster, het voorschrijven van verkeerde medicijnen, het stellen van verkeerde diagnoses, het niet voldoende waarborgen van de continuïteit van de zorg, nalatigheid en onbekwaamheid. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/386VP

    De klacht betreft de behandeling door de verpleegkundige van klaagsters zoon, die is overleden door suïcide. Klaagster verwijt de verpleegkundige onder meer dat zij heeft verzuimd hem op te laten nemen.Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/34

    Met de conclusie van notaris dat klager geestelijk in orde was, is niet gezegd of gebleken dat klager, die reeds op leeftijd was, deze niet alledaagse constructie kon overzien. In ieder geval was dit niet alledaags voor klager en het had op de weg van de notaris gelegen om de daardoor bestaande onevenwichtigheid tussen klager en de andere partijen te compenseren. Ook hadden de inhoud van de koopovereenkomst en de leveringsakte, alsmede de gehele constructie, de notaris reden moeten geven om hierover intensief met klager te spreken. Dat is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-090

    Klaagster verwijt de kinderarts dat hij teveel heeft gefocust op de (onjuiste) diagnose juveniele idiopatische artritis (JIA) bij haar dochtertje en te weinig oog en oor heeft gehad voor de ongerustheid van klaagster en de informatie die zij hem gaf over haar dochtertje. Klaagster verwijt de arts voorts dat hij ten onrechte heeft nagelaten zijn (differentiaal) diagnose te heroverwegen toen het dochtertje van klaagster steeds zieker werd en ten onrechte heeft verzuimd in een persoonlijk gesprek zijn medeleven te betuigen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/341

    De klacht betreft de behandeling door de psychiater van klaagsters zoon, die is overleden door suïcide. Klaagster verwijt de psychiater onder meer het niet goed lezen van het dossier, het niet volgen van richtlijnen, het negeren van adviezen voortkomend uit second opinions, het negeren van brieven van klaagster, het voorschrijven van verkeerde medicijnen, het stellen van verkeerde diagnoses, het niet voldoende waarborgen van de continuïteit van de zorg, nalatigheid en onbekwaamheid. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/400GZP

    Klagers zijn de ouders van een minderjarige zoon. Zij verwijten verweerster dat zij bij het afnemen van een IQ-test bij hun zoon onzorgvuldig, onprofessioneel en in strijd met de Beroepscode heeft gehandeld.Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/017

    Verweerder is huisarts in opleiding. Klager heeft verweerder een huisartsenbezoek gebracht in verband met klachten aan zijn buik. Verweerder dacht aan een buikgriep. Een paar dagen later is in het ziekenhuis gebleken dat sprake was van een blindedarmontsteking. Klager verwijt verweerder dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat hij niet heeft afgedwongen dat zijn opleider zelf naar klager kwam kijken en dat hij klager naar huis heeft laten gaan. Afwijzing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/125GZP

    Klagers verwijten de gezondheidszorgpsycholoog dat zij klager niet serieus heeft genomen, niet haar verantwoordelijkheid heeft genomen toen zij ziek werd en zich ten onrechte heeft voorgedaan als een specialist op het gebied van autisme. Afwijzing/Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/094

    Klaagster verwijt verweerder dat hij ongefundeerde, ondeskundige en beschadigende uitspraken over haar heeft gedaan als getuige in een civiele procedure tussen klaagster en haar voormalig psychiater. In die civiele procedure is haar voormalig psychiater in eerste aanleg veroordeeld tot (onder meer) het terugbetalen van de kosten van jarenlange psychoanalyse. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/050T

    Verweerder is van 1995 tot april 2013 de tandarts van klager geweest. Verweerder heeft in 2007 een brug geplaatst in de bovenkaak van klager. Na twee jaar is de brug afgebroken en vervangen door een volledige kunstprothese. Klager verwijt verweerder een onjuiste behandeling en onvoldoende zorg. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/067

    Klaagster verwijt verweerder dat hij ongefundeerde, ondeskundige en beschadigende uitspraken over haar heeft gedaan als getuige in een civiele procedure tussen klaagster en haar voormalig psychiater. In die civiele procedure is haar voormalig psychiater in eerste aanleg veroordeeld tot (onder meer) het terugbetalen van de kosten van jarenlange psychoanalyse. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/95

    De kamer is met het BFT van oordeel dat de notaris dusdanig veel geld op de kwaliteitsrekening beschikbaar moet hebben dat hij op elk moment aan een cliënt zowel de hoofdsom als de rente kan uitkeren. Van belang is derhalve niet de wetenschap dat binnenkort voldoende geld wordt bijgeschreven, maar de zekerheid dat er altijd een buffer van voldoende liquide middelen aanwezig is om ook de rentevordering direct te kunnen inlossen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-061

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij de klachten van klaagster niet serieus heef genomen, geen nader onderzoek heeft verricht naar de aanhoudende pijnklachten van klaagster aan de linkerzijde van de onderbuik, klaagster heeft geopereerd ondanks de weerstand van klaagster daartegen, tijdens welke operatie een darmperforatie is ontstaan, en onzorgvuldig heeft gehandeld door de Implanon te verwijderen, welke hij na navragen van klaagster heeft teruggeplaatst.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/338VP

    De klacht betreft de behandeling door de verpleegkundige van klaagsters dochter, die is overleden door suïcide. Zij verwijt haar onder andere zij haar dochter niet heeft laten opnemen en de ernst van de situatie niet goed heeft ingeschat. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/106

    Klaagster maakt het verwijt dat de kandidaat-notaris in de begeleidende brief bij de verklaring van erfrecht geen melding heeft gemaakt van het bestaan van een samenlevingscontract met een verblijvingsbeding. De kamer overweegt vooraf dat, hoewel klaagster de bedoelde brief niet in het geding heeft gebracht, voldoende aannemelijk is geworden dat die brief geen verwijzing inhoudt naar het verblijvingsbeding. De kamer is vervolgens van oordeel dat de kandidaat-notaris niet gehouden was in de begeleidende brief aan klaagster bij de verklaring van erfrecht mededeling te doen van de aanwezigheid van een samenlevingscontract met verblijvingsbeding. Een wettelijke verplichting daartoe bestond in ieder geval niet en ook uit een oogpunt van zorgvuldigheid was de noodzaak daarvoor niet aanwezig. De kandidaat-notaris had klaagster namelijk al mondeling uitgebreid voorgelicht en hij wist niet dat klaagster met de brief ook derden wilde benaderen en hoefde dit ook niet te verwachten. De kamer verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/018

    Verweerder is op de opleider van verweerder in de zaak 15/017. Klager verwijt hem dat hij niet persoonlijk naar hem heeft gekeken, geen contact heeft opgenomen met klager nadat hij in het ziekenhuis was opgenomen en onvoldoende toezicht heeft gehouden op zijn opleiding. Afwijzing

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-068

    Klaagster verwijt de internist dat hij patiënt onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn toestand/ziekte en de behandelingen, dat de communicatie moeizaam verliep, dat de behandelingen met vertraging zijn aangevangen en dat de klachten van patiënt niet serieus zijn genomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/339

    De klacht betreft de behandeling door de psychiater van klaagsters dochter, die is overleden door suïcide. Klaagster verwijt de psychiater onder meer het niet goed lezen van het dossier, het niet volgen van richtlijnen, het negeren van adviezen voortkomend uit second opinions, het negeren van brieven van klaagster, het voorschrijven van verkeerde medicijnen, het stellen van verkeerde diagnoses, het niet voldoende waarborgen van de continuïteit van de zorg, nalatigheid en onbekwaamheid. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:310 Raad van Discipline Amsterdam 15-218A

    15-218A: Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster heeft gehandeld zoals een advocaat niet betaamt door klager sub 1 en klaagster sub 2 in het geschil van de cliënte van verweerster met klager sub 3 te betrekken. Klachten deels gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:317 Raad van Discipline Amsterdam 15-530/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht advocaat wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. Klagers hebben geen belang bij klacht over aan hun wederpartij verleende toevoeging.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:311 Raad van Discipline Amsterdam 15-203A

    15-203A: Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is tekortgeschoten op het communicatieve vlak. Klachten deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:305 Raad van Discipline Amsterdam 15-205A 15-206A(d)

    15-205A en 15-206A(d): Klacht en dekenbezwaar tegen eigen advocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het restant van het door klaagster betaalde voorschot niet terug te betalen. Verweerster heeft ook in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet doordat zij haar administratie en financiën onvoldoende op orde heeft. Voorwaardelijke schorsing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:312 Raad van Discipline Amsterdam 15-165A

    15-165A: Verzet. Belangenverstrengeling. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:306 Raad van Discipline Amsterdam 15-207A 15-208A(d)

    15-207A en 15-208A(d): Klacht en dekenbezwaar. Klager heeft in opdracht van verweerster werkzaamheden verricht voor een cliënte van verweerster. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de declaratie van klager niet te voldoen, althans door het van haar cliënte ontvangen bedrag – ter voldoening van de declaratie van klager – niet aan klager door te betalen. Verweerster heeft ook in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet doordat zij haar administratie en financiën onvoldoende op orde heeft. Voorwaardelijke schorsing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:313 Raad van Discipline Amsterdam 15-581/A/DH

    Voorzittersbeslissing. Geen sprake van een advocaat cliënt relatie. Gedragsregel 7 lid 4 mist toepassing. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:307 Raad van Discipline Amsterdam 15-146A

    15-146A: Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:314 Raad van Discipline Amsterdam 15-580/A/A

    Samenvatting: Voorzittersbeslissing. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15106

    Huisarts wordt verweten dat hij nalatig is geweest in de behandeling van klaagster en haar niet tijdig naar de neuroloog en de oogarts van een universitair medisch centrum heeft verwezen. Vast staat dat klaagster tijdens consult heeft ingestemd met een verwijzing naar de neuroloog van het perifere ziekenhuis. Niet kan worden vastgesteld dat er ook is gesproken over verergering van visusklachten en een verwijzing naar de oogarts. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:308 Raad van Discipline Amsterdam 15-173NH

    15-173NH: Klacht over eigen advocaat deels gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door derdengelden te verrekenen zonder de ondubbelzinnige instemming van klager. Verweerder heeft voorts niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door de afspraak om geen bezwaar in te stellen niet schriftelijk te bevestigen. Schorsing voor de duur van één week.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:315 Raad van Discipline Amsterdam 15-556/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop, deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1541a

    Arts wordt verweten dat hij een ondeugdelijk onderzoeksrapport heeft opgesteld. Het rapport voldoet niet aan de eisen. De conclusie van verweerder wijkt significant af van een eerdere conclusie in een medisch ongewijzigde situatie. Verweerder laat na zijn conclusie te onderbouwen. Rapport is onvoldoende inzichtelijk en consistent. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:309 Raad van Discipline Amsterdam 15-179A

    15-179A: Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft in strijd met Gedragsregel 29 gehandeld door niet tijdig mee te delen dat de vordering waarover werd geprocedeerd aan zijn praktijkvennootschap was gecedeerd. Ook heeft hij de deken onjuist ingelicht. Klachten deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:316 Raad van Discipline Amsterdam 15-524/A/A

    Voorzittersbeslissing. De klacht bevat dezelfde verwijten aan verweerder als een eerdere klacht waarop reeds onherroepelijk is beslist. Geen nieuwe tuchtrechtelijk relevante feiten en/of gedragingen. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1513

    Huisarts wordt machtsmisbruik en pesterij verweten omdat hij medicijnen onthield aan de echtgenote van klager, het klager moeilijk maakte om zijn eigen medicatie bij de apotheek te kunnen halen en eiste dat klager naar het spreekuur kwam om zijn klacht te bespreken. Vermoeden van verslaving aan medicatie rechtvaardigt het verzoek van huisarts tot bespreking van de problematiek met klagers. Recept voor gevraagde medicatie is steeds verstrekt. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen indien huisarts de voorkeur geeft aan persoonlijk contact ter bespreking van een klacht boven telefonische afhandeling. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:311 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7584

    Klaagster is niet-ontvankelijk in haar beroep omdat artikel 46h lid 4 (thans: lid 7) Advocatenwet hieraan in de weg nu de raad de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond heeft afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:312 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7565

    Verzoek aanwijzing advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet om een aansprakelijkheidsprocedure te voeren tegen voormalig advocaat van klager. Verzoek wordt afgewezen. De deken mocht het door hem ingewonnen advies van een advocaat tot uitgangspunt nemen en heeft daarmee terecht het verzoek van klager afgewezen omdat hij bijstand wenst voor een als kansloos aan te merken procedure.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:313 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150097

    Verzoek aanwijzing advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet voor bijstand in een hoger beroepprocedure. Verzoek wordt afgewezen. Klager heeft geen belang meer bij zijn verzoek aangezien de mondelinge behandeling in hoger beroep inmiddels is gehouden en einduitspraak is gedaan. Omdat de cassatietermijn is verstreken heeft klager evenmin belang bij aanwijzing van een advocaat voor een cassatieadvies danwel een beroep in cassatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:314 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7559

    Een van de klachten is dat verweerder klaagster onjuist heeft geadviseerd over een concurrentiebeding. Het verweer van verweerder dat klaagster niet-ontvankelijk is omdat de klachttermijn ten tijde van het indienen van de klacht reeds lang was verstreken, wordt verworpen. In de oude hier van toepassing zijnde Advocatenwet geldt geen algemene termijn voor de uitoefening van het klachtrecht. Belangenafweging. Deze valt in voordeel van klaagster uit omdat de advisering door verweerder weliswaar in 2007 plaatsvond maar de gevolgen daarvan pas vanaf 2009 voor klaagster zichtbaar werden door de geschillen die daarover toen ontstonden en bovendien niet is aangevoerd dat verweerder in zijn verdedigingsbelang is geschaad door late indiening van de klacht. Het hof is net als de raad van oordeel dat de klacht ongegrond is, omdat het concurrentiebeding ruim en op gebruikelijke wijze is geformuleerd, voor verweerder niet was te verwachten dat daarover geprocedeerd zou worden en klaagster in rechte in het gelijk is gesteld. Van bedrog, oplichting of handelen van verweerder in het belang van de wederpartij is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:310 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7567

    Onvoldoende kwaliteit geleverd door verweerder. Meer dan een optelsom van slordigheden. Verweerder had de zaak vooraf aan de zitting met klager moeten bespreken. Ook de weigering om een verzoekschrift op voorhand in concept aan klager toe te zenden is verwijtbaar. Voor verzwaring van de door de raad opgelegde maatregel - waarschuwing - is geen aanleiding.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:386 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.451

    Klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg gericht tegen een cardioloog en diens maatschap. De Inspectie verwijt de maatschap cardiologie dat zij zowel in de wijze waarop de maatschap was georganiseerd en functioneerde als in de wijze waarop door de maatschap aan patiënten cardiologische zorg werd verleend, ernstig is tekortgeschoten in de zorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat er (in ieder geval op onderdelen) sprake was van tekortkomingen in de organisatie van geleverde zorg en samenwerking binnen de maatschap. Onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling; onzorgvuldige dossiervorming, onvoldoende en te late communicatie. Het verwijt van onvoldoende professionaliteit van het diagnostisch en therapeutisch handelen kan volgens het Regionaal Tuchtcollege niet worden beoordeeld op basis van de eerste tuchtnorm en kan niet onder de tweede tuchtnorm worden gebracht. Berisping. Zowel de Inspectie als de cardioloog komen in hoger beroep. In principaal hoger beroep komt alsnog de vraag aan de orde of de cardioloog op basis van de eerste tuchtnorm persoonlijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn handelen of nalaten in individuele patiëntendossiers. Ten aanzien van die vraag oordeelt het Centraal Tuchtcollege kort gezegd dat in vrijwel alle casus het aan de maatschap verweten tekortschieten in de organisatie van de zorg ten grondslag ligt aan wat er niet goed is gegaan en dat ter zake van de dossiers waarvan vaststaat dat de cardioloog individuele zorg heeft verleend hem niet ook nog een individueel verwijt worden gemaakt. Het principaal beroep wordt verworpen. Ook het incidenteel beroep, gericht tegen de hoogte van de maatregel, wordt verworpen.