Zoekresultaten 14901-14950 van de 45242 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-263/DB/LI

    Klager heeft na verzending van de sommatiebrief aan de wederpartij niets meer van zich laten horen, zodat niet valt in te zien op basis waarvan verweerder een kort geding had moeten opstarten. Klager heeft uitdrukkelijk schriftelijk ingestemd met bijstand op betalende basis. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:141 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-111 DB/LI

    Om een aanvang te mogen maken met het verrichten van werkzaamheden in een dossier is niet vereist dat de cliënt de opdrachtbevestiging heeft ondertekend. Van het feit dat verweerder werkzaamheden heeft verricht in klagers dossier zonder getekende opdrachtbevestiging kan verweerder dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Niet gebleken dat verweerder onterecht een nota heeft gestuurd aan de rechtsbijstandsverzekeraar van klager. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:142 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-194/DB/OB

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in hoedanigheid van lid van de raad van de orde op verzoek van de deken een onderzoek te doen naar de kwaliteit van de dienstverlening van een aantal door klaagster behandelde dossiers. Het vertrouwen in de advocatuur is niet door verweersters optreden geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:143 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-217/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:144 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-548 DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende of anderszins de belangen van klagers nodeloos heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:174 Raad van Discipline Amsterdam 18-913/A/A

    Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Gedragsregel 7 (1992) is van toepassing. Verweerster heeft niet gehandeld in strijd met deze gedragsregel. Daarnaast is niet gebleken dat verweerster informatie heeft verkregen van mr. P en/of deze heeft gebruikt in de procedure tegen klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:175 Raad van Discipline Amsterdam 19-312/A/NH

    Gezamenlijke klacht over advocaat wederpartij. Klacht grotendeels gegrond. Klagers in de zaak met nummer 19-312/A/NH en 19-333/A/NH dienen te worden beschouwd als een wederpartij. Verweerster heeft nagelaten kopieën van berichten aan de rechtbank aan klagers te versturen. Daarnaast heeft verweerster nagelaten kopieën toe te sturen van processtukken aan alle procespartijen. Tot slot heeft verweerster zich eenzijdig en zonder gelijktijdige mededeling aan de advocaat van de wederpartij tot de rechter gewend en heeft verweerster zonder toestemming van de advocaat van de wederpartij meer medegedeeld aan de rechter dan dat geen overeenstemming was bereikt. Niet gebleken is dat verweerster niet onafhankelijk of onpartijdig is jegens klagers. Gelet op de omvang, de aard en de ernst van de gegronde klachten en de toezegging van verweerster ter zitting om uitvoering te geven aan deze beslissing zal de maatregel van berisping worden opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:176 Raad van Discipline Amsterdam 19-333/A/NH

    Gezamenlijke klacht over advocaat wederpartij. Klacht grotendeels gegrond. Klagers in de zaak met nummer 19-312/A/NH en 19-333/A/NH dienen te worden beschouwd als een wederpartij. Verweerster heeft nagelaten kopieën van berichten aan de rechtbank aan klagers te versturen. Daarnaast heeft verweerster nagelaten kopieën toe te sturen van processtukken aan alle procespartijen. Tot slot heeft verweerster zich eenzijdig en zonder gelijktijdige mededeling aan de advocaat van de wederpartij tot de rechter gewend en heeft verweerster zonder toestemming van de advocaat van de wederpartij meer medegedeeld aan de rechter dan dat geen overeenstemming was bereikt. Niet gebleken is dat verweerster niet onafhankelijk of onpartijdig is jegens klagers. Gelet op de omvang, de aard en de ernst van de gegronde klachten en de toezegging van verweerster ter zitting om uitvoering te geven aan deze beslissing zal de maatregel van berisping worden opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:170 Raad van Discipline Amsterdam 19-480/A/A

    Voorzittersbeslissing. Nu klaagster niet kan worden aangemerkt als (voormalig) cliënte van verweerder, is van strijd met Gedragsregel 15 lid 1 geen sprake. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:177 Raad van Discipline Amsterdam 19-167/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:171 Raad van Discipline Amsterdam 19-475/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. De klacht is kennelijk ongegrond. Verweerster mocht uitgaan van de door haar cliënt aangeleverde informatie en/of feitenmateriaal. Het gebruik van het woord “stalking” is niet onnodig grievend. Verweerster kon zich alleen maar verweren door de persoonlijke berichten van klaagster over te leggen in de klachtprocedure. Klaagster had geen belang bij toezending van de interne klachtregeling noch was verweerster daartoe gehouden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:172 Raad van Discipline Amsterdam 19-404/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een eigen belang van klager. Het gebruikmaken van een voetnoot in een memorie van antwoord met daarin een verwijzing naar onder andere een schorsing van klager was niet noodzakelijk. Dit klachtonderdeel is, gelet op de gehele achtergrond waarbij onder andere door verweerder tuchtklachten zijn ingediend die grotendeels gegrond zijn verklaard, kennelijk van onvoldoende gewicht. Voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat op verweerder de verplichting rustte het verweerschrift in de procedure bij de Raad van State door te sturen naar klager of dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld doordat zijn cliënt niet in overleg wilde treden met de deken en klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:173 Raad van Discipline Amsterdam 19-286/A/NH/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft de kernwaarde integriteit geschonden door zonder overleg met cliënt raadsheren te wraken en de alinea over de afgewezen wraking ‘weg te kopiëren’ uit een arrest. Maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twaalf weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-273/DH/RO

    Klacht deels gegrond. Verweerder heeft aan klager een referteverklaring toegezonden en hem verzocht deze verklaring ondertekend te retourneren. Het had op de weg van verweerder gelegen om klager erop te wijzen dat het ondertekenen van de referteverklaring in aanwezigheid van een (andere) advocaat behoort te geschieden. Door dit na te laten heeft verweerder niet de zorgvuldigheid in acht genomen die van hem verwacht mocht worden en heeft hij jegens klager tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dat klager (destijds) heeft afgezien van rechtsbijstand en zelf geen contact heeft opgenomen met verweerder, maakt zulks niet anders. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:57 Accountantskamer Zwolle 18/686 en 18/687 Wtra AK

    Controleklacht. Betrokkenen hebben onvoldoende onderzoek gedaan naar de verslaggevingtechnische implicaties van het samenstel van de gesloten overeenkomsten m.b.t. het securitisatieprogramma in de geconsolideerde jaarrekening noch in het dossier afdoende gedocumenteerd op grondslag van welke verslaggevingsbepalingen de gemaakte keuze aanvaardbaar was. Uitgangspunt is dat een accountant bereid moet zijn aan zijn opdrachtgever en aan de curator in het faillissement van die opdrachtgever op diens verzoek in algemene zin informatie te verstrekken over de door hem ter uitvoering van zijn opdracht verrichte werkzaamheden. De verplichting vindt zijn grondslag in het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en (vooral) zorgvuldigheid zoals bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. Betrokkene 1 heeft zich in strijd met die verplichting niet tot enige wijze van overleg bereid getoond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:58 Accountantskamer Zwolle 19/528 t/m 19/553 Wtra AK

    Klager dient een klacht in tegen vele registeraccountants werkzaam bij of werkzaam geweest bij de accountantsorganisatie Baker Tilly, stellende dat uit een rapport van de AFM van 28 juni 2017 blijkt dat Baker Tilly (Netherlands) d e wettelijke vereisten aangaande het stelsel van kwaliteitsbeheersing heeft overtreden en dat betrokkenen door bij dat kantoor werkzaam te zijn (geweest) daarvoor tuchtrechtelijk verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Het rapport van de AFM kan de conclusie die klaagster daaraan verbindt echter niet dragen. Evenmin bevat dat rapport voldoende door de AFM vastgestelde feiten en omstandigheden, die relevant zijn voor de rechtsvraag of Baker Tilly (Netherlands) toepasselijke wet- en regelgeving heeft overtreden, welke de Accountantskamer vervolgens kan beoordelen. Ook overigens heeft klaagster geen feiten gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit blijkt dat Baker Tilly (Netherlands) wettelijke regels heeft overtreden en dat ieder van de betrokkenen, tegen wie klaagster een klacht heeft ingediend, daarvoor tuchtrechtelijk verantwoordelijk is. Het is aan klager om zijn klacht met feiten en omstandigheden te onderbouwen en aannemelijk te maken; het is niet de taak noch de bevoegdheid van de Accountantskamer om actief eigen onderzoek te gaan verrichten naar eventueel klachtwaardig handelen. De AFM heeft desverzocht laten weten geen gebruik van haar bevoegdheid ex art. 25a Wtra te maken. De klacht is derhalve ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:59 Accountantskamer Zwolle 18/735 Wtra AK

    Overige opdrachten, als de onderhavige, vallen niet onder de werking van de NVKS. Door een partner-niet-accountant is een rapport opgesteld namens Ernst &Young Accountants LLP. Uit dat rapport is niet duidelijk op te maken dat betrokkene geen accountant is en dat het rapport niet volgens de voor accountants geldende regels is opgemaakt. Betrokkene is als bestuurder niet rechtstreeks tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de vermeende gebreken van het rapport. Van een accountantseenheid kan worden verlangd dat zij steeds zorgt voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. Deze norm is voor NVKS-opdrachten (expliciet) in artikel 4 NVKS opgenomen. Die voorschriften geven uitwerking aan het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en stellen minimumeisen aan het kwaliteitssysteem voor deze opdrachten. Voor de inrichting van dat systeem is de kwaliteitsbepaler van de accountantseenheid verantwoordelijk. Voor het inrichten van een kwaliteitssysteem voor andere dan in de NVKS bedoelde opdrachten geldt (met uitzondering van wettelijke controleopdrachten) geen specifieke nadere regeling. De voor die opdrachten verantwoordelijke accountant dient daarbij uiteraard wel de fundamentele beginselen uit de VGBA in acht te nemen. Betrokkene is, zoals ook door hem zelf aangegeven, tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem waaronder deze overige opdrachten worden uitgevoerd. Gebleken is dat in dat kwaliteitssysteem geen waarborg is getroffen om er voor te zorgen dat met betrekking tot de uitvoering en schriftelijke neerslag van werkzaamheden van een professional die geen accountant is, expliciet duidelijk wordt gemaakt dat de opdracht door een niet-accountant is uitgevoerd en dat eisen die aan een accountant kunnen worden gesteld daarom niet gelden. Zo is het Rapport uitgebracht op papier met vermelding ‘EY’ in het logo, is de begeleidende brief afkomstig van EY Accountants en is de ondertekening gedaan namens EY Accountants. Deze werkwijze brengt naar het oordeel van de Accountantskamer met zich dat voor de adviesopdrachten die namens EY Accountants door niet-accountants worden uitgevoerd symptomatisch niet dezelfde borging van de kwaliteit geldt als voor adviesopdrachten die (zouden) worden uitgevoerd door accountants, terwijl cliënten over deze gevolgen van het toepasselijke kwaliteitssysteem niet duidelijk worden geïnformeerd, waardoor de verwachting wordt gewekt dat de werkzaamheden door een accountant en met toepassing van de wet- en regelgeving voor accountants worden uitgevoerd. In onderhavig rapport wordt voor de gebruiker deze onjuiste verwachting nog eens versterkt doordat daarnaast bewoordingen worden gebruikt die specifiek voorkomen in door accountants opgestelde rapporten, zoals “een rapport van feitelijke bevindingen”, “specifiek overeengekomen werkzaamheden”, “oordeel” en de gebruikelijke “disclaimer”. Naar het oordeel van de Accountantskamer had een maatregel genomen moeten worden met als strekking dat bij dergelijke opdrachten duidelijk wordt vermeld dat zij worden of zijn uitgevoerd door niet-accountants en zonder dat de voor accountants geldende wet- en regelgeving van toepassing is. De Accountantskamer is van oordeel dat dit een kenbare tekortkoming van het onderhavige kwaliteitssysteem betreft. Betrokkene had, als bestuurder en ook nog de direct verantwoordelijke voor de werking van dat systeem, na kennisneming daarvan moeten opvallen dat, zonder duidelijke in het kwaliteitssysteem op te nemen waarborgen, verwarring bij gebruikers het gevolg zou kunnen zijn. Omdat een dergelijke maatregel ontbreekt, kent het kwaliteitssysteem een (zonder meer kenbare) tekortkoming die strijdig is met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Deze tekortkoming moet betrokkene dan ook tuchtrechtelijk worden aangerekend. Voorts is niet gebleken dat betrokkene, nadat hij daarop is aangesproken door klagers, tot stappen is gekomen om een maatregel te treffen om de door het rapport gewekte onvolledige indruk weg te nemen. Gezien de hiervoor gemelde omstandigheden is de Accountantskamer met klagers van oordeel dat er ook daadwerkelijk sprake was van in ieder geval materieel onvolledige informatie als bedoeld in artikel 9, eerste lid van de VGBA. Betrokkene, had als de voor dit kwaliteitssysteem verantwoordelijke accountant een passende maatregel dienen te treffen, hetgeen hij, daartoe aangesproken, heeft nagelaten. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-276/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerster heeft door met de kinderen van klaagster te preken zonder voorafgaande toestemming van en overleg met (de advocaat van) klaagster gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij als advocaat had te betrachten. Dat verweerster op aandringen van de man heeft ingestemd om met de kinderen te spreken, doet hier niet aan af. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:139 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-326/DB/ZWB

    Advocaat heeft zijn werkzaamheden in een zaak opgeschort wegens een verschil van mening omtrent de in te stellen vordering. Niet gebleken dat de advocaat opdracht heeft gekregen om de concept-dagvaarding uit te brengen. Advocaat heeft enige tijd daarna zijn werkzaamheden in alle zaken opgeschort wegens onbetaalde rekeningen. Deze opschorting heeft geen invloed op de eerste zaak omdat de werkzaamheden in die zaak op inhoudelijke gronden reeds was opgeschort. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:233 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2018.421

    Het betreft hier het verzoek tot herziening van de beslissing van het CTG van 31 maart 2015 in de zaken A/C, huisarts (C2014. 273) en Inspectie/C, huisarts (C2014.276).

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-158/DB/ZWB

    Advocaat heeft cliënt niet heeft gewezen op het risico van de door de voorzieningenrechter opgelegde hoge en ongelimiteerde dwangsom indien hij zijn woning niet tijdig en leeg zou hebben verlaten, noch op de mogelijkheid om matiging van die dwangsom te vragen. Klacht gegrond, waarschuwing, kostenveroordeling

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-551 DB/ZWB

    Grenzen van aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:125 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190072D

    Dekenbezwaar. Bezwaar van zowel deken Noord-Holland als algemeen deken. Aan verweerster is door de raad een waarschuwing opgelegd wegens misbruik van haar geheimhoudertelefoon en declareren aan een partij geen opdrachtgever is, zonder duidelijke afspraken en specificaties. Beide dekens hebben beroep ingesteld. Het hof oordeelt dat door het misbruik van de geheimhoudertelefoon verweerster de kernwaarde integriteit in ernstige mate heeft geschonden en dat zij in strijd heeft gehandeld met de Verordening op de nummerherkenning (oud). Er moet op kunnen worden vertrouwd dat gesprekken die worden gevoerd met een geheimhoudertelefoon ook daadwerkelijk gesprekken betreffen van de advocaat. Verweerster heeft voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door onduidelijke declaraties aan een derde te sturen. Gedeeltelijke vernietiging beslissing raad. Deels voorwaardelijke schorsing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/54

    De klacht tegen de notaris ziet enerzijds op het schenden van de zorgvuldigheidsnorm (in de akte van levering staan onjuiste data vermeld en de netto-verkoopopbrengst van de woning is niet conform de gemaakte afspraak voor de helft overgemaakt aan klager) en anderzijds op de non-communicatie. De kamer verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van berisping op. Met betrekking tot deze sanctie weegt de kamer ten nadele van de notaris zijn proceshouding mee (zo heeft hij niet schriftelijk op de klacht gereageerd).

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-550/DB/ZWB

    Grenzen van aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/454

    Klager dient een klacht in tegen een bedrijfsarts en verwijt hem een ten onrechte in een rapportage dat klager is geïnformeerd en heeft ingestemd met het inlichten van zijn werkgever en in die rapportage ten onrechte heeft aangegeven dat geen sprake was van arbeidsgerelateerd verzuim. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, geen maatregel

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/75

    Klager had in de periode van [datum] 2015 tot 18 mei 2017 als executeur de bevoegdheid tot beheer van de nalatenschap van erflaatster. Deze bevoegdheid is op 18 mei 2017 geëindigd. Klager werd in zijn hoedanigheid van executeur vanaf december 2015 tot genoemde einddatum door de kandidaat-notaris betrokken bij de voorbereidingen van de door de echtgenoot van erflaatster beoogde schenking en levering van een perceel grond aan zijn buurman. Aangezien klager vanaf 18 mei 2017 geen executeur meer was en gesteld noch gebleken is dat klager na genoemde datum op enige andere grond (door de kandidaat-notaris) betrokken had moeten worden bij de uiteindelijke totstandkoming van de schenkingsakte, oordeelt de kamer dat klager in beginsel slechts ontvankelijk is in zijn klacht, voor zover deze betrekking heeft op het handelen of nalaten van de kandidaat-notaris in de periode [datum] 2015 tot 18 mei 2017. Klager wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in het klachtonderdeel dat ziet op het zonder de medewerking van klager passeren van de schenkingsakte van 26 juni 2017 en op de inhoud van genoemde akte. Het klachtonderdeel dat ziet op de communicatie wordt gegrond verklaard evenals het klachtonderdeel dat ziet op het aan klager toezenden van een gewijzigde concept-akte van schenking, waarin - zonder vooroverleg en/of een toelichting - een eerder op aandringen van klager toegevoegde alinea is weggelaten. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard. Aan de kandidaat-notaris wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-523/DB/LI

    Het is de taak van een advocaat het standpunt van zijn cliënt te verwoorden en met bewijsstukken te onderbouwen. Niet gebleken dat belangen van de wederpartij nodeloos zijn geschaad. Klager heeft geen belang bij klacht over toekenning toevoeging aan wederpartij.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/009

    Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij een WMO-advies direct aan de gemeente heeft doorgestuurd, zonder dat klaagster hierin eerst inzage heeft gehad, waardoor haar de mogelijkheid is ontnomen feitelijke onjuistheden te corrigeren. Volgens klaagster bevat het advies diverse feitelijke onjuistheden die voor haar nadelig hebben uitgepakt. Verweerder voert verweer. Gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-113/DB /ZWB

    Het is gebruikelijk dat het honorarium van een advocaat op een factuur zonder BTW wordt vermeld, welk bedrag vervolgens met de door de advocaat daarover verschuldigde BTW wordt vermeerderd. Hetzelfde geldt voor de vermindering met een eerder betaald voorschot op de eindfactuur. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-264/DB/ZWB

    Niet gebleken dat advocaat tegenstrijdige belangen heeft behartigd. Advocaat heeft als voormalig advocaat en kandidaat bestuurslid wel onvoldoende afstand gehouden bij de kwestie van de Statutenwijziging en de samenstelling van het bestuur van klaagster waar hij als (voormalig) advocaat en als kandidaat bestuurslid bij betrokken was en heeft onvoldoende duidelijk gemaakt op welk moment hij in welke hoedanigheid optrad. Klacht (gedeeltelijk) gegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-038 DB/ZWB

    Advocaat heeft geen invloed op de doorlooptijden in een procedure bij de rechtbank. Advocaat mocht zich gelet op de ontstane vertrouwensbreuk terugtrekken. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2019/03

    Klacht tegen een specialist Mondziekten en Kaakchirurgie gegrond verklaard. Aangeklaagde heeft geen verweer gevoerd en is ook niet op de zitting verschenen, terwijl hij behoorlijk opgeroepen was. Het college overweegt dat binnen de beroepsgroep als norm geldt dat klachten serieus worden genomen en dat men zich toetsbaar opstelt, niet alleen ten opzichte van de tuchtrechter, maar vooral ook ten opzichte van patiënten. Op basis van de beschikbare stukken verklaart het college de klacht grotendeels gegrond. De maatregel van berisping wordt passend geacht. Ook bepaalt het college dat - in het belang van de goede gezondheidszorg - de maatregel in het BIG-register wordt aangetekend en wordt gezorgd voor openbare kennisgeving.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:168 Raad van Discipline Amsterdam 19-530/A/DH

    Klacht van een voormalig advocaat over verweerder in zijn hoedanigheid van lid-advocaat van de raad van discipline Den Haag kennelijk ongegrond. Het tuchtrecht is niet bedoeld om het werk van een (andere) tuchtrechter te beoordelen. Een dergelijke klacht zal om die reden dan ook niet snel gegrond zijn. Dat zou alleen het geval kunnen zijn in zeer in het oog springende gevallen, zoals bij het aannemen van steekpenningen. Daarvan is echter geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:169 Raad van Discipline Amsterdam 19-531/A/DH

    Klacht van een voormalig advocaat over verweerder in zijn hoedanigheid van lid-advocaat van de raad van discipline Den Haag kennelijk ongegrond. Het tuchtrecht is niet bedoeld om het werk van een (andere) tuchtrechter te beoordelen. Een dergelijke klacht zal om die reden dan ook niet snel gegrond zijn. Dat zou alleen het geval kunnen zijn in zeer in het oog springende gevallen, zoals bij het aannemen van steekpenningen. Daarvan is echter geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:166 Raad van Discipline Amsterdam 19-405/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerster onvoldoende voortvarend te werk is gegaan. Dat de kwaliteit van het door verweerster opgestelde concept-verzoekschrift ver beneden de maat is heeft klaagster onvoldoende concreet onderbouwd. Tot slot geen sprake van excessief declareren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:167 Raad van Discipline Amsterdam 19-425/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over gedragsregel 15 kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:123 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180309

    Klager verwijt verweerder dat hij in twee strafzaken is tekortgeschoten bij behartiging van zijn belangen, te weten in de strafzaak in 2011/2012 als ook in de strafzaak in 2015. De raad oordeelt klager ex artikel 46g lid 1 sub a Aw niet-ontvankelijk ten aanzien van de eerste strafzaak wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Naar het oordeel van de raad kan niet worden vastgesteld dat verweerder de tweede strafzaak onjuist heeft aangepakt of daarin klager niet naar behoren heeft geadviseerd. Klager heeft ervoor gekozen om na afstemming met verweerder zijn hoger beroep alsnog in te trekken. Naar het oordeel van de raad was op voorhand niet uit te sluiten dat bij een ongewijzigde proceshouding en een enkele spijtbetuiging sprake was van een risico op een hogere straf voor klager terwijl bij een gewijzigde proceshouding weliswaar de persoonlijke omstandigheden meegenomen zouden kunnen worden maar dat het ook zou inhouden meewerken aan een eventueel multidisciplinair onderzoek. Dat weigerde klager. Naar het oordeel van de raad kan in het midden blijven of verweerder in de gegeven omstandigheden verplicht was om pro-actief met klager de verblijfsrechtelijke gevolgen van zijn proceshouding te bespreken. Gelet op de ondergrens van een strafmaat van veertien maanden met verblijfsrechtelijke gevolgen en de reeds aan klager opgelegde straf van zes jaar was sprake van een zover verwijderd verband daartussen dat verweerder dit niet met klager behoefde te bespreken en vast te leggen. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:124 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190051

    Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van (voormalig) deken. Klaagster werd oorspronkelijk bijgestaan door een advocaat, die vervolgens uitviel en de zaak van klaagster overdroeg over aan een andere advocaat. Klaagster heeft deze opvolgend advocaat aansprakelijk gesteld voor door haar geleden schade. De klacht betreft het optreden van verweerder tegen deze advocaat. Volgens klaagster heeft verweerder niet slagvaardig en adequaat opgetreden tegen deze advocaat, die een uitgebreid tuchtrechtelijk verleden had. Het hof oordeelt dat de wijze waarop verweerder klachten onderzoekt en stappen onderneemt tegen een advocaat, binnen zijn beleidsvrijheid valt. Verweerder is deze beleidsvrijheid niet te buiten gegaan, daarom kan hem geen verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/094

    De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster ondanks herhaalde verzoeken niet het volledig medisch dossier aan klaagster heeft toegezonden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/095

    De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster ondanks herhaalde verzoeken niet het volledig medisch dossier aan klaagster heeft toegezonden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/029

    Klaagster verwijt verweerder, orthopedisch chirurg, fouten te hebben gemaakt tijdens een heupoperatie en onvoldoende nazorg te hebben geleverd. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:112 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190060

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij over de gang van zaken rond de aanvraag van een spoed kort geding. Verweerder behartigde de belangen van een luchtvaartmaatschappij in een geschil over de verdeling van slotallocaties, waarbij grote financiële belangen aan de orde waren. Nadat de zaak overdag in een stroomversnelling was gekomen, heeft verweerder klager (advocaat van de wederpartij) in de avond per e-mail bericht dat een kort geding zal worden aangespannen. Klager heeft verweerder later die avond per e-mail meegedeeld dat hij de volgende morgen zo vroeg mogelijk verhinderdata zal opgeven. In de nacht heeft verweerder per fax een aanvraag voor een spoed kort geding ingediend bij de griffie, waarbij hij heeft vermeld dat de verzochte opgave van verhinderdata van de wederpartij wegens spoedeisendheid niet kon worden afgewacht. Net voordat de verhinderdata van klager de volgende ochtend aan verweerder zijn doorgegeven, had de griffie al een behandeldatum bepaald. Klager was op die datum verhinderd en verweerder heeft er niet mee ingestemd om de behandeldatum te verplaatsen. Klacht gegrond voor zover verweerder niet op het aanvraagformulier heeft vermeld dat klager hem te kennen had gegeven dat hij zijn verhinderdata de volgende morgen zo vroeg mogelijk aan hem zou doorgeven. Verweerder had de verplichting om de rechtbank, mede met het oog op de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij, zo volledig mogelijk te informeren. Het is immers bepaald niet ondenkbaar dat de rechtbank, indien zij in kennis was gesteld van de mededeling van klager dat hij de verhinderdata die ochtend zo vroeg mogelijk zou doorgegeven, daarop zou hebben gewacht voordat een datum werd bepaald. De overige in appel aan de orde zijnde klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Waarschuwing. Gedeeltelijke bekrachtiging met proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:119 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190023

    Klacht tussen advocaten onderling. Dat verweerder zich niet welwillend heeft gedragen door zich niet te houden aan een tussen hem en klager overeengekomen afspraak, kan niet worden vastgesteld nu verweerder expliciet heeft betwist dat overeenstemming was bereikt. Van het bemoeilijken van contact en het antedateren van brieven door verweerder is evenmin gebleken. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:113 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190040

    Klacht tegen eigen advocaat. Raad heeft klacht ongegrond verklaard. Hof bekrachtigt deze beslissing. Wanneer een advocaat en zijn cliënt het niet eens worden over de strategie die moet worden gevolgd naar aanleiding van problemen bij de uitvoering van een vaststellingsovereenkomst, zal de advocaat de opdracht moeten neerleggen of een vervolgopdracht moeten weigeren. Verweerder heeft dit op een juiste en correcte wijze gedaan

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:120 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190041 190042 190043 190044 190045 190046

    Niet-ontvankelijk hoger beroep tegen klachtonderdeel b, omdat klager daartegen geen grieven heeft aangevoerd. Ten aanzien van klachtonderdeel a, bekrachtigt het hof de beslissing van de raad. Verweerders hebben door het als productie overleggen van een niet-geanonimiseerd vonnis niet de gerechtvaardigde belangen van klager als bedoeld in regel 10 van de Gedragsregels 1992 geschaad. Het vonnis is slechts in kleine kring verspreid. Daar komt bij dat het in 2015 nog regelmatig voorkwam dat gerechtelijke uitspraken niet werden geanonimiseerd. Ook heeft klager onvoldoende gesteld op welke wijze hij in zijn belangen is geschaad door het overleggen van het vonnis. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:114 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180249 en 180250

    Appelschrift met geluidsbestanden op de laatste dag na sluiting griffie per e-mail ingediend. Door griffie niet ontvangen, geen notificatie aan indiener daarvan. Niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, niet verschoonbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:121 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190216

    Beklag ex art. 13 Advocatenwet. Meerdere advocaten hebben klager rechtsbijstand verleend en advies gegeven over zijn cassatieberoep. Gegronde reden voor de deken om verzoek tot aanwijzing advocaat af te wijzen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:115 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180334

    Hoger beroep tegen beslissing van de raad op verzet op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet niet-ontvankelijk. Niet gebleken van schending fundamenteel rechtsbeginsel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:109 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180317

    Beklag ex art. 13 AW. Ondanks gegronde tuchtklacht heeft aansprakelijkstelling geen redelijke kans van slagen. Verzoek is door deken op goede gronden afgewezen. Beklag afgewezen.