Zoekresultaten 20791-20800 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:113 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-019/DB/ZWB
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:113
Advocaat heeft een in een Penitentiaire Inrichting gedetineerde zonder toestemming van diens advocaat twee maal bezocht. Zwaarte van de maatregel mede ten gevolge van tuchtrechtelijk verleden. Klacht gegrond, schorsing 4 weken, waarvan 2 voorwaardelijk, proeftijd 2 jaar, termijn ex art 8a, lid 3, verkort tot 2 jr.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:168 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.458
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:168
Klacht tegen schouwarts, ingediend door partner van overleden patiënt. Patiënt was vanwege een dementieel beeld opgenomen in een verpleeghuis en leed ook aan darmkanker, waarvoor een palliatief beleid werd gevoerd. Op enig moment heeft patiënt, na een val, een heupfractuur opgelopen. Patiënt is vervolgens niet ingestuurd naar het ziekenhuis, vanwege zijn slechte conditie en het gebrek aan therapeutische mogelijkheden. De behandelend arts besloot tot een conservatief beleid met morfine als pijnstilling. Enkele dagen later is de patiënt overleden, waarna de schouwarts het lichaam uitwendig heeft geschouwd, het medisch en verpleegkundig dossier heeft bestudeerd en met de verzorgenden heeft gesproken. De schouwarts heeft geconcludeerd tot een niet-natuurlijk overlijden als gevolg van een ongeval bij een terminaal zieken 82-jarige man. Na telefonisch contact tussen de schouwarts en de officier van justitie heeft de officier van justitie geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren voor een strafbaar feit. Klaagster verwijt de schouwarts dat hij niet aan haar heeft gevraagd wat de toedracht van het overlijden van patiënt was en dat hij verkeerde informatie heeft doorgegeven aan de officier van justitie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt niet tot andere bevindingen en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:169 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.024
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:169
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde, ingediend door partner van overleden patiënt. Patiënt was vanwege een dementieel beeld met een indicatie ingevolge artikel 60 Wet BOPZ op 29 januari 2014 opgenomen in een verpleeghuis en leed ook aan darmkanker, waarvoor een palliatief beleid werd gevoerd. Op enig moment heeft patiënt, na een val, een heupfractuur opgelopen. Patiënt is vervolgens niet ingestuurd naar het ziekenhuis, vanwege zijn slechte conditie en het gebrek aan therapeutische mogelijkheden. De specialist ouderengeneeskunde besloot tot een conservatief beleid met morfine als pijnstilling. Enkele dagen later is de patiënt overleden. Klachten van de partner dat het de patiënt (voorafgaand aan de val) verboden was de afdeling te verlaten en over het handelen van de specialist ouderengeneeskunde na de val – waarbij klaagster in de veronderstelling verkeert dat haar partner is overleden door de, volgens haar zonder overleg, toegediende morfine – zijn door het Regionaal Tuchtcollege allemaal ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege komt niet tot een ander oordeel en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:115 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-133/DB/ZWB
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:115
Advocaat heeft zich gedurende de bij beslissing van 11 juli 2016 door het HIof van Discipline bepaalde proeftijd schuldig gemaakt aan een in art. 46 van de Advocatenwet bedoelde gedraging. Tenuitvoerlegging ex artikel 57 a juncto 48 e Advocatenwet van de bij beslissing van het Hof van Discipline van 11 juli 2016 voorwaardelijk aan verweerder opgelegde schorsing voor de duur van twee weken. TUL 2 weken
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:116 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-060/DB/ZWB
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:116
Advocaat is tekort geschoten in de kwaliteit van de dienstverlening (processtukken) die van hem als een redelijk handelend advocaat verwacht had mogen worden en zijn cliënt gedurende een lange periode niet of nauwelijks op de hoogte gehouden van de voortgang van de procedure, noch gereageerd op redelijke verzoeken van klager om informatie en uitstel van een comparitie van partijen, waardoor de cliënt zich genoodzaakt zag zich rechtstreeks tot het gerechtshof te wenden. Geen afschrift toegezonden van definitief processtuk., waardoor cliënt niet wist of en welke processtuk bij het gerechtshof was ingediend. Advocaat heeft ondanks herhaald verzoek van het gerechtshof het procesdossier in eerste aanleg niet ingediend. Enkel door de welwillende houding van het gerechtshof is een niet-ontvankelijkheid van het appel voorkomen. Zwaarte van de maatregel mede ten gevolge van tuchtrechtelijk verleden. Klacht (ged) gegrond; schorsing 26 weken, waarvan 13 voorwaardelijk, proeftijd 2 jaar; termijn ex art 8a, lid 3, verkort tot 2 jr.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:117 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-132/DB/ZWB/D
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:117
Advocaat bewaarde dossiers in een door hem verhuurde woning in een voor de bewoners van dat pand en hun bezoekers toegankelijke ruimte in open staande althans niet met sleutels afgesloten kasten. De dossiers waren voor een ieder die de betreffende ruimte binnen trad zichtbaar en voor kennisneming van de inhoud direct voorhanden. De advocaat heeft aldus zijn geheimhoudingsplicht geschonden. Dekenbezwaar dat advocaat niet verbleef op het adres waar hij stond ingeschreven ongegrond gelet op de niet zonder meer onaannemelijke verklaring van verweerder ten aanzien van zijn verblijf anders dan in de woning waar hij stond ingeschreven. Zwaarte van de maatregel mede ten gevolge van tuchtrechtelijk verleden. Dekenbezwaar (ged.) gegrond, schorsing 13 weken; termijn ex art 8a, lid 3, verkort tot 2 jr.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.276
- Datum publicatie: 14-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:165
Klacht tegen GZ-psycholoog. Klaagster, die onder curatele is gesteld, is op eigen verzoek verwezen naar een instelling waaraan de GZ-psycholoog is verbonden. Klaagster wilde onderzocht worden om een eerder gestelde diagnose van geestesziekte te ontkrachten. Klaagster is door de GZ-psycholoog onderzocht en is het niet eens met zijn bevindingen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-285
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:101
Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft bij een intercollegiale toetsing, een aantal diagnoses - tot het stellen waarvan hij niet bevoegd is – zeer stellig geformuleerd en daarmee onzorgvuldig gehandeld. Hij kende klaagster niet en heeft noch haar noch haar medische dossier gezien en is afgegaan summiere informatie. Het sturen van een (geanonimiseerd) bericht over een patiënt in het kader van intercollegiale toetsing naar een collega beroepsbeoefenaar niet verwijtbaar. De verpleegkundige diende er met het verzenden van de e-mail rekening mee te houden dat de aan klaagster geboden zorg in het zorgteam onder druk zou komen te staan. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/038AP
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:69
Klaagster dient klacht in namens haar moeder. Klaagster verwijt de apotheker onzorgvuldig handelen. De moeder van klaagster heeft van de apotheek verkeerde medicijnen gekregen. Op 30 januari 2016 is de moeder van klaagster overleden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-292
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:96
Gegronde klacht van de IGZ tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog heeft ten onrechte nagelaten een check en dubbelcheck uit te voeren waardoor bij patiënt een verkeerd geneesmiddel is ingespoten. De anesthesioloog heeft, nadat hij zijn fout had ontdenkt, adequaat gehandeld om de schade voor de patiënt zoveel mogelijk te beperken. Berisping.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2079
- Pagina: 2080
- Pagina: 2081
- ...
- Pagina: 4467
- Volgende pagina zoekresultaten