Zoekresultaten 20691-20700 van de 44698 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 321/2016
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 30-06-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:112
Klacht tegen plaatsvervangend hoofd TBS-kliniek, tevens psychiater, over een door haar ondertekend TBS-verlengingsadvies. Verweerster heeft in de periode voor het verlengingsadvies geen individuele zorg aan klager verleend. Zij heeft alleen in haar hoedanigheid als plaatsvervangend hoofd van de inrichting het verlengingsadvies ondertekend. Dit handelen heeft wel voldoende weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg en kan daarom op grond van de tweede tuchtnorm uit de Wet BIG worden getoetst. In dit geval volstond het door verweerster ondertekende advies, nu zij (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting en zelf ook psychiater is. Het verlengingsadvies is niet door haar opgesteld, maar door de behandelcoördinator in overleg met het multidisciplinaire behandelteam van klager. In de wettelijke constructie heeft verweerster de eindverantwoordelijkheid voor het advies. Dat betekent niet dat verweerster klager zelf moest hebben gezien en gesproken voordat zij het advies kon ondertekenen. Wel diende zij de inhoud van het advies op deugdelijkheid en consistentie te toetsen. De klachten dat bepaalde gegevens in het advies onjuist zijn, dat onderdelen van het advies niet zijn onderbouwd, dat het advies niet met klager is besproken en dat verweerster klager niet heeft gezien en gesproken, zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 208/2016
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 30-06-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:113
Klacht tegen medisch adviseur van het CBR, met betrekking tot de behandeling van de aanvraag van een verklaring van geschiktheid van klager in verband met de verlenging van diens rijbewijs, afgewezen. Het CBR diende op basis van de regelgeving een besluit over de rijgeschiktheid van klager te nemen. Uit de eigen verklaring van klager en het advies van de keurend ARBO-arts bleek dat er sprake was (geweest) van angineuze klachten. In dat geval was schrijft artikel 6.3.2 van de ministeriële Regeling eisen geschiktheid 2000 het inschakelen van een specialist imperatief voor bij de rijbewijzen uit groep 2 (bedoeld zijn C, C1, CE, C1E, D, D1, DE en D1E). Nu klager had afgezien van de mogelijkheid om afstand te doen van de groep 2 rijbewijzen mocht verweerder derhalve op grond van artikel 101 Reglement rijbewijzen namens het CBR vorderen dat de aanvrager zich op eigen kosten liet keuren door een cardioloog. Voorafgaande toestemming van klager was daarvoor niet vereist. Nu verweerder de gegevens van klager gebruikte voor het doel waarvoor klager ze had verstrekt, namelijk het beoordelen van de rijgeschiktheid, mocht hij de relevante informatie, in dit geval bestaande uit klagers eigen aanvraag en de aantekening van de ARBO-arts, op basis van de regeling ook zonder nadere toestemming aan de cardioloog sturen. Toestemming daarvoor wordt voorondersteld. Van schending van de privacy van klager dan wel misbruik van bevoegdheid is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:137 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170014
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:137
Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van curator. De gangbare praktijk is dat een curator zich met betrekking tot juridische kwesties wendt tot de advocaat van de failliet althans diens bestuurder en dat hij wanneer het praktische aangelegenheden betreft, rechtstreeks met de failliet althans diens bestuurder communiceert. Zo is het ook in het onderhavige geval gegaan. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 260/2016
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 30-06-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:114
handelen huisarts toereikend op basis voorhanden zijnde informatie, geen noodtoestand, adequaat reageren op noodoproep, onzorgvuldigheid bij toedienen Ascal
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:138 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170001
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:138
Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerster dat zij de rechter heeft misleid door in een conclusie van antwoord te verzoeken om vergoeding van de volledige proceskosten van haar cliënt, terwijl deze kosten worden betaald door de (voormalige) werkgever van die cliënt. Het hof deelt de overweging van de raad dat er geen belemmering bestaat voor een advocaat om in een civiele procedure een proceskostenveroordeling van de wederpartij te verzoeken, terwijl de kosten door een derde worden voldaan. Het blijven kosten die aan de zijde van de cliënt zijn gevallen en die voor vergoeding door de in het ongelijk gestelde wederpartij van die cliënt in aanmerking komen. Geen misleiding. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:144 Raad van Discipline Amsterdam 17-289/A/A
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 23-06-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:144
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Geen sprake van excessief declareren. Ook niet gebleken dat verweerster tekort is geschoten in haar dienstverlening aan klagers. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:19 Kamer voor het notariaat Amsterdam 623007/NT 17-9
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 18-05-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:19
Klacht over wilsbekwaamheid. Bij het tot stand komen van de volmacht van de moeder van klagers aan de oudste broer van klagers heeft de notaris niet of onvoldoende geverifieerd of deze in zijn geheel respectievelijk op de verschillende onderdelen de wens van de moeder van klagers vertegenwoordigde. Klagers stellen dat hun moeder ten tijde van het opmaken van de volmacht onder grote druk stond van hun oudste broer en dat de volmacht daarom onder misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. De kamer is van oordeel dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard, aangezien niet is gebleken van onzorgvuldig handelen van de notaris. De notaris heeft de moeder van klagers aanvankelijk geadviseerd haar eigen notaris in te schakelen, maar toen die niet in staat was tijdig aan de wensen van de moeder van klagers te voldoen, is de notaris alsnog op haar uitdrukkelijke verzoek om een en ander te regelen ingegaan. Daarbij heeft hij er zich in voldoende mate van vergewist dat de door de notaris opgemaakte volmacht overeenkomstig de wil van de moeder van klagers was opgesteld. Dat de moeder van klagers onder druk zou hebben gestaan van haar oudste zoon om aan hem de volmacht te verlenen en dat er dus sprake zou kunnen zijn van misbruik van omstandigheden, is niet komen vast te staan; ook klager sub 1 erkent dat de (beweerdelijke) intimidatie voor de notaris niet of moeilijk waarneembaar zou zijn geweest. Daarbij komt dat de wilsbekwaamheid van de moeder van klagers een half jaar na het passeren van de akte, in september 2015, door een arts nog is vastgesteld en er onvoldoende aanleiding is om te veronderstellen dat dit ten tijde van het verlenen van de volmacht anders was. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:145 Raad van Discipline Amsterdam 17-359/A/NH
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 23-06-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:145
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet gebleken dat verweerder een chantabel voorstel heeft gedaan gebaseerd op onjuiste feiten. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 224/2016
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 30-06-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:110
klacht tegen een gz-psycholoog. Klaagster verwijt verweerster dat zij haar ten onrechte niet heeft betrokken bij de totstandkoming van de diagnose PTSS; ten onrechte uitspraken over haar heeft gedaan; klaagster ten onrechte niet op de hoogte heeft gehouden van de ontwikkelingen betreffende de behandeling van haar dochter; niet terughoudend is geweest met het toepassen van nieuwe methoden; zich heeft laten beïnvloeden en leiden door bureau jeugdzorg en geen rapport heeft opgesteld. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Verweerster heeft duidelijk gemaakt hoe zij tot haar diagnose is gekomen en welke onderzoeksmethoden zij heeft gebruikt. Dat zij klaagster niet op de hoogte zou hebben gehouden, ten onrechte uitspraken over haar zou hebben gedaan en zich heeft laten leiden door bureau jeugdzorg is niet gebleken. Verweerster hoefde geen rapport op te stellen en heeft zich gehouden aan haar dossierplicht. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:134 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160289
- Datum publicatie: 30-06-2017
- Datum uitspraak: 26-06-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:134
Tav ko a Gelet op het feit dat er, blijkens de onderhavige klacht, bij het hof nog een door klager tegen verweerster eerder ingediende klacht aanhangig is die ook handelt over misbruik van procesrecht, heeft het hof ko a beoordeeld in de sleutel waarin klager de klacht heeft geplaatst, namelijk de omvang van het op 10 november 2015 ingediende verweerschrift. Het verweerschrift bevat niet alleen het verweer op het door klager ingediende verzoek, maar bevat tevens een viertal omvangrijke zelfstandige verzoeken. Hoewel bij lezing van het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek de gedachte postvat dat verweerster met evenveel kracht maar met veel minder woorden het standpunt van haar cliënte naar voren had kunnen brengen, maakt dat niet dat verweerster als advocaat van de wederpartij met het indienen van een processtuk van deze omvang jegens klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het hof is dan ook van oordeel dat de wijze waarop verweerster haar processtuk heeft ingericht, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is jegens klager. Tav ko b Waarom verweerster, wetende van de voorgeschiedenis, de voor klager zeer kwetsende uitlatingen heeft herhaald in haar processtuk valt volgens het hof niet goed in te zien. Verweerster heeft, naar het oordeel van het hof de belangen van klager onnodig en onevenredig geschaad, zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend omdat het verzoek om aanvullend onderzoek had kunnen worden gedaan zonder expliciet de bewoordingen van haar cliënte te herhalen, wetende dat die door de officier van justitie zijn gekwalificeerd als smaad. Tav ko d Het gaat in deze procedure om de vraag of verweerster misbruik heeft gemaakt van haar positie als advocaat door zonder rechterlijk bevel aan de politie te verzoeken T op 13 november 2015 bij hem weg te halen en over te dragen aan haar cliënte. Dat nu heeft het hof niet vast kunnen stellen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2069
- Pagina: 2070
- Pagina: 2071
- ...
- Pagina: 4470
- Volgende pagina zoekresultaten