ECLI:NL:TNORAMS:2017:19 Kamer voor het notariaat Amsterdam 623007/NT 17-9
ECLI: | ECLI:NL:TNORAMS:2017:19 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-05-2017 |
Datum publicatie: | 30-06-2017 |
Zaaknummer(s): | 623007/NT 17-9 |
Onderwerp: | Registergoed |
Beslissingen: | Klacht ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Klacht over wilsbekwaamheid. Bij het tot stand komen van de volmacht van de moeder van klagers aan de oudste broer van klagers heeft de notaris niet of onvoldoende geverifieerd of deze in zijn geheel respectievelijk op de verschillende onderdelen de wens van de moeder van klagers vertegenwoordigde. Klagers stellen dat hun moeder ten tijde van het opmaken van de volmacht onder grote druk stond van hun oudste broer en dat de volmacht daarom onder misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. De kamer is van oordeel dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard, aangezien niet is gebleken van onzorgvuldig handelen van de notaris. De notaris heeft de moeder van klagers aanvankelijk geadviseerd haar eigen notaris in te schakelen, maar toen die niet in staat was tijdig aan de wensen van de moeder van klagers te voldoen, is de notaris alsnog op haar uitdrukkelijke verzoek om een en ander te regelen ingegaan. Daarbij heeft hij er zich in voldoende mate van vergewist dat de door de notaris opgemaakte volmacht overeenkomstig de wil van de moeder van klagers was opgesteld. Dat de moeder van klagers onder druk zou hebben gestaan van haar oudste zoon om aan hem de volmacht te verlenen en dat er dus sprake zou kunnen zijn van misbruik van omstandigheden, is niet komen vast te staan; ook klager sub 1 erkent dat de (beweerdelijke) intimidatie voor de notaris niet of moeilijk waarneembaar zou zijn geweest. Daarbij komt dat de wilsbekwaamheid van de moeder van klagers een half jaar na het passeren van de akte, in september 2015, door een arts nog is vastgesteld en er onvoldoende aanleiding is om te veronderstellen dat dit ten tijde van het verlenen van de volmacht anders was. Klacht ongegrond. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM
Beslissing van 18 mei 2017 in de klacht met nummer 623007/NT 17-9 van:
- [naam klager],
wonende te [plaats],
en
- [naam klager]
wonende te [plaats],
raadsvrouw: mr. C.J.W. Tijsseling,
klagers ,
handelend als bewindvoerders over het vermogen van [naam],
alsmede handelend uit eigen hoofde;
tegen:
[naam notaris] ,
notaris te [plaats],
de notaris .
1. Ontstaan en loop van de procedure
De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:
- klaagschrift, ingediend bij e-mailbericht van 24 januari 2017;
- overlegging producties klagers bij e-mail van 30 januari 2017;
- verweerschrift met bijlagen van 17 februari 2017;
- producties, overgelegd door klagers bij e-mailbericht van 31 maart 2017;
- e-mailbericht van de notaris van 3 april 2017.
Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 6 april 2017 zijn verschenen: klager sub 1 en de notaris. Partijen hebben het woord gevoerd. De notaris heeft geen bezwaar gemaakt tegen de overlegging van de producties op 31 maart 2017 door klagers. Zijn e-mailbericht van 3 april 2017, waarin de notaris reageert op deze producties heeft de kamer niet bereikt. De notaris heeft het e-mailbericht ter zitting aan de kamer overgelegd en toegelicht. Uitspraak is bepaald op heden.
2. De feiten
De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:
- Op 17 april 2015 heeft de moeder van klagers, mevrouw [naam] (geboren op 22 april 1922, hierna: de moeder van klagers), bij akte verleden door de notaris, een algemene volmacht afgegeven aan haar oudste zoon [naam, hierna: [X]]. In deze akte is tevens volmacht verleend tot het effectueren van een aantal “expliciete rechtshandelingen” ten behoeve van de gemachtigde [X], te weten de verkoop en levering van een garagebox met ondergrond bij het woonhuis aan de [straatnaam en plaats] en de levering van de juridische eigendom van het pand aan de [straatnaam en plaats], die [X] blijkens een aangehechte akte reeds in economische eigendom had verkregen.
- In de volmacht is vastgelegd dat deze niet eindigt bij later intredende wilsonbekwaamheid van de moeder van klagers en ook niet bij haar overlijden.
- In een handgeschreven brief van 18 september 2015, gericht aan [een notaris met een andere naam] heeft de moeder van klagers bericht dat zij de volmacht aan [X] wilde intrekken.
-
In een brief van 20 september 2015 heeft de notaris aan de moeder van klagers geschreven:
“Naar aanleiding van het met u gevoerde telefoongesprek inzake de door u afgegeven
volmacht aan uw zoon (…) wil ik u nog wijzen op het volgende. Destijds heeft u enkel
een notariële volmacht door mijn kantoor laten opstellen en geen testament. Er is
wel gesproken over de mogelijkheid, dat wanneer u het zou wensen, u ten allen tijde
de mogelijkheid had om uw testament te wijzigen. (…) Omdat u aangaf het afschrift
van de akte van volmacht niet meer te kunnen vinden, doe ik u hierbij een kopie toekomen
(..) Welke bevoegdheden uw zoon heeft staat beschreven in de akte (..) Vervolgens
is er ook een volmacht verleend aan uw zoon voor een aantal expliciete rechtshandelingen,
te weten: (onder het kopje “VIII Expliciete rechtshandelingen”)
- een volmacht voor de overdracht van de garage aan uw zoon; alsmede
- een volmacht inzake de levering van de juridische eigendom van het pand aan de [naam straat]. (…) Voor het bepaalde onder “VIII Expliciete rechtshandelingen” is er door u een onherroepelijke volmacht afgegeven aan uw zoon. Waarbij tevens is vastgelegd dat de volmacht een onverbrekelijk bestanddeel vormt van de koopovereenkomst en strekt uitsluitend in het belang van gevolmachtigde. Uit dit belang volgt dat zij niet zal eindigen door het overlijden of de onder curatelestelling van de volmachtgever, noch van de gevolmachtigde, alsmede niet door de herroeping door de volmachtgever. (…)”
- Op 9 oktober 2015 heeft notaris [naam andere notaris] (hierna: notaris [A]) aan [X] bericht dat de moeder van klagers met onmiddellijke ingang de buitengerechtelijke vernietiging van de volmacht had ingeroepen en heeft hij eveneens de notaris hiervan in kennis gesteld.
- Bij beschikking van 7 maart 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland de moeder van klagers onder bewind gesteld wegens haar lichamelijke en geestelijke toestand en tevens een mentoraat over haar ingesteld waarbij klagers tot haar bewindvoerders en mentoren werden benoemd.
3. De klacht
Bij het tot stand komen van de volmacht heeft de notaris niet of onvoldoende geverifieerd of deze in zijn geheel respectievelijk op de verschillende onderdelen de wens van de moeder van klagers vertegenwoordigde. Klagers stellen dat hun moeder ten tijde van het opmaken van de volmacht onder grote druk stond van [X] en dat de volmacht daarom onder misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
Er was sprake van een aantal indicaties, die de notaris had moeten opmerken, waaruit zou blijken dat de volmacht niet de wens van de volmachtgeefster vertegenwoordigde, zoals:
- de leeftijd van volmachtgeefster (thans bijna 93 jaar);
- het feit dat slechts één van de vier kinderen aanwezig was;
- het feit dat een notaris in [plaatsnaam] is gezocht op grote afstand van de woonplaats van de moeder van klagers ([plaatsnaam]);
- het feit dat het initiatief voor de volmacht bij [X] lag (aan wie de volmacht zou worden verleend);
- de omvang van de volmacht (onherroepelijk).
4. Het verweer
De notaris heeft zich als volgt verweerd. Naar zijn mening was de moeder van klagers uitermate stellig en duidelijk in haar wensen, hetgeen zou blijken uit de notities die de notaris daarover in zijn dossier heeft gemaakt. Bij het beoordelen van de wilsbekwaamheid komt een notaris een redelijke beoordelingsvrijheid toe. De notaris heeft, gelet op de leeftijd van de moeder van klagers, indringend en langdurig met haar gesproken (35 tot 45 minuten). Bij het passeren heeft de notaris de gehele volmacht doorgenomen en aan haar uitgelegd.
Zij was bij de notaris gekomen omdat het tarief van een notaris in [naam plaat twee keer zo hoog was; haar zoon [X] had al contact met een kandidaat-notaris, werkzaam op het notariskantoor in verband met de afwikkeling van een boedel. Haar zoon [X] verzorgde al geruime tijd haar zaken. Zij wilde afspraken laten vastleggen met betrekking tot een garage, die haar zoon in gebruik had om zijn auto’s te stallen.
De notaris constateert dat de moeder van klagers kennelijk op 9 oktober 2015 nog als voldoende wilsbekwaam werd beschouwd om de door haar verleende volmacht weer in te trekken.
5. De beoordeling
5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
5.2 Ter zitting heeft de notaris verklaard dat de brief van de moeder van klagers van 18 september 2015, waarin zij de volmacht aan haar oudste zoon intrekt, hem niet heeft bereikt. De brief van de notaris van 20 september 2015 was dan ook geen reactie op die brief, maar op een telefoongesprek dat hij met klaagster sub 2 had op 18 september 2015. In dat gesprek vroeg zij hem namens haar moeder, die bij het gesprek aanwezig was, om een kopie van de volmacht te sturen. De notaris heeft toen de moeder van klagers aan de telefoon gevraagd. Zij vertelde hem dat zij het afschrift van de akte niet meer kon vinden, vroeg zich af of zij ook een testament had opgemaakt en verzocht hem nogmaals om een toelichting.
5.3 Ter zitting heeft klager sub 1 verklaard dat zijn moeder hem na een familieberaad in maart 2015 heeft verzocht om haar financiën te regelen, omdat zijn broer [X] volgens haar niet altijd eerlijk was. [X] woont in het voormalig ouderlijk huis aan de [straatnaam en plaats], op 500 meter afstand van zijn moeder; hij is na het overlijden van vader [naam] economisch eigenaar geworden van de woning. Klagers zijn daar pas in 2015 achter gekomen, toen zij een WOZ-verklaring zagen die was gericht aan “de erven [naam]”.
De moeder van klagers heeft aan klaagster sub 2 in september 2015 gezegd dat zij spijt had van het verlenen van de volmacht en dat [X] haar ‘in de auto naar de notaris gesleurd’ zou hebben. Ten tijde van het verlijden van de akte van volmacht zou de moeder van klagers in paniek zijn geweest vanwege een op handen zijnde operatie, waar zij erg tegen op zag; zij was bang dat zij zou overlijden.
Naar zeggen van klager sub 1 was zijn moeder ‘in de gewone zaken kraakhelder’; klager sub 1 heeft ter zitting verklaard er begrip voor te hebben dat deze panische toestand voor een notaris, niet bekend met zijn moeder, niet zichtbaar was, evenmin als de omstandigheid dat moeder door haar oudste zoon werd geïntimideerd.
In september 2015 zijn klagers in gesprek gekomen met notaris [A]; toen is de wilsbekwaamheid van de moeder van klagers door een arts vastgelegd. Zij heeft vervolgens een levenstestament en een testament doen opmaken. Daarna hebben klagers van notaris [A] het advies gekregen om een verzoek in te stellen tot onderbewindstelling en mentorschap.
5.4 De notaris heeft ter zitting verklaard dat de moeder van klagers hem heeft benaderd voor het opmaken van de volmacht, omdat zij van [X] had begrepen dat hij goede ervaringen had met de notaris. In verband met haar aanstaande operatie wilde zij een en ander snel regelen. De notaris heeft haar toen geadviseerd haar eigen notaris te bellen. Omdat die notaris de zaken niet vóór haar ziekenhuisopname kon regelen, heeft zij vervolgens de notaris teruggebeld met het dringende verzoek de akte van volmacht toch te passeren. Van [X] kreeg de notaris de vraag om de extra zaken te regelen ten aanzien van de garage en de woning aan de [straatnaam]. De notaris heeft voorafgaand aan de passeerafspraak tien minuten alleen met de moeder van klagers gesproken.
Volgens de notaris begreep zij precies wat de volmacht inhield, ook ten aanzien van de woning en de garage; de andere kinderen zouden naar haar mening niets te kort komen. Ze liet aan de notaris een tekening zien van de garage en vertelde de notaris dat de woning al eigendom van [X] was. De aantekeningen in het dossier, die de notaris heeft overgelegd bij verweerschrift, heeft hij ongeveer een half uur tot een uur na het passeren gemaakt. [X] moest eveneens compareren, omdat zijn handtekening ontbrak op de (oorspronkelijke) koopakte.
5.5 De kamer is van oordeel dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard, aangezien niet is gebleken van onzorgvuldig handelen van de notaris. Immers, hij heeft de moeder van klagers aanvankelijk geadviseerd haar eigen notaris in te schakelen, maar toen die niet in staat was tijdig aan de wensen van de moeder van klagers te voldoen, is de notaris alsnog op haar uitdrukkelijke verzoek om een en ander te regelen ingegaan. Daarbij heeft hij er zich, gelet op hetgeen onder 5.4. is beschreven, in voldoende mate van vergewist dat de door de notaris opgemaakte volmacht overeenkomstig de wil van de moeder van klagers was opgesteld. Dat de moeder van klagers onder druk zou hebben gestaan van haar oudste zoon om aan hem de volmacht te verlenen en dat er dus sprake zou kunnen zijn van misbruik van omstandigheden, is niet komen vast te staan; ook klager sub 1 erkent dat de (beweerdelijke) intimidatie voor de notaris niet of moeilijk waarneembaar zou zijn geweest. Daarbij komt dat de wilsbekwaamheid van de moeder van klagers een half jaar na het passeren van de akte, in september 2015, door een arts nog is vastgesteld en er onvoldoende aanleiding is om te veronderstellen dat dit ten tijde van het verlenen van de volmacht anders was.
5.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De kamer voor het notariaat:
- verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. O.J. van Leeuwen, voorzitter, J.J. Dijk, R.H. Meppelink, Th.W. van Grafhorst, en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2017.
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).