Zoekresultaten 12491-12500 van de 44698 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:91 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200047
- Datum publicatie: 17-04-2020
- Datum uitspraak: 17-04-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:91
Beroepschrift tegen een beslissing van de raad, waarin het verzet ongegrond is verklaard. Hierin geldt een appelverbod en hetgeen klager in zijn beroep heeft aangevoerd is geen aanleiding voor doorbreking van het appelverbod. Hij verzoekt namelijk een herbeoordeling van de beslissing van de raad, wat een verkapt hoger beroep in zou houden. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:92 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190226
- Datum publicatie: 17-04-2020
- Datum uitspraak: 17-04-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:92
Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.220
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 16-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:106
Klacht tegen neuroloog. Klager was sinds een ongeluk bekend met niet-aangeboren hersenletsel (een frontaal syndroom). Hij was hiervoor onder behandeling bij een neuroloog. De neuroloog heeft op verzoek van de echtgenote van klager een brief laten opstellen waarin onder meer is opgenomen dat klager de gevolgen van gemaakte acties niet kon overzien. De neuroloog wilde op die wijze helpen voorkomen dat klager een grote en risicovolle financiële transactie zou aangaan. De echtgenote van klager heeft deze brief gebruikt in een procedure tot onderbewindstelling van klager. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de neuroloog hiermee het beroepsgeheim heeft geschonden en in strijd met de KNMG-richtlijn “Omgaan met medische gegevens” een geneeskundige verklaring heeft afgegeven. Het Regionaal Tuchtcollege legt aan de neuroloog een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep dat sprake is van tuchtrechtelijke verwijtbaar handelen, maar oordeelt verder dat sprake is van verzachtende omstandigheden en legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.136
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 09-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:107
Klacht tegen huisarts. Klager verblijft in een penitentiaire inrichting. De beklaagde huisarts heeft klager na telefonisch overleg met de justitieel verpleegkundige Tramadol voorgeschreven. De klacht houdt in dat beklaagde1) geen, althans een foute, diagnose heeft gesteld waardoor klagers gezondheid in gevaar is gebracht, en 2) geen, althans onvoldoende, informatie heeft verstrekt over het gebruik, de bijwerkingen en interactie van Diazepam en Tramadol. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de huisarts daarvoor de maatregel van berisping opgelegd. De huisarts is in beroep gekomen van het gegrondverklaarde klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege acht dat klachtonderdeel, evenals het Regionaal Tuchtcollege, gegrond, zij het op andere gronden en legt na gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege - anders dan het Regionaal Tuchtcollege - een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.145
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 09-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:108
Klacht tegen neuroloog. Klager, al langer bekend met nekproblematiek, wordt met een wervelfractuur opgenomen in het ziekenhuis na een val van een ladder. Klager wordt ruim een maand nadat hij opgenomen is geweest, verwezen naar de neuroloog, omdat hij uitvalsverschijnselen heeft. De neuroloog zou volgens klager op de MRI hebben gemist dat een eerder geplaatste ‘cage’ (een in de nek/rug geplaatst element ter vervanging van een tussenwervel) in zijn nek gebroken is. Hierdoor zou de neuroloog geen adequaat beleid hebben ingezet en heeft klager nog steeds last van diverse pijnklachten, waardoor hij ernstig beperkt is geraakt in zijn gehele doen en laten. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat het de neuroloog niet tuchtrechtelijk verweten kan worden dat zij niet op de hoogte is geraakt van een gebroken ‘cage.’ Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de neuroloog uitvoerig en adequaat onderzoek heeft verricht en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.146
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 09-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:109
Klacht tegen orthopeed. Klager, die al langer bekend is met nekproblematiek, wordt met een wervelfractuur opgenomen in het ziekenhuis na een val van een ladder. Hij verwijt de orthopeed dat deze op de gemaakte röntgenfoto’s heeft gemist dat een eerder geplaatste ‘cage’ (een in de nek/rug geplaatst element ter vervanging van een tussenwervel) in zijn nek gebroken is. Hierdoor zou de orthopeed geen adequaat beleid hebben ingezet en heeft klager nog steeds last van diverse pijnklachten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.257
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 09-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:110
Klacht tegen orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft bij klaagster een artroscopische rotator cuff repair verricht. Na deze operatie behield klaagster ernstige klachten. Omdat de orthopedisch chirurg de diagnose frozen shoulder stelde, heeft hij injecties gezet, die slechts kort verlichting boden. Hoewel haar klachten toenamen, bleef de orthopedisch chirurg ontkennen dat er problemen waren. Klaagster heeft daarop op eigen initiatief en voor eigen rekening een MRI-scan laten maken, waaruit bleek dat er een re-ruptuur van 4 cm was ontstaan in de geopereerde pees. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg: 1) niet te hebben geluisterd naar haar klachten; 2) klaagster niet opnieuw te hebben geopereerd; 3) ten onrechte geen vervolg-MRI-scan te hebben laten maken; 4) tegenover de fysiotherapeut te hebben ontkend dat er iets mis is; 5) niet aan klaagster te hebben verteld dat er re-rupturen zouden ontstaan; 6) geen excuses te hebben aangeboden. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat er geen sprake is geweest van nalatigheid van beklaagde en verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.246
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 16-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:104
In december 2008 is klaagster op consult geweest bij haar eigen huisarts en tweemaal op de HAP in verband met borstkas klachten. Op 22 december 2008 heeft klaagster vervolgens in de nacht contact gezocht met de HAP. Daarbij werd zij te woord gestaan door de triagiste. Het waarneembericht met betrekking tot dat contact vermeldt dat klaagster misselijk, zweterig en duizelig was en dat zij pijn op de borst had met trekkingen naar de nek en kaak. Klaagster wilde dat een ambulance zou worden gebeld. De triagiste heeft klaagster een consult aangeboden en gezegd dat zij niet direct een ambulance kon bellen. Hierop verbrak klaagster de verbinding en zei zelf wel te bellen. Verweerder was die nacht de dienstdoende arts die het contact heeft geautoriseerd. Later bleek dat klaagster een onderwand infarct had doorgemaakt. Klaagster verwijt de huisarts: a) in de nacht van 22 december 2008 geen ambulance heeft gebeld en hij niet naar haar toe is gekomen om de ernst van de klachten te onderzoek, en b) de door klaagster opgevraagde bandopname sen het ECG niet heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel a gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. Klachtonderdeel b is ongegrond verklaard. Verweerder heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep doch uitsluitend voor wat betreft de opgelegde maatregel. Aan de arts wordt, gelet op de ouderdom van de zaak, de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.292
- Datum publicatie: 16-04-2020
- Datum uitspraak: 16-04-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:105
Klacht tegen huisarts op huisartsenpost (HAP). Klaagster is bij een val op de rechterzijde van haar ribbenkast terecht gekomen. In verband met aanhoudende pijn heeft zij de HAP bezocht. De klacht houdt in dat verweerder tijdens het consult op de HAP grensoverschrijdend heeft gehandeld door klaagster haar bovenlijf te laten ontbloten en beide borsten apart te onderzoeken en te betasten terwijl daartoe geen aanleiding bestond. Klaagster heeft aangegeven alleen pijn te hebben aan haar ribben laag aan de rechterzijde van haar lichaam. Verweerder ontkent de borsten van klaagster te hebben onderzocht en betast. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard omdat – gelet op de verschillende lezingen van partijen – niet kan worden vastgesteld wat er precies is gebeurd tijdens het consult. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/398
- Datum publicatie: 15-04-2020
- Datum uitspraak: 15-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:61
Klager dient een klacht in tegen een neuroloog met het verwijt dat de neuroloog te kort is geschoten in zijn zorgvuldigheid ten opzichte van klager als patiënt. Wanneer klager bij binnenkomst in het ziekenhuis onverwijld gedegen en zorgvuldig zou zijn onderzocht en behandeld, zou men eerder tot een diagnose gekomen zijn en had klager eerder doorverwezen kunnen worden naar een academisch ziekenhuis. De neuroloog stelt dat hij niet betrokken is geweest bij de opname van klager in het ziekenhuis, maar (pas) drie dagen later. De neuroloog constateerde op dat moment een forse klinische achteruitgang bij klager en heeft met spoed de al eerder aangevraagde MRI laten uitvoeren. Vervolgens heeft de neuroloog naar aanleiding van de uitkomst van de MRI een bloedkweek laten afnemen en contact opgenomen met het academisch ziekenhuis, waarna klager nog diezelfde middag is overgebracht. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1249
- Pagina: 1250
- Pagina: 1251
- ...
- Pagina: 4470
- Volgende pagina zoekresultaten