Zoekresultaten 2291-2300 van de 2303 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:239 Raad van Discipline Amsterdam 21-231/A/NH

    Klacht over advocaat van de wederpartij deels gegrond, omdat verweerder de advocaat van klager een dag de tijd heeft gegeven kenbaar te maken of klager woonplaats koos aan het kantoor van zijn advocaat en bij het uitblijven van een reactie de adresgegevens van klager heeft gebruikt in het verzoekschrift zodat de cliӫnt van verweerder met wie klager een buitengewoon slechte verstandhouding had met zijn nieuwe adres bekend is geworden. Omdat de raad geen aanwijzing heeft dat verweerder op oneigenlijke gronden de adresgegevens heeft opgevraagd is geen maatregel is opgelegd. Klacht voor het overige ongegrond. Er bestaat geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van verweerder dat hij delen uit het strafdossier van klager niet met derden heeft gedeeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:193 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210193D 210194

    Dekenbezwaar en vordering tot tenuitvoerlegging. De deken verwijt verweerster dat zij in strijd met wettelijke regelgeving handelt door niet te reageren op verzoeken van de deken in verband met een onderzoek naar aanleiding van een door de deken ontvangen signaal van de president van de rechtbank. Daarnaast vordert de deken dat de raad alsnog tot de tenuitvoerlegging overgaat van de (voorwaardelijke) schorsing van vier weken en de (voorwaardelijke) schorsing van twaalf weken, zoals bepaald in eerdere beslissingen van de raad. De raad heeft het dekenbezwaar gegrond verklaard en heeft aan verweerster de maatregel van schrapping opgelegd. Het hof neemt in de beoordeling tot uitgangspunt dat de gedragsregels bepalen dat bij tuchtrechtelijk onderzoek van de deken de betrokken advocaat verplicht is om alle gevraagde inlichtingen direct aan de deken te verstrekken, behoudens in bijzondere gevallen. Vaststaat dat de deken voor de aan verweerster gerichte informatieverzoeken steeds het in de BAR geregistreerde e-mailadres heeft gebruikt zodat het voor risico van verweerster komt als verweerster deze berichten niet zou hebben ontvangen. Verweerster kan niet verklaren dat zij deze berichten niet zou hebben ontvangen terwijl zij zelf dit e-mailadres ook gebruikt. Het hof wijst in dit verband onder meer op het door haar zelf ingediende beroepschrift dat van hetzelfde e-mailadres afkomstig is. Inmiddels is er niet alleen sprake van structurele verwaarlozing van belangen van cliënten, maar zijn er bovendien zorgen over de financiële situatie van de praktijk van de verweerster. Wanneer onder die ernstige omstandigheden verweerster het door de deken te houden toezicht onmogelijk maakt door niet te reageren op (informatie)verzoeken is een schrapping van het tableau de enig aangewezen maatregel. Bekrachtiging beslissing van de raad op het dekenbezwaar. Bekrachtiging van de beslissing van de raad waarin de tenuitvoerlegging van eerdere beslissingen waarbij aan verweerster voorwaardelijke schorsingen zijn opgelegd voor de duur van vier weken (2020-546/AL/OV) respectievelijk voor de duur van twaalf weken (2020-608/AL/OV). Daarbij realiseert het hof zich dat de tenuitvoerlegging daarvan geen effect zal sorteren nu ook de maatregel van schrapping van het tableau wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:233 Raad van Discipline Amsterdam 21-354/A/A

    Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend over klager uitgelaten, ook niet in een e-mail aan de deken die per ongeluk in het klachtdossier terecht is gekomen. Dat verweerder onjuiste feiten heeft geponeerd, heeft klager onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:222 Raad van Discipline Amsterdam 21-240/A/A

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder is een berisping opgelegd. Verweerder heeft zich ten onrechte rechtstreeks tot een klager gewend die werd bijgestaan door een advocaat. Voorts getuigt de druk die verweerder op deze advocaat en zijn maatschap heeft uitgeoefend en zijn aansprakelijkheidstelling van deze advocaat en zijn maatschap – de advocaat en zijn maatschap zijn ook klagers in deze zaak - niet van een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:223 Raad van Discipline Amsterdam 21-613/A/A

    Deels gegronde klacht over de eigen advocaat. Het valt verweerster tuchtrechtelijk te verwijten dat zij hetgeen zij met klager heeft besproken niet schriftelijk heeft vastgelegd, waardoor daarover bij klager misverstand heeft kunnen ontstaan. In de gegeven omstandigheden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:225 Raad van Discipline Amsterdam 21-428/A/NH

    Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels ongegrond. Niet gebleken dat verweerster niet de-escalerend is opgetreden en verweerster heeft zich niet onnodig grievend over klager uitgelaten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:219 Raad van Discipline Amsterdam 21-174/A/A

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij is ongegrond. Dat verweerster een foto in procedure heeft gebracht waarop de minderjarige dochter van klager staat en dat zij niet heeft gecontroleerd of een medische rapportage naar de advocaat van klager is gestuurd, is ongelukkig/enigszins onzorgvuldig, maar onvoldoende zwaarwegend om verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:221 Raad van Discipline Amsterdam 21-420/A/NH

    Klacht over advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder is een maatregel opgelegd. Verweerder heeft aan klaagster ten onrechte geen kennis gegeven van zijn voornemen om het faillissement van klaagster aan te vragen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:200 Raad van Discipline Amsterdam 20-1006/A/A

    Klacht tegen de eigen advocaat is gegrond. Verweerder is een belangrijke afspraak met klager niet nagekomen en hem onjuist geinformeerd. Verweerder is een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:166 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200274 en 200275

    Klacht tegen een advocaat die in opdracht van een accountantskantoor twee rapporten heeft opgesteld ten behoeve van DNB (opdrachtgever accountantskantoor) en een klacht tegen het kantoor van de advocaat. Het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de klacht tegen het kantoor faalt. Het hof overweegt dat het verweten gedrag de bestuursleden van het kantoor niet kan worden aangerekend en gesteld noch gebleken is dat de klacht verband houdt met de organisatie van het kantoor. Ook komen twee klagers op tegen hun niet-ontvankelijkverklaring wegens onvoldoende rechtstreeks eigen belang en dit beroep slaagt. Het hof overweegt dat de uitlatingen in het rapport ook op hen zien en zij daarmee een rechtstreeks eigen belang hebben.De advocaat in deze zaak heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, doordat zij (met een wiskundige van EY) twee rapporten op briefpapier van EY mede heeft opgesteld zonder daarin duidelijk te maken door wie het rapport is opgesteld, welke rol de opstellers vervullen en aan de hand van welke maatstaven het rapport is opgesteld. In dit verband is van belang dat het rapport op briefpapier van het accountantskantoor is opgesteld en daaraan in het maatschappelijk verkeer dus een algemeen (objectief) gezag wordt ontleend gezien de normen en beginselen die gelden binnen de accountancy (terwijl bij het rapport geen accountant betrokken is geweest). Dat verweerster voormelde informatie en relativeringen in een losse brief heeft vermeld bij het rapport, doet niet ter zake omdat de brief geen onlosmakelijk geheel met het rapport vormt. Verweerster heeft misverstand laten ontstaan over haar hoedanigheid (Regel 9 Gedragsregels 2018). Voor zover verweerster geen hoor-wederhoor heeft toegepast bij het opstellen van rapport I geldt dat dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is, omdat expliciet is vermeld dat geen hoor-wederhoor is toegepast waardoor daar geen misverstand over kan bestaan. Voor zover verweerster daarbij heeft meegewerkt aan het gebruik van het rapport in een juridische procedure had zij wel hoor-wederhoor moeten toepassen. Daarbij heeft verweerster in rapport II tendentieuze opmerkingen over paulianeus handelen opgenomen. Nu dit rapport ook anderen dan het subject van het onderzoek betreft en zij niet zijn gehoord, heeft verweerster onzorgvuldig jegens hen gehandeld. In zoverre slaagt het beroep. Aan verweerster is de maatregel van berisping opgelegd.