Zoekresultaten 1951-1960 van de 2136 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-521/DB/LI

    Klacht tegen eigen advocaat. Door afspraken over het (nog niet kunnen) aanvragen van de toevoeging niet schriftelijk te bevestigen terwijl klager er vanuit ging dat de toevoeging al in 2019 zou worden aangevraagd, heeft verweerder onduidelijkheid laten bestaan. Deze onduidelijkheid komt, gelet op gedragsregel 16, voor rekening van verweerder. Niet gebleken dat verweerder niet voldoende met klager heeft gecommuniceerd, zich ontijdig heeft teruggetrokken of het dossier niet aan de opvolgend advocaat heeft overgedragen. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:2 Raad van Discipline Amsterdam 21-742/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft nagelaten klager een gedegen schriftelijk advies te geven over de slagingskans van zijn procedure, het procesrisico en de mogelijke proceskosten waarmee klager geconfronteerd kon worden. Daarnaast heeft verweerder gedurende de hoger beroepsprocedure bij het hof onvoldoende aan klager gecommuniceerd met welke bewijsnood hij geconfronteerd werd. De klacht is (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:3 Raad van Discipline Amsterdam 21-734/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder kan niet afgerekend worden op het niet behalen van het door klager beoogde resultaat. Op verweerder rustte een inspanningsverplichting. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:230 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-279/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Uit de overgelegde opdrachtbevestiging en correspondentie en hetgeen ter zitting over en weer naar voren is gebracht blijkt naar het oordeel van de raad dat verweerder klager naar behoren heeft geadviseerd en geïnformeerd over de risico’s en kosten. De raad is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht van oordeel dat de bijstand zoals geschetst, niet getuigt van een kwaliteit van dienstverlening die onder de maat blijft van wat van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. De klacht is dan ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:4 Raad van Discipline Amsterdam 21-663/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Niet gebleken is dat verweerster jegens klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door bij de behartiging van de belangen van haar cliënte de belangen van de klager onnodig te schaden. Niet gebleken is dat verweerster getracht heeft het mediationtraject te laten mislukken om een procedure te kunnen starten. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:293 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-575/AL/GLD

    Raadsbeslissing. De klacht van klager is in alle klachtonderdelen gebaseerd op en hangt nauw samen met meerdere civielrechtelijke geschillen die bestaan tussen verweerder en zijn kantoorgenoten enerzijds en klager anderzijds. Die geschillen zien – kort gezegd – op de rechtmatigheid van het handelen van verweerder c.s. met betrekking tot de overgang van de Wsnp-zaken naar het kantoor van verweerder. Het behoort echter niet tot de taak van de tuchtrechter om in civielrechtelijke geschillen een oordeel te geven. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter, tenzij duidelijk is dat de verwerende advocaat de genoemde maatstaf heeft overtreden. Om daar over te kunnen oordelen moeten de feiten waarop klager zijn klachten baseert in voldoende mate vastgesteld kunnen worden en moet bovendien uit die vaststaande feiten blijken dat het gedrag van verweerder dermate laakbaar is dat die niet alleen de civielrechtelijke toets niet kan doorstaan maar daarenboven ook nog het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Het gaat daarbij niet om het vertrouwen van klager in verweerder, maar om het vertrouwen van de samenleving in de advocatuur in het algemeen. Klager en verweerder verschillen over de feiten op tal van punten van mening zodat lang niet alle door klager gestelde feiten zijn komen vast te staan. Bovendien is het voor de raad, zonder nadere toelichting door klager, die ontbreekt, niet vast te stellen door welke van de gedragingen van verweerder het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad. Dat betekent dat niet vast is komen te staan dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:294 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-576/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft – in strijd met gedragsregel 15 – tegen zijn cliënt opgetreden. Dit handelen van verweerder raakt aan de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid. In het nadeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat hij geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond. In het voordeel van verweerder neemt de raad in aanmerking dat hij nooit eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. Gelet op alle omstandigheden acht de raad de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-577/AL/GLD

    Raadsbeslissing. De klacht van klager is in alle klachtonderdelen gebaseerd op en hangt nauw samen met meerdere civielrechtelijke geschillen die bestaan tussen verweerder en zijn kantoorgenoten enerzijds en klager anderzijds. Die geschillen zien – kort gezegd – op de rechtmatigheid van het handelen van verweerder c.s. met betrekking tot de overgang van de Wsnp-zaken naar het kantoor van verweerder. Het behoort echter niet tot de taak van de tuchtrechter om in civielrechtelijke geschillen een oordeel te geven. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter, tenzij duidelijk is dat de verwerende advocaat de genoemde maatstaf heeft overtreden. Om daar over te kunnen oordelen moeten de feiten waarop klager zijn klachten baseert in voldoende mate vastgesteld kunnen worden en moet bovendien uit die vaststaande feiten blijken dat het gedrag van verweerder dermate laakbaar is dat die niet alleen de civielrechtelijke toets niet kan doorstaan maar daarenboven ook nog het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Het gaat daarbij niet om het vertrouwen van klager in verweerder, maar om het vertrouwen van de samenleving in de advocatuur in het algemeen. Klager en verweerder verschillen over de feiten op tal van punten van mening zodat lang niet alle door klager gestelde feiten zijn komen vast te staan. Bovendien is het voor de raad, zonder nadere toelichting door klager, die ontbreekt, niet vast te stellen door welke van de gedragingen van verweerder het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad. Dat betekent dat niet vast is komen te staan dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:292 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-947/AL/NN

    Raad oordeelt een deel van de klachten niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Verweerder heeft in strijd met Gedragsregel 15 gehandeld door in een e-mail namens zijn cliënt rechtsmaatregelen aan te kondigen tegen klaagster, terwijl klaagster cliënte van zijn kantoor was. Overige klachten ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:286 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-916/AL/OV

    Klacht tegen (voormalig) eigen advocaat. Verweerder had op het moment waarop hem in verband met een op handen zijnde aandelenoverdracht expliciet om meer informatie werd gevraagd over de claim van Huawei, zijn kennis daarover moeten delen. Daarnaast heeft verweerder Gedragsregel 15 geschonden omdat hij beschikte over vertrouwelijke, zaaksgebonden informatie die relevant was voor de procedure waarin hij tegen zijn eigen cliënt optrad. Verder heeft verweerder zich ontijdig onttrokken, zijn geheimhoudingsplicht geschonden en is hij ten onrechte blijven doorprocederen in een zaak zonder zijn nieuwe formele opdrachtgever daarover te informeren. Klacht deels gegrond. Berisping.