Zoekresultaten 41-50 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/168
- Datum publicatie: 12-01-2021
- Datum uitspraak: 12-01-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:11
Klager verwijt verweerster, verpleegkundige in de spoedeisende psychiatrie, dat zij - toen hij de crisisdienst belde - hem acute psychiatische zorg heeft ontnomen en onverantwoord heeft gehandeld, door het telefoongesprek te beeindigen. Klager verwijt haar een gebrek aan vakbekwaamheid en het onvermogen om om te gaan met crisissituaties. Verweerster voert verweer. Ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-106
- Datum publicatie: 12-01-2021
- Datum uitspraak: 12-01-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:8
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De klacht van klaagster ziet op grensoverschrijdend gedrag door beklaagde. Het betreft voornamelijk een overschrijding van de grenzen van klaagster. Hoewel het invoelbaar is dat het voor klaagster teleurstellend was te horen dat er gekeken werd naar mogelijkheden om het aantal zorgmomenten voor haar echtgenoot in aantal of duur te beperken, is dit niet als grensoverschrijdend gedrag te kwalificeren. Omdat Klaagster en beklaagde ten aanzien van verscheidene klachtonderdelen uiteenlopende standpunten hebben, kunnen de feiten niet worden vastgesteld. Voorts is klaagster in een aantal klachtonderdelen niet ontvankelijk verklaard. Klacht deels kennelijk ongegrond en deels niet ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-094
- Datum publicatie: 12-01-2021
- Datum uitspraak: 12-01-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:4
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwijt beklaagde samengevat (seksueel) grensoverschrijdend te zijn opgetreden in c.q. in directe aansluiting op de zorgrelatie door vanaf oktober 2016 een intieme relatie met de patiënt te beginnen waarbij beklaagde in de periode vanaf december 2016 tot oktober 2017 meerdere seksuele contacten met de patiënt heeft gehad. Het College is van oordeel dat beklaagde daarmee op verschillende momenten kunnen en moeten stoppen. Door niet direct afstand te nemen, niet expliciet een einde te maken aan de zorgrelatie c.q. aan de contacten met de patiënt en door niet een afkoelingsperiode in acht te nemen, heeft beklaagde ernstig misbruik gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie waarin de patiënt zich tot haar bevond. Door het aangaan en in stand houden van de relatie heeft beklaagde gehandeld in strijd met de voor haar geldende professionele normen en de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening ernstig overschreden. Ook heeft beklaagde nagelaten uit eigen beweging haar leidinggevende en/of collega’s in kennis te stellen van het contact met de patiënt en hetgeen zich tussen hen afspeelde. Aldus heeft beklaagde zich niet toetsbaar en transparant opgesteld. In het licht van de persoonlijke groei van beklaagde acht het College het risico van herhaling reeds behoorlijk verminderd. Klacht gegrond verklaard. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 maanden.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-061a
- Datum publicatie: 12-01-2021
- Datum uitspraak: 12-01-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:5
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige . De klacht van klaagster houdt onder meer in dat d e verpleegkundige driemaal de vlindernaald verkeerd heeft ingebracht bij de patiënt wat de patiënt pijn heeft bezorgd. Ui t het zorgdossier blijkt dat de verpleegkundige alleen op 10 april 2020 een insuflon heeft geplaatst en dat die heeft losgelaten waarna klaagster er een pleister op heeft geplakt. Het loslaten van een insuflon kan gebeuren en is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar . De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-061b
- Datum publicatie: 12-01-2021
- Datum uitspraak: 12-01-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:6
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Het College constateert dat de verpleegkundige weliswaar zelf de toediening van 2,5 mg morfine juist heeft verzorgd, maar met achterlating van nog 7,5 mg in de spuit heeft zij het risico genomen dat de opvolgende collega’s dit niet in de gaten zouden hebben en teveel morfine zouden kunnen inspuiten. Dat is diezelfde avond gebeurd. De verpleegkundige zegt in het verweerschrift weliswaar dat zij ook aan klaagster heeft verteld dat er nog 7,5 mg in de spuit zat en dat dat goed was voor de nog komende drie inspuitingen, maar dat pleit de verpleegkundige niet vrij. Zij kan klaagster als mantelzorgster van haar man niet hiermee belasten. Klacht gedeeltel ijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/172
- Datum publicatie: 06-01-2021
- Datum uitspraak: 06-01-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:48
De IGJ dient een voordracht in tegen een verpleegkundige wegens ongeschiktheid tot het uitoefenen van haar beroep. Naar aanleiding van meldingen over de verpleegkundige (o.a. met betrekking tot schending van haar beroepsgheim en ontslag wegens disfunctioneren) heeft de IGJ onderzoek naar de verpleegkundige verricht, waaruit naar voren komt dat zij op structurele wijze en in ernstige mate tekort is geschoten in haar functioneren. De verpleegkundige is structureel niet bereid of in staat geweest om in gesprek te gaan met haar werkgever of de IGJ over haar functioneren; zij onttrekt zich aan het toezicht van de IGJ. Reden waarom de IGJ het tuchtcollege primair verzoekt de verpleegkundige aan te zeggen dat zij haar medewerking verleent aan een geneeskundig onderzoek en afhankelijk van de uitkomst daarvan een passende voorziening te treffen. De verpleegkundige voert verweer en stelt - kort gezegd - dat het onderzoek van de IGJ prematuur en onrechtmatig is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 097/2020
- Datum publicatie: 24-12-2020
- Datum uitspraak: 24-12-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:137
Noodzaak klager voor zijn klachten met medicatie te behandelen is voldoende aannemelijk geworden. Ook bestaat aandacht voor de door klager gewenste afbouw. Tevens is aannemelijk dat er met klager wordt gesproken over de gevolgen die hij van zijn klachten en de medicatie ondervindt. College geeft feed-back mee over o.a. registratie medicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:220 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.387
- Datum publicatie: 07-12-2020
- Datum uitspraak: 04-12-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:220
.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:221 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.388
- Datum publicatie: 07-12-2020
- Datum uitspraak: 04-12-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:221
.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:222 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.389
- Datum publicatie: 07-12-2020
- Datum uitspraak: 04-12-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:222
.