Zoekresultaten 331-340 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/291VP
- Datum publicatie: 28-03-2017
- Datum uitspraak: 10-02-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:37
De verpleegkundige heeft op verzoek van klaagsters meerderjarige zoon een schriftelijke verklaring opgesteld, waarin hij een waardeoordeel over klaagster geeft. De verklaring is daarna gebruikt in een juridische procedure tussen klaagster en haar ex-echtgenoot. Gegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/221VP
- Datum publicatie: 28-03-2017
- Datum uitspraak: 28-03-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:32
Ongegrond. Klaagster is de dochter van overleden patiënt. Patiënt was dementerend en had een heupbreuk. Er was toestemming voor een VBI. Verweerder wordt verweten patiënt op 1 juni 2016 niet te hebben gefixeerd als gevolg waarvan patiënt is gevallen. Verweerder betwist tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-101
- Datum publicatie: 28-03-2017
- Datum uitspraak: 28-03-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:53
Ongegronde klacht van zoon/mentor van patiënte tegen een verpleegkundige in zorgcentrum. Geen verwijtbare termijnoverschrijding zorgplan. Verpleegkundige volgens de vandaag geldende eisen niet voldoende opgeleid voor opstellen leefzorgplan, maar zorg aan patiënte op geen enkel moment onvoldoende geweest. Prioriteit gegeven aan verlenen van zorg in drukke vakantieperiode, zich leerbaar opgesteld en hulp ingeroepen van leidinggevende. Voor niet-behandelbeleid terecht naar huisarts verwezen. Rol van klager als wettelijk vertegenwoordiger wel gerespecteerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/418VP
- Datum publicatie: 28-03-2017
- Datum uitspraak: 28-03-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:28
Klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen verpleegkundige bij GGZ-instelling die ervan wordt verdacht geld te hebben gepind van de rekening van een patiënt van de instelling. Gegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 021/2017
- Datum publicatie: 27-03-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:64
Raadkamerbeslissing. Klacht tegen verpleegkundige over onjuiste informatie aan de schouwarts. Klacht niet ontvankelijk omdat klaagster eerder tegen de verpleegkundige had geklaagd. Ne bis in idem. Indien wel ontvankelijk, dan ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 107/2016
- Datum publicatie: 24-03-2017
- Datum uitspraak: 24-03-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:25
Klacht tegen verpleegkundige afgewezen. Het college is dan ook van oordeel dat de directeur van de stichting, tevens behandelaar, als rechtstreeks betrokkene bij de behandeling kan worden aangemerkt. Gelet op het voorgaande stond het verweerster vrij om informatie in te brengen in het multi-disciplinair overleg.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.293
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:73
Klager is gehuwd geweest met de verpleegkundige. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren. De verpleegkundige heeft in een kortgedingprocedure over de omgang tussen klager en de kinderen een emailbericht in het geding gebracht. In dit bericht heeft de zus van klager aan de verpleegkundige geschreven dat zij van haar moeder heeft gehoord dat klager tegen haar moeder heeft gezegd dat hij de kinderen meeneemt en nooit meer terugkomt en dat een arts tegen haar heeft gezegd dat haar moeder dit niet heeft kunnen bedenken. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij met deze handelwijze het vertrouwen in de beroepsgroep in ernstig diskrediet heeft gebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege is het handelen van de verpleegkundige niet verweven met haar hoedanigheid van verpleegkundige. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.135
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:68
Klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Klaagster klaagt over de behandeling door verweerster (sociaal psychiatrisch verpleegkundige). Het Regionaal Tuchtcollege oordeelde dat de verpleegkundige onvoldoende actief invulling heeft gegeven aan haar rol als casemanager en dat zij niet de structuur aan klaagster heeft geboden die van haar mocht worden verwacht. Daarmee heeft zij een situatie laten voortbestaan waarin er geen of onvoldoende steun geboden kon worden. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat er daardoor te weinig continuïteit is geweest in de zorgverlening aan klaagster en haar gezin. Ten aanzien van de opgelegde maatregel van berisping is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat gelet op omstandigheden van het geval met een lichtere maatregel: -een waarschuwing- kan worden volstaan.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.115
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:63
Patiënte (de moeder van klager) woonde sinds maart 2014 in het verzorgingshuis waar de verpleegkundige werkzaam is. Patiënte leed onder andere aan dementie, type Alzheimer. Op 23 oktober 2014 is bij patiënte een pneumonie (longontsteking) geconstateerd, waarvoor zij een antibioticum voorgeschreven heeft gekregen. Op 25 oktober 2014 is patiënte op aandringen van klager opgenomen in het ziekenhuis, waar zij op 27 oktober 2014 is overleden. Klager verwijt de verpleegkundige – verkort weergegeven – dat patiënte onnodig is overleden door een gebrek aan goed zorg, verwaarlozing, geestelijke en lichamelijke mishandeling en handelen dat opzettelijk was gericht op de dood. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de verpleegkundige in de periode waarop de klacht betrekking heeft niet bij de zorg over patiënte betrokken geweest. In de periode daarvoor is zij niet tekortgeschoten in de zorg die zij jegens patiënte had behoren te betrachten. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:56 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.195
- Datum publicatie: 15-02-2017
- Datum uitspraak: 14-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:56
Klacht tegen verpleegkundige. De aangeklaagde verpleegkundige is verbonden aan de Medische Dienst van de TBS-kliniek waar klager verblijft. Er hebben verschillende telefonische consulten tussen de verpleegkundige en klager plaatsgevonden en de verpleegkundige heeft klager op haar spreekuur gezien in verband met rugklachten. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij hem in de steek heeft gelaten en hem zo lang met pijn heeft laten doorlopen. Zij is nalatig geweest door alleen te adviseren om paracetamol in te nemen en te bewegen terwijl zij klager had moeten doorsturen naar het ziekenhuis om bloedonderzoek te laten doen en foto’s te laten maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.