Zoekresultaten 231-240 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17153a

    Klagers verwijten verweerder, verpleegkundige, dat hij in strijd met professionele standaard gehandeld heeft door onder andere afspraken over opname niet na te komen en klager onheus heeft bejegend. Het college is van oordeel dat er geen sprake is geweest tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 322/2017

    Klacht werkgever tegen verpleegkundige over seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens patiënte. Aansluitende op een klinische behandeling is de verpleegkundige een persoonlijke relatie aangegaan met een (bijna 40 jaar jongere) psychiatrische patiënte, die elders bij de instelling in ambulante zorg was gegaan. Er was intensief, seksueel getint Whatsapp-verkeer. Naar het oordeel van het college is gevaar voor herhaling aanwezig omdat verweerder geen openheid heeft betracht en niet kan reflecteren op met name het risico op beschadiging van een kwetsbare patiënte. Maatregel van doorhaling plus schorsing als voorlopig voorziening en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 155/2017

    Klacht bestaande uit verschillende klachtonderdelen gericht tegen een verpleegkundig specialist. De klachtonderdelen die betrekking hebben op (het bespreken van) het gebruik van mirtazapine en Risperdal en (on)duidelijkheid over het hoofdbehandelaarschap zijn gegrond. De overige klachtonderdelen slagen niet. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.190

    Klacht tegen verpleegkundige. De klacht heeft betrekking op de (inmiddels overleden) moeder van klager die verbleef in de verzorgingsinstelling waar verweerster werkzaam is. Klager verwijt verweerster dat zij heeft verzuimd gevolg te geven aan het behandelverbod en het team daarover onvoldoende heeft geïnstrueerd en voorts dat zij de rol van klager als wettelijk vertegenwoordiger niet heeft gerespecteerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht af gewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.439

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is door verweerder in opdracht van de IND onderzocht om te beoordelen of door de IND bij het horen van klaagster rekening gehouden diende te worden met mogelijke beperkingen. Klaagster verwijt verweerder (1) dat het gesprek (te) kort heeft geduurd en (2) dat verweerder niet of onvoldoende onderzoek naar de psychische klachten van klaagster heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klaagster slaagt voor wat betreft het tweede klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing in eerste aanleg, verklaart het tweede klachtonderdeel gegrond en legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.119

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is bekend met een autistische stoornis en onder behandeling bij de GGZ-instelling waar verweerster werkzaam is. Klager verwijt verweerster samengevat dat zij nalatig en onzorgvuldig jegens klager heeft gehandeld, aangifte bij de politie heeft gedaan en daarbij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en aan verweerster de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager komt in principaal beroep voor zover de klacht ongegrond is verklaard; het incidenteel beroep van verweerster richt zich tegen het gegrond verklaarde deel. Beide beroepen worden door het Centraal Tuchtcollege verworpen en de maatregel van waarschuwing blijft in stand.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 248/2017

    Klacht tegen verpleegkundige van de spoedeisende hulp. Klachten over de bejegening en het niet serieus te woord staan van behandelaar. De klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2018:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/19

    Klacht tegen verpleegkundige, ingediend door de ex-partner van een overleden patiënte, namens hun minderjarige dochter. Patiënte, destijds terminaal ziek, werd in de laatste maanden van haar leven thuis verzorgd door verweerster. De dochter van klager en patiënte woonde op dat moment bij patiënte en haar toenmalige partner. Volgens klager is tijdens het leven van patiënte een relatie ontstaan tussen verweerster en de toenmalige partner van patiënte. De dochter van klager en patiënte is, hiermee geconfronteerd, ernstig beschadigd geraakt, zo stelt klager. Klager verwijt verweerster grensoverschrijdend gedrag en een schending van de voor haar geldende professionele normen. Verweerster erkent dat zij een relatie heeft met de toenmalige partner van patiënte, maar stelt dat deze relatie pas enige tijd na het overlijden van patiënte is begonnen. Het college kan niet vaststellen dat deze relatie is aangevangen vóór het overlijden van patiënte. Het ontstaan van de relatie ná het overlijden van patiënte, ook wanneer dat een à twee maanden na het overlijden van patiënte was, geeft in deze tot een einde gekomen behandelrelatie geen schending van professionele normen van verweerster. De klacht is daardoor ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-153c

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De lezingen van partijen over het al dan niet herhaaldelijk indrukken van de hulpknop lopen uiteen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-153d

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De lezingen van partijen over het al dan niet herhaaldelijk indrukken van de hulpknop lopen uiteen. Klacht afgewezen.